Verreweg het beste werk op de dubbeltentoonstelling van Lubaina Himid en Marianna Simnett, beiden Brits, in het Frans Hals Museum Haarlem is Simnetts film The Needle and The Larynx uit 2016. Hierin zien we hoe in het strottenhoofd van de kunstenaar, blonde haren, witte jurk, met een lange naald een dosis botox wordt ingespoten – en ja, dat is een héél ongemakkelijk gezicht. Botox, vertelt Simnett op de achtergrond, verlamt tijdelijk de spieren, waardoor rimpels enkele maanden verdwijnen. Maar als je het inspuit in je stembanden verlaagt het de stem van een vrouw, die daardoor ongetwijfeld meer macht en autoriteit gaat uitstralen. Als toeschouwer snap je de implicaties: Simnett laat zien wat voor onnatuurlijke manoeuvres vrouwen soms moeten uithalen om een normale positie in de maatschappij te verwerven, om macht te krijgen, om aan de staande normen te voldoen. Waarmee The Needle and the Larynx een interessante opmaat lijkt voor een dubbeltentoonstelling waarin het Frans Hals Museum een jonge blanke (Simnett) en een oudere zwarte (Himid) kunstenares heeft uitgenodigd – actuele dilemma’s als identiteit, macht en zichtbaarheid komen zo als vanzelfsprekend aan de orde.
Alleen: daar gaat iets mis. Iets nogal elementairs. Lopend door het museum moest ik denken aan een mechanisme dat je wel vaker ziet, onder andere op sociale media: de wereld groots en gretig willen veranderen, en ondertussen op alledaags niveau de medemenselijkheid uit het oog verliezen. Hard schreeuwen dat iedereen wat vriendelijker moet worden, zeg maar.
Hier, in voormalige Hallen, gaat het ook op een groots niveau over de genoemde populaire, en ook wel een tikje modieuze thema’s. Simnetts werk is daarbij vooral sprookjesachtig en vervreemdend, bijvoorbeeld in haar nieuwe film The Bird Game, waarin een groepje kinderen in een kasteel door de machinaties van een diepzwarte kraai een voor een over de kling wordt gejaagd. Het lijkt een pleidooi voor de outsider, voor een open oog op de Ander, zelfs als je die niet helemaal begrijpt.
Een krachtige emancipatie-stem
Himid is in emancipatieopzicht al langer een krachtige stem, zeker sinds ze in 2017 de Turner Prize won, als eerste zwarte vrouw en als oudste winnaar van de prijs ooit. Dat was een belangrijk moment: Himid werd daarmee de voorhoede van een generatie die terecht aandacht vroeg voor de onzichtbaarheid in het westen van de zwarte geschiedenis en cultuur. Dat zie je ook in de werken die Himid nu toont in het Frans Hals Museum, onder andere een deel van haar zaalvullende installatie Naming the Money. Die bestaat oorspronkelijk uit zo’n honderd levensgrote houten figuren van zwarte mensen – hier zijn er nog tien te zien: mensen die in de geschiedenis van de beeldende kunst tot voor kort naar de achtergrond werden gedirigeerd, schreiden hier prominent naar voren.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51957532-701e8d.jpg|https://images.nrc.nl/lGAxJjULcfdZ7kKFD0gE4CfM7c4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51957532-701e8d.jpg|https://images.nrc.nl/qw4REkFCo3a1J309lhB52c5c_9Y=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51957532-701e8d.jpg)
Of neem het werk dat Himid speciaal voor de tentoonstelling maakte: The Grab Test, een meterslange doek van aan elkaar genaaide lappen Dutch Wax, de beroemde, veelkleurige stof die we in het westen altijd met Afrika associëren, maar die in Nederland wordt gemaakt. Himid beschilderde het doek met exotische vogels en objecten en trok het vervolgens strak om de pilaren van de Vleeshal, zodat het doek onder spanning lijkt te staan, alsof het elk moment kan knappen – of tenminste, dat is volgens de begeleidende tekst het idee. Alleen: zo voelt het geen moment; het doek verdwijnt wat knullig in de muur, zonder urgentie of noodzaak. En ook dat kritische statement komt niet over: als je Dutch Wax beschildert met exotische patronen, lijkt dat eerder een bevestiging van de clichés dan een kritiek daarop.
Waarom dat geprop?
Langzaam begint zo ook op te vallen hoe rommelig de tentoonstelling is ingericht. Himid bijvoorbeeld, heeft drie ruimtes tot haar beschikking: in de eerste, op de begane grond, hangt alleen The Grab Test verder zijn de wanden er dramatisch leeg. De tweede wordt gevuld met de miniversie van Naming the Money. In het derde, kleinste, zaaltje krijgt de toeschouwer vervolgens nog een soort Himid-crash course: er hangt werk uit maar liefst vier verschillende series die daardoor alle vier niet tot bloei komen – waarom dat geprop, met zoveel lege wanden?
Iets soortgelijks geldt voor de eerste zaal van Simnett: dat is eigenlijk niet meer dan het halletje vóór haar films, maar daarin worden wel drie beelden weggestouwd, waardoor de twee grootste niet tot hun recht komen. Vervolgens beginnen de details op te vallen: stekkers die onhandig-pontificaal uit stopcontacten steken (en vervolgens met tape zijn afgedekt), een tijdelijke wand waarin de naden nog zichtbaar zijn, twee luxaflexen én een foeilelijke zwarte speaker die Simnetts The Needle omlijsten, terwijl die film het nu juist moet hebben van zijn knisperende witheid. Opbollend tapijt – hoe meer je er op let, hoe meer je het gevoel hebt in een liefdeloos geleid kunstenaarsinitiatief te zijn beland, in plaats van een gerenommeerd museum.
Wat is hier gebeurd?
Weggelopen bij opening
Natuurlijk is de oorzaak moeilijk te achterhalen (Geldgebrek? Desinteresse? Tijd?) maar het stemt wel ongerust, want dit is niet de manier van werken die ik ken van het Frans Hals Museum. Er hangt een pijnlijk soort onvermogen over deze dubbeltentoonstelling, die op elk niveau botst met de ambitieuze inhoud. En inderdaad: in Het Parool beklaagde Himid zich tegenover Kees Keijer over het beroerde licht in De Hallen en de dag na de opening publiceerde Simnett een Instagram-story waarin ze beschaafd, maar verongelijkt verslag deed van de respectloze manier waarop Himid haar tijdens de opbouw had behandeld: zo had Himid zich hardop afgevraagd waarom ze in vredesnaam aan Simnett was gekoppeld (blijkbaar had het museum haar dat evenmin uitgelegd als ze dat nu doet aan de toeschouwer), had Himid haar tijdens de opbouw genegeerd en was ze weggelopen bij Simnetts openingspraatje. Hier gaat, kortom, iets elementair verkeerd. Laat dat alsjeblieft een les zijn: je kunt nog zo luid theoretiseren over gelijkheid en inclusie, wie de wereld echt beter wil maken begint met onderling respect, zorgvuldigheid en betrokkenheid. Dan wordt de rest véél makkelijker.