Wie duurzaam heeft geleefd, wil misschien ook duurzaam heengaan. De rouwkaarten van gerecycled papier, een rieten kist – er bestaat van alles. Maar uiteindelijk eindigt het lichaam meestal toch in een crematieoven die op aardgas wordt gestookt.
Dat kan nu anders. Vrijdag gaat pal langs de A2 bij het Gelderse dorp Beesd het eerste energieneutrale crematorium van Nederland open. De oven, een nieuw type, werkt op elektriciteit en gebruikt nauwelijks energie. Als de oven steeds heet genoeg blijft, ontbranden de kist en het lichaam vanzelf. Voor de elektriciteit die nog nodig is, zorgen zonnepanelen.
„Duurzaamheid is mijn persoonlijke hobby”, zegt initiatiefnemer Stefan Kroezen (37), vastgoedondernemer uit Culemborg. Hij doet onder meer in duurzame horeca en noemt zichzelf ecomodernist. „Een pure.” Overtuigd dat het anders moet voor het klimaat, aanhanger van hoogtechnologische oplossingen.
Vandaar dus zijn interesse in een groenere crematieoven. Voor de verbranding van een lichaam met kist is ongeveer 50 kubieke meter aardgas nodig, berekende TNO enkele jaren geleden. Dat is op zich niet indrukwekkend: in de wintertijd verstook je dat thuis in een week. Maar het is milieubelasting die te vermijden is, vertelt verkoopdirecteur Joachim Kreutzer van de Duitse ovenbouwer IFZW. „Elektrisch cremeren bestaat al sinds de jaren dertig. Het werd vooral populair in landen zoals Zwitserland waar veel stroom uit waterkracht voorhanden is.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52983994-d7732b.jpg|https://images.nrc.nl/YDrwwmkcDKZNIVk4sbIJQr-uES8=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52983994-d7732b.jpg|https://images.nrc.nl/wwMsa44-ShzcCSKEG2iAavWZY68=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52983994-d7732b.jpg)
Foto Olivier Middendorp
Elektrische ovens
Maar pas nu, met CO2-uitstoot in heel Europa hoog op de agenda, steken bouwers van crematieovens weer onderzoeksgeld in elektrische technologie. In Nederland zijn sinds dit jaar twee crematoria uitgerust met een elektrische oven van binnenlandse concurrent DFW Europe.
Crematorium ’t Lief in Beesd wordt het eerste dat ook energieneutraal is. Kroezen ontwikkelde in 2012 al een eigen uitvaartcentrum in het naburige dorp Rhenoy. Hij wilde er een crematorium bij bouwen, maar de omwonenden waren tegen. Uiteindelijk kwam er, met steun van de gemeente en tussen de weilanden, dit duurzame crematorium.
Tijdens een rondleiding, een week voor de opening, wordt er nog druk gebouwd. Een klusjesman die drie schroeven als een sigaret in zijn mondhoek klemt, vraagt hoe hoog Kroezen de kapstokken wil. Maar de oven is al aan, hij wordt getest. Het luik waardoor de kist naar binnen wordt geschoven, is dicht. De ovenwand voelt handwarm aan.
De oven in Beesd blijft zo heet dat elke kist er spontaan in ontbrandt
De crux: elke crematieoven werkt veel efficiënter als hij intensief gebruikt wordt. Bouwer IFZW en het Zwitserse installatiebedrijf Bürge-Fischer werkten dat principe verder uit in de elektrische crematieoven die ze enkele jaren geleden ontwikkelden. De oven in Beesd is van binnen bekleed met baksteen en er stroomt weinig lucht doorheen. Hij blijft daardoor zo heet (boven 550 °C) dat elke kist met lichaam er spontaan in ontbrandt – er hoeft nauwelijks extra energie bij. Door voor de oven zonnestroom te gebruiken in plaats van aardgas is er bijna geen CO2-uitstoot meer.
Een doorsnee Nederlandse crematie is juist niet energiezuinig. Nederland telt veel crematoria: 115 stuks. Kroezen: „België heeft er nog geen twintig. Er is in Nederland een enorme overcapaciteit aan ovens.” Crematoria zijn ingericht op lange uitvaartdiensten in grote aula’s, en de ovens staan relatief vaak stil.
’t Lief in Beesd moet gemiddeld zes à zeven crematies per dag gaan uitvoeren. Dat is meer dan in Nederland gebruikelijk is, maar dan kan de oveninstallatie bijna zonder externe elektriciteit draaien. Kroezen richt zich op kleinere gezelschappen, en wil daarnaast zogeheten ‘stille crematies’ uitvoeren, van overledenen zonder nabestaanden.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52984065-82213d.jpg|https://images.nrc.nl/zNLOgKbJETy6foT8gdH_--SY7Xo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52984065-82213d.jpg|https://images.nrc.nl/XeBfWs_QrdGp5-NLMfz2nI9quQg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data52984065-82213d.jpg)
Foto Olivier Middendorp
Efficiënt proces
Dat elektrisch cremeren in opkomst is, ziet ook de Nederlandse ovenbouwer DFW Europe, dat de twee andere elektrische crematieovens die dit jaar in Nederland zijn geplaatst (in Almere en Geleen), bouwde. „Onze ovens kunnen vijf à zes crematies per werkdag aan”, zegt verkoopmanager Dennis Jacobs. „De besturing is net even anders.”
DFW Europe bouwt ook crematieovens op aardgas en zelfs op biodiesel. Maar het bedrijf ziet overal in Europa – in Nederland maar ook in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk – de verschuiving naar elektrisch cremeren. IFZW uit Duitsland richt zich met zijn elektrische ovens zelfs op India, waar lijkverbranding grote hoeveelheden hout vergt.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/05/thumbnail_1496039252.jpg)
„Het is een heel efficiënt crematieproces”, zegt Jacobs van DFW Europe. „Het is duurzamer, en de energiekosten zijn lager. De oven is zo’n 20 procent duurder dan een oven op aardgas. Maar als je voldoende crematies doet, verdien je het prijsverschil uiteindelijk terug.”
Hoeveel ondernemer Stefan Kroezen heeft betaald voor zijn crematorium, wil hij niet zeggen. „Maar het is voor mij een grote investering.” De totale installatie is complex. Alleen al de rookgasreiniging van een crematorium is minstens even groot als de oven, en dan is er nog de infrastructuur om het geheel energieneutraal te krijgen.
De oven geeft genoeg restwarmte af om het crematorium te verwarmen en het bedrijf van de buurman. Elektriciteit is vooral nodig voor koeling van het gebouw in de zomer. De benodigde stroom wordt vanaf volgend jaar opgewekt met driehonderd zonnepanelen die op het dak van de loods van die buurman komen. „Ze hadden er nu al moeten liggen”, zegt Kroezen. „Maar toen brandde vorig jaar het gebouw af waarvan ik het dak zou gebruiken.”
Uiteindelijk is het hele crematorium ingericht op kleinere gezelschappen. De ontvangstruimte is meer grand café dan aula. Het gebouw is van grenenhout, met zitjes en gouden dieren als versiering. Geen podium, geen zware gordijnen.
„Ik hoor de trend van uitvaartondernemers: meer mensen houden hun plechtigheid op een persoonlijke plek, zoals de sportkantine. Naar het crematorium ga je vervolgens met een klein gezelschap.” Is ook duurzamer, zegt Kroezen, want die hele volgstoet rijdt anders al gauw een heel eind. „Je zit al gauw aan duizend autokilometers voor één uitvaart. En dat is nergens voor nodig.”