‘In Syrië is het nog tien keer erger dan hier”, zegt de Syrische zakenman in een luxehotel in Beiroet. „De economie is er volledig tot stilstand gekomen als gevolg van de Libanese crisis. In acht jaar oorlog is de situatie nooit zo dramatisch geweest als nu.”
Het hotel ligt om de hoek van het Martelaarsplein, waar de Libanezen elke dag betogen tegen de eigen politieke klasse. Toen het protest hier op 17 oktober begon, had de zakenman nog enthousiast meegedaan. Vandaag is hij somber over de toekomst.
„Sinds een maand hebben wij niets meer verkocht”, zegt de zakenman, die in farmaceutica doet en zijn naam niet in de krant wil. „De apotheken in Syrië zijn dicht omdat de mensen geen geld hebben, en zonder dollars kunnen wij sowieso geen nieuwe medicijnen invoeren.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data50982654-657691.jpg)
Achterdeur
De economieën van Libanon en Syrië zijn altijd nauw verweven geweest, dus het is normaal dat de crisis in Libanon een impact heeft op het buurland. Het Syrische pond heeft de voorbije maand een derde van zijn waarde verloren, precies evenveel als het Libanese pond op de parallelle markt.
Maar de Libanese crisis heeft onverwacht zware gevolgen voor de Syrische economie omdat die bijna totaal afhankelijk is van de Libanese banken. Dat is ook omdat Libanon een achterdeur is waarmee de sancties tegen het Syrische regime omzeild worden.
„Bijna alle Syrische zakenlui hebben hun geld op Libanese banken staan. Het is een van de weinige plaatsen in de wereld waar je als Syriër een bankrekening kan openen”, zegt de zakenman.
„En nu kunnen we niet meer bij dat geld komen. Je kan je leveranciers niet betalen. Ik was laatst in Zwitserland voor zaken, en toen ik de hotelrekening wilde betalen, deed mijn Libanese bankkaart het niet meer. Ik heb de bank moeten smeken om de kaart tijdelijk vrij te geven.”
Dollarschaarste
Het straatprotest in Libanon is niet de oorzaak van de crisis die het land doormaakt; het is er eerder een gevolg van. Al voor het protest hadden de banken restricties opgelegd voor geldopnames en transacties in dollars, om de slinkende voorraad buitenlandse deviezen veilig te stellen.
Toen het protest begon, hielden de banken wekenlang de deuren dicht om een bankrun te voorkomen. Toen zij opnieuw opengingen, haalden consumenten alsnog massaal hun geld van de banken af. Nu hebben de banken geldopnames in dollars beperkt tot enkele honderden per week, en moeten klanten de bank smeken om transacties naar het buitenland te mogen doen, bijvoorbeeld om het studiegeld van de kinderen te betalen.
Banken hielden wekenlang hun deuren dicht om een bankrun te voorkomen
De dollarschaarste is vooral een probleem voor handelaars die hun producten moeten aankopen in dollars. Maar omdat mensen niet bij hun spaargeld kunnen komen, is ook de consumptie in elkaar gezakt. Handelaars geven er de brui aan of zij ontslaan personeel. De economie is met veertig procent gekrompen.
Maar in Syrië, zegt de zakenman, „is de situatie gewoon bevroren. Er is een tekort aan brandstof. Bijna alle winkels zijn gesloten. De politie dwingt de handelaars om hun zaken te openen maar zodra de politie weg is, doen ze de winkels opnieuw dicht.”
Hoge rentes
Niet alleen handelaars delen in de klappen. Veel Syriërs uit de hoge of middenklasse hebben hun geld op Libanese banken staan. Door de hoge rentes die de banken tot voor kort uitbetaalden, was dat spaargeld ook een bron van inkomsten. Schattingen van de hoeveelheid Syrisch geld op Libanese banken gaan van 11 tot 18 miljard dollar.
De bankencrisis heeft ook een desastreus effect op het geld dat wordt overgemaakt door de diaspora. Een lichte daling van deze afdrachten van Libanezen in het buitenland (in 2018 nog goed voor 7,2 miljard dollar) vormde mede de basis voor de huidige crisis in Libanon.
Maar Libanon is ook de voornaamste bron van betalingen naar Syrië, zowel van Syriërs die in Libanon werken als van Syriërs elders die alleen via Libanon dollars kunnen opsturen naar Syrië. Die afdrachten vertegenwoordigen in Syrië een vijfde van het nationaal inkomen.
Het is nu de vraag waar de situatie desastreuzer is: in Syrië of in Libanon, zegt de zakenman. „Ik sprak twee jongens van dit hotel. Omdat er bijna geen gasten zijn, werken zij nog hooguit twee dagen per week. Zij vroegen zich af of ze niet beter naar Syrië konden verhuizen waar het leven tenminste goedkoper is. Ik kon mijn oren niet geloven: Libanezen die naar Syrië willen!”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/11/data52409073-5fa5bd.jpg)