Een Duitse soldaat met hakenkruis op de arm en vlindernet in de hand holt achter een bijtje aan. Met dat tekeningetje luidde uitgeverij De Bezige Bij in het najaar van 1945 haar eerste aanbiedingsfolder in. Donderdag bestaat ze 75 jaar. Dat er in het najaar van 1945 al flink veel titels gepresenteerd konden worden, was omdat de uitgeverij vanaf 1943 met de voorbereidingen van de uitgaven was begonnen. In de zomer van 1943 was Jan Camperts rijmprent De achttien dooden de eerste uitgave en op 12 december 1944 was de uitgeverij zelfs ‘officieel’ van start gegaan. De Bij was ontstaan vanuit het Utrechtse studentenverzet dat geld inzamelde om Joodse kinderen onder te brengen. Camperts rijmprent had veel geld opgebracht, waarvan het grootste deel ging naar de Utrechtse groep voor Joodse kinderen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52979378-57652d.jpg|https://images.nrc.nl/4uLJ0iX6SbWMTHkPDgVoJYpLVfU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52979378-57652d.jpg|https://images.nrc.nl/eUQWuFc58e1efoayywRUJD9ixRg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52979378-57652d.jpg)
Tekening uit de eerste najaarsaanbieding van de Bezige Bij in 1945
Toen de uitgeverij in 1945 bovengronds ging, waren niet alle collega’s even enthousiast. De nieuwbakken uitgeverij presenteerde zich als jong, zich niets van maatschappelijke zuilen aantrekkend en de uitgever en oud-verzetsman Geert Lubberhuizen had een flinke aantrekkingskracht op jonge auteurs.
Wie de uitstraling van de eerste aanbiedingsfolder vergelijkt met de positie die de uitgeverij nu heeft, ziet dat vanaf het begin af aan literatuur en maatschappelijke betrokkenheid inherent met elkaar verbonden waren in het fonds. Het was echter toen meer dan nu, niet alleen literatuur wat de klok sloeg: met verschillende series werden zo veel mogelijk lezers bediend en was er sprake van een Bezige Bij Vriendenclub. Een ‘Vriend van De Bezige Bij’ was je niet alleen goed op de hoogte van aanstaande uitgaven, je mocht zelfs meebeslissen over uitgaven door middel van ‘enquêtes over het boek’.
Bijbelpockets
In de opbouwjaren van de uitgeverij wist Lubberhuizen publiekslievelingen als Willy Corsari, Johan Fabricius, Henriëtte van Eyk en Simon Vestdijk aan zich te binden, maar gaf het ook Bert Schierbeek, Jan Elburg en in 1947 Van het Reves De avonden uit. Een van de belangrijkste romans van de Nederlandse literatuur werd indertijd gepresenteerd als een werk van een jonge auteur met een ‘positieve levensopvatting’, die over ‘de geestelijke nood van de naoorlogse tijd’ schreef zonder te moraliseren en bij wie ‘de gevoeligheid van de auteur door het cynisme heen breekt’. Behalve romans die de Nederlandse literatuur veranderden, was de uitgeverij ook aangewezen op de ‘Bijbelpockets’, ‘Hobbyseries’; in 1954 verscheen bijvoorbeeld Nieuwe Tarieven Inkomsten- en vermogensbelasting – waarop de uitgeverij prompt door W.F. Hermans de bijnaam ‘De Baatzuchtige Bij’ kreeg.
Waar het in die jaren om draaide, was vooral wat De Bezige Bij uitstraalde: vernieuwing en een duidelijke gerichtheid op het publiek. Pockets verschenen er vanaf de jaren vijftig om jongere lezers te bereiken, die niet veel geld hadden te besteden. Jonge auteurs kregen ruimte in aparte series en tijdschriften. En met succes: De Bezige Bij bond niet alleen de Vijftigers aan zich, maar ook de Rotterdamse tak van de Zestigers, de dichters die de verhevenheid van de Vijftigers juist weer ongedaan wilden maken. Het succes van de uitgeverij was soms ook een probleem: niet iedereen voelde zich gehoord, een probleem dat elke uitgeverij in elke tijd eigen is. Het was de al genoemde Jan Elburg die dat in 1975 in een brief aan de schrijverscoöperatie mooi verwoordde.
Harry Mulisch
Er was wrevel over de manier waarop commercieel aantrekkelijke auteurs werden ‘voorgetrokken’, en Lubberhuizen werd verweten nauwelijks aandacht te hebben voor minder populaire schrijvers. En om de arrogantie van de sellers; waarbij Elburg vooral Harry Mulisch bedoelde, die als bestuurslid van de schrijverscoöperatie de andere auteurs tijdens de hele „vergadering geringschattend aankeek en zijn voeten op tafel hield”, waarmee hij aangaf weinig op te hebben met „het klootjesvolk” onder de schrijvers.
Dit is de auteurs- en medewerkersfoto die Stephan Vanfleteren gisteren in het Rijksmuseum maakte van de Bezige Bij. pic.twitter.com/aVJLINua39
— Thomas de Veen (@thomasdeveen) December 13, 2019
Mulisch wás ook belangrijk; hij verkocht niet alleen veel boeken, maar was ook de auteur van het eerste boek dat als Literaire Reuzenpocket werd uitgegeven: Het stenen bruidsbed. Het formaat, dat net iets groter was dan de gewone pocket straalde literaire kwaliteit uit voor een betaalbaar bedrag. Ook de verhalen van Tom Poes en Heer Bommel werden pas succesvol toen ze vanaf 1967 als reuzenpocket verschenen. Tot eind jaren tachtig verschenen er jaarlijks in die vorm twee ‘bestsellers’ op Toonders naam, iets dat menig ‘literair’ auteur een doorn in het oog was.
Lubberhuizen was een uitgever met inzicht en lef. Hij stond volledig achter het boek Ik, Jan Cremer, dat qua succesvolle marketing een nieuwe manier van uitgeven werd: geen literaire uitstraling, maar schreeuwerige publiciteit. De uitgave van het boek kon op flink wat kritiek rekenen (‘De smerige Bij’), die weer werd gebruikt voor nog meer media-aandacht.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52979397-200314.jpg|https://images.nrc.nl/GG60ee_NuBcC-Ltw2d9hXqEA_f8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52979397-200314.jpg|https://images.nrc.nl/oDfXGgccNy_Qirm0VxjoUoxL6h8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52979397-200314.jpg)
Rijmprent Ramsey Nasr
Remco Campert
Ook voor iemand als Remco Campert was hij belangrijk, en omgekeerd. Campert werd niet alleen een belangrijk gezicht voor de uitgeverij, maar wist ook verschillende auteurs, zoals Jan Wolkers, naar dit uitgevershuis te lokken. Opvallend is het ongedateerde briefje dat te vinden is in het Bezige Bij-archief. Campert schrijft aan Lubberhuizen: „Geert, Ga jij om kwart voor 5 thuis televisie kijken? (En mag ik dan mee?)” Wat ze gingen kijken, vermeldt het briefje niet.
Na het vertrek van Lubberhuizen in 1981 had de uitgeverij het zwaar. Onder Albert Voster sloot de uitgeverij zich aan bij de Weekbladpersgroep, na jaren van miljoenenverliezen. Met de komst van Robbert Ammerlaan in 1999 werd de oude Bezige Bij-tactiek weer opgepakt: er kwamen successen op zowel literair als commercieel vlak, de deur voor auteurs die de overstap naar De Bezige Bij maakten ging wijd open.
In de uitgave Hoger honing ter ere van zestig jaar De Bezige Bij wordt over de komst van Ammerlaan gesproken als een cultuuromslag. Veel auteurs waren dol op hem, tegelijkertijd merkt oud-redacteur Erik Menkveld op dat de mentaliteit veranderde. Waar voorheen het succes van andere uitgeverijen met tweederangs auteurs die succes hadden met schouderophalen werd gadegeslagen, werd het missen van een dergelijke bestseller nu als een nederlaag ervaren.
Horzelreeks
/s3/static.nrc.nl/images/stripped/0303tzammerlaan.jpg)
Ook na het vertrek van Ammerlaan in 2012 belandde de uitgeverij in moeilijk vaarwater, en de recessie – waarvan vrijwel elke uitgeverij die tijd last had – verergerde de problemen. Opvolgers werd het moeilijk gemaakt en de positie van de uitgeverij werd publiekelijk breed uitgemeten toen voor een nieuwe serie, de Horzelreeks, de uitgeverij meer aansluiting zocht bij maatschappelijke kwesties en daarvoor onder meer de Vlaamse oud-activist Abou Jahjah (oprichter van de Arabische Europese Liga) als auteur aantrok. Dit was een verzetsuitgeverij onwaardig, vonden sommige auteurs en vertrokken. Het kostte moeite, maar de uitgeverij wist er prima uit te komen. Zo vernieuwend als in de jaren vijftig en zestig is de uitgeverij niet meer. Dat zegt meer over de rol die literatuur inneemt binnen het maatschappelijk debat dan over de uitgeverij. Een literair baken in tijden van smaakdemocratisering en vervlakking is De Bezige Bij na 75 jaar nog steeds. Dat wordt niet alleen gevierd met een nieuwe foto van de auteurs in het Rijksmuseum, maar ook met een nieuwe rijmprent door Ramsey Nasr, die deze keer de titel heeft ‘De dag kan komen’.