De gemeente Rotterdam steekt nog eens 15 miljoen euro in het noodlijdende Warmtebedrijf. Daarmee moet voorkomen worden dat het stadsverwarmingsproject, dat de gemeente al zo’n 200 miljoen euro kostte, in liquiditeitsproblemen komt en omvalt.
„Tót aan de besluitvorming over de scenario’s over de toekomst van het Warmtebedrijf moeten geen onomkeerbare besluiten genomen worden”, schreven burgemeester en wethouders in een toelichting op het voorstel aan de gemeenteraad, die donderdagavond met 29 van de 39 stemmen het besluit steunde. „Om die reden moeten het Warmtebedrijf en de voorbereidingswerkzaamheden aan de Leiding over Oost financieel ondersteund worden.” Verantwoordelijk wethouder Arjan van Gils (D66) sprak donderdag in de gemeenteraad over „een noodzakelijk tussenbesluit”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data50336720-79bdea.jpg)
‘Leiding over Oost’
Het Warmtebedrijf werd in 2006 opgericht om met restwarmte van de Rotterdamse havenindustrie 300.000 tot 500.000 woningen duurzaam te verwarmen. Vanaf 2020 moet het bedrijf ook woningen in Leiden gaan verwarmen, vanaf 2022 met warmte uit de Rotterdamse haven. Dat vereist de aanleg van een 43 kilometer lange warmtetransportleiding tussen Rotterdam en Leiden, de ‘Leiding over Oost’. De gemeente en de provincie, de enige andere aandeelhouder, werden het echter niet eens over de kosten van het project - geraamd op 140 miljoen euro - waardoor het project momenteel stil ligt. Aanleg is zeker twee jaar vertraagd.
De gemeente, die hoopt dat het Rijk wil investeren in het project, verbond wel voorwaarden aan de liquiditeitsinjectie. Het bedrag van „maximaal 15 miljoen euro” wordt in delen uitgekeerd. Rotterdam wil dat de provincie Zuid-Holland ook 15 miljoen euro bijdraagt. Zuid-Holland neemt op 18 december een besluit en voert daarover momenteel „een constructief gesprek” met de gemeente.