Opinie

Verengelsing is typisch Nederlands

Onderwijs Laten we onze grenzen openhouden voor nieuwsgierige talenten die via een wereldtaal de wetenschap hier willen ontdekken en verrijken, schrijven en .
Bestuursleden van de Chinese Studenten Vereniging (CSA) bij de aula van de Erasmus Universiteit Rotterdam tijdens de 106de dies natalis in november
Bestuursleden van de Chinese Studenten Vereniging (CSA) bij de aula van de Erasmus Universiteit Rotterdam tijdens de 106de dies natalis in november Foto Ronald van den Heerik/Hollandse Hoogte

De verengelsing van het onderwijs, waarover de Tweede Kamer woensdag debatteert, is geen nieuw probleem. Tien jaar geleden waarschuwde de Groningse hoogleraar Auke van der Woud al in NRC dat Nederlands „een tweederangs taal” dreigde te worden. In 1993 beschreef Tom McArthur met de term ‘Scotlandization’ en ‘Irelandization’ Nederland als een gebied waar de eigen taal verdrongen zou worden. Toen minister Jo Ritzen (PvdA) in 1989 pleitte voor meer onderwijs in het Engels werd hij weggehoond: Engelstalige colleges zouden een aantasting inhouden van het Nederlandse cultuurgoed.

Lang daarvoor waren er al zorgen over het oprukkende Frans, toen die taal de spreektaal van de Europese elite was. En nog weer veel eerder kreeg Spinoza de vraag of zijn beroemde boek Ethica niet in het Nederlands in plaats van in het Latijn uitgegeven kon worden.

Deze doorlopende discussie over de taal van de wetenschap kon ontstaan omdat internationalisering nu juist zo typisch Nederlands is. De handelsstad Amsterdam groeide in de zeventiende eeuw uit tot een internationale broedplaats voor wetenschap, kunst en cultuur, waar groei en vernieuwing automatisch gepaard gingen met veeltaligheid: handel en ideeënuitwisseling beginnen nu eenmaal met verstaanbaarheid. Die kracht demonstreert Nederland nog steeds, als een sterk handelsland met universiteiten die ver boven het niveau presteren dat bij de omvang lijkt te horen.

Nederlandse universiteiten en hogescholen hebben de laatste decennia steeds meer internationale studenten, docenten en onderzoekers aangetrokken. De internationalisering schrijdt voort. Dat Nederlanders in het algemeen behoorlijk Engels spreken maakt hen internationaal tot aantrekkelijke samenwerkingspartners.

Natuurlijk hoeft niet álles in het Engels: het lachwekkende voorbeeld van een verplicht Engelstalig werkstuk over het werk van Joost van den Vondel zegt genoeg, en eigen taal en cultuur zijn het verdedigen meer dan waard. Maar is het nu echt een probleem als Nederland dankzij Engelstalig onderwijs studenten uit de hele wereld weet aan te trekken?

Veel politieke partijen denken van wel. Zo vindt de SP dat Nederlands de wetenschapstaal bij uitstek moet zijn, en dat internationale studenten Nederlands belastinggeld opsouperen. En Kamerlid Dennis Wiersma (VVD) sprak in Trouw over de „slimme Aziatische student die onze kennis komt jatten” en vroeg zich af wat wij hebben aan „Duitstalige psychologiestudenten”, of een „rechtenstudent uit China”.

Lees ook: Tweede Kamer wil actie tegen ‘verengelsing’ studies

Meer collegegeld

Maar wie zegt dat internationalisering inherent slecht is of alleen goed onder zeer strikte voorwaarden, doet Nederland enorm te kort. Studenten van buiten de Europese Unie betalen om te beginnen fors meer collegegeld, en onder de streep leveren deze studenten juist geld op. De gemiddelde student van buiten Europa levert volgens een CPB-studie uit september zo’n 69.000 tot 94.000 euro op, de Europese student ook nog 5.000 tot 17.000 euro. Internationalisering is dus geen kostenpost – integendeel. In het Europese programma Horizon voor onderzoeksfinanciering is Nederland zo na het Verenigd Koninkrijk de succesvolste aanvrager en ontvangt het netto veel meer geld dan het erin stopt, simpelweg door de goede kwaliteit van het internationaal ingediende onderzoek. En de Nederlandse arbeidsmarkt vaart er wel bij, en dat niet alleen dankzij IT’ers en studenten techniek.

Zo heeft de Universiteit Maastricht een exclusieve masteropleiding voor forensische psychologie, die nog maar kort bestaat, maar nu al een Chinese student heeft afgeleverd die in de Nederlandse verslavingszorg werkt. Ambitieuze internationale studenten verrijken onze economie en onze cultuur.

Lees ook: English please. I don’t speak Dutch

Vredespaleis

Toch is dat uiteindelijk misschien niet het belangrijkste. Het Nederlandse verhaal zelf is het vertellen eenvoudigweg meer dan waard: het is het land van het Vredespaleis en van het Internationaal Gerechtshof, het eerste land waar iedereen mocht trouwen met van wie hij of zij hield ongeacht of dat een vrouw of een man was, het land waar met het Verdrag van Maastricht in 1992 een unieke internationale samenwerking werd verankerd.

Hebben wij iets aan Chinese rechtenstudenten? Het antwoord is natuurlijk ja: wie Nederlandse waarden als vrijheid en duurzaamheid lief heeft, heeft er veel aan als Nederland haar ideeën kan delen en de wereld kan inspireren. Of het nu gaat om de ‘Dutch approach’ bij vredesmissies, de zongedreven auto’s uit Delft of de Nederlandse humaniora, sociale en gedragswetenschappen: het zou prachtig zijn als talloze goede Chinese studenten in Nederland kwamen studeren.

Het Nederlandse verhaal vraagt om voortdurende vernieuwing, en moet doorlopend beïnvloed kunnen worden door kennis en ideeën uit andere landen. Laat het Nederlands in al het onderwijs, ook het hoger onderwijs, vooral de ruime plek krijgen die het verdient. Maar laten onze grenzen wijd open blijven staan voor al het nieuwsgierige talent dat, gebruik makend van de gezamenlijke wereldtaal, de wetenschap hier wil ontdekken en verrijken: dat is net zo goed een prachtige Nederlandse traditie.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.