Een week geleden ging thuis bij Lucia Rijker (52) in Californië de telefoon. Directeur Edward Brophy van de International Boxing Hall of Fame aan de lijn. „Je bent verkozen”, riep hij. „We gaan je komende zomer eren tijdens een ceremonie in Canastota [New York].”
Nou is Rijker, tweevoudig wereldkampioen boksen, wel vaker gelauwerd in de Verenigde Staten, het land waar ze al sinds de jaren negentig woont. Zo werd ze in 2009 geëerd door de World Boxing Hall of Fame, het kleine broertje van de International Boxing Hall of Fame. In 2014 volgde de International Women’s Boxing Hall of Fame. En in 2016 de California Hall of Fame. Dus in eerste instantie dacht ze: het zal allemaal wel. „Maar toen werd het wereldnieuws”, vertelt ze. „Het ging als een lopend vuurtje op social media. De LA Times, radio-programma’s, ze besteedden er allemaal aandacht aan.”
Je hebt het onderschat?
„Alles heeft de waarde die je er aan toekent. Toen ik dit jaar in Nederland tot ‘sterkste vrouw van 2019’ werd verkozen vond ik het heel bijzonder. Ik kreeg die prijs vanwege mijn kwetsbaarheid. Om kwetsbaar te zijn heb je moed nodig. Meer moed dan het knock-out slaan van mensen. Je moet afzien en streng zijn voor jezelf.”
Je behoort met Christy Martin en Barbara Buttrick tot de eerste vrouwen die worden opgenomen in de International Boxing Hall of Fame. Sommigen spreken van ‘een historische gebeurtenis’.
„Natuurlijk is het bijzonder. Mannelijke boksers vechten voor de eer, vrouwelijke boksers vechten voor erkenning, zeker die van mijn generatie. Ik heb er hard voor gewerkt om het vrouwenboksen in Amerika op de kaart te zetten. Toen ik begon zagen mensen me als een freak. Als ik nu in het vliegtuig naar Nederland zit word ik aangesproken door stewardessen die vertellen dat ze ook boksen omdat het ‘verjongend’ en ‘therapeutisch’ is. Ik ben een trailblazer. Daarom is de International Boxing Hall of Fame waarschijnlijk bij mij uitgekomen.”
Christy Martin was ooit je grote rivale. Hoe is het om straks met haar op hetzelfde podium te staan?
Ze giechelt. „Ik heb zo’n verbondenheid met die vrouw. Toen we samen werden gelauwerd door de International Women’s Boxing Hall of Fame gedroeg Martin zich in eerste instantie alsof wij nog steeds rivalen waren. Ik dacht: doe jij maar lekker gek, ik ben gewoon mezelf. In de tijd dat we tegen elkaar uitkwamen was ik een ander mens. Ik liet me niet de kaas van het brood eten. Had een sterk gevoel van eer en trots. Maar bij die gelegenheid liet ik mijn hart spreken en dat heeft Martin zeer gewaardeerd. Ik kreeg later een brief waarin ze schreef: bedankt dat je de strijdbijl begraven hebt.”
Weet je al hoe de ceremonie volgend jaar zal verlopen?
„ Het is een gigantische happening. ‘De Academy Awards van het boksen’ noemen sommigen het. Er komen duizenden boksliefhebbers vanuit de hele wereld op af. Je krijgt een knots van een ring, die met name mannelijke boksers met trots dragen. Je wordt in een cabriolet met je eigen naam door de stad gereden. Er is een vijf gangenbanket met een orkest. En ik sta straks in mijn glitterjurk op het podium met boksgrootheden als Shane Mosely en Bernard Hopkins...”
Na het boksen ben je jezelf meer spiritueel gaan ontwikkelen. Dat vergt een hele andere levensinstelling. Is het boksen daardoor ook verder van je af komen te staan?
„Ik heb veel te danken aan het boksen. Het heeft mij gevormd als mens. Drieëntwintig jaar lang heb ik hoofd, lichaam en geest op één lijn proberen te krijgen. Ik heb de halve wereld rond gereisd, allerlei interessante mensen ontmoet. Maar ik ben wel veranderd, ja. Ik heb er hard voor moeten werken om me niet meer zo te identificeren met die titels. Ik leef kleiner en bewuster dan toen. Nederiger ook. Ik ben een minimalist.”
En boksen heeft vooral met het ego te maken?
„Absoluut. gehechtheid aan overwinningen geeft een bepaalde anxiety. Je bent bezig met het verdedigen van je positie. Tegenwoordig wil ik mensen op een hele andere manier raken. Niet door ze knock-out te slaan, maar door ze in hun kracht te zetten. Training en coaching is nu mijn ding.”
Voelt zo’n bekroning daarom misschien wat dubbel?
Ze is even stil. „Dat klinkt wat nuchter hè? Ondankbaar zelfs. Maar zo bedoel ik het niet. Boksen is een unieke sport, die mij veel power heeft gegeven. Maar ook een intense sport die veel schade aan het lichaam toebrengt. Bokscarrières duren nooit lang.”
Wie beschouw je als je opvolger in Nederland?
Nouchka Fontijn. Ik heb haar bij een Rotterdamse boksschool ontmoet toen ze nog een lange, dunne, verlegen tiener was. Die tiener groeide uit tot een krachtige, uitgesproken vrouw. Daar heb ik enorm veel respect voor. En dat goud, dat gaat ze winnen hè.”
Olympisch goud in Tokio?
„Zonder twijfel. Die vrouw kent de bokswereld als haar broekzak. Haar tegenstanders, hun goede en minder goede kwaliteiten, het scoringssysteem. De juryleden kennen haar. Dat zij laatst is beroofd van haar wereldtitel [vanwege protest van haar tegenstandster] is zó lullig. Maar her time will come. Misschien dat ze het nu nog niet kan voelen, misschien zit zij vol twijfel, maar dat goud gaat er komen. En neem maar van mij aan: haar wraak zal zoet smaken, een heel leven lang.”