Er is veel om je vrolijk over te maken bij Ongehoord Nederland. De ene oprichter heeft zes jaar lang zitten netnixen in de Tweede Kamer, de andere meent dat Afrikanen minder hersenen en meer geslachtshormonen bezitten dan Europeanen. De voorzitter van de club stelde me tijdens een borrel in 2015 een burgeroorlog in het vooruitzicht. Mei 2016, zei hij stellig, dan zou de pleuris hier uitbreken. Mei kwam, mei ging, ik vroeg me af of Arnold Karskens blij of verdrietig was over zijn ongelijk.
De vierde im Bunde ten slotte, Haye van der Heyden, vergoelijkt doodleuk de doodseskaders van Duterte: „Die doet veel dingen die indruisen tegen de mensenrechten, maar veel mensen zijn er blij mee.” Vanzelfsprekend dweept hij, net als zijn medefirmanten, niet alleen met Duterte maar ook met Poetin en Orbán. „Niet omdat ik het altijd eens ben met wat ze doen, maar omdat ik me realiseer dat ze in een andere context opereren.” Iets zegt me dat hij naar die context verlangt, dat hij zelf ook graag een beetje zou indruisen tegen de mensenrechten.
Wat vroeger kroegpraat heette, rukt nu alweer een tijdje op naar het hart van politiek en media.
Bij elkaar opgeteld vormen de opvattingen van de founding fathers van ON een staalkaart van courante complottheorieën over de Europese Unie, migratie en omvolking. Je hoort ze elke dag, zulke theorieën, je hoort ze luid en steevast vergezeld van de klacht dat ze niet gehoord mogen worden – dit mechanisme fungeert als het perpetuum mobile van de rancuneleer.
Met sociale media en een webpagina nemen Karskens en zijn vrienden geen genoegen meer, een eigen zuiltje voor de ongehoorden willen ze. Met daarbovenop henzelf als dystopische pilaarheiligen die onheil voorspellen zoals een sjamaan danst voor regen. ON zal, gezien het enthousiasme van het stabiele genie Thierry Baudet, een voortzetting zijn van Forum met andere middelen.
Het vervolg is niet moeilijk te voorspellen. Weer zullen we kijken naar malversaties, vetes en geleidelijke afbraak. En weer zal, als het hele zaakje is geïmplodeerd, de linkse samenzwering worden beschuldigd van sabotage en ondermijning. De beschuldiging als zodanig is diep verankerd in het narratief van elke populistische beweging: zowel opkomst als ondergang valt volledig toe te schrijven aan de ander. Schuld, schuld, door hun eeuwige schuld. De ander, de erfvijand, is de eigenlijke blauwdruk van elk populistisch programma. Zonder de ander vervalt het bestaansrecht en zakt de boel als een kaartenhuis in elkaar.
Zullen de ongehoorden tevreden zijn, nu ze een partij en straks een omroep hebben? Dat valt te bezien. Het is niet langer genoeg om gehoord en gezien te worden, de onderliggende eis gaat over waardering. Het diffuse programma van de ongehoorden is ook te verstaan als een schreeuw om liefde en waardering.
Hoe die te beantwoorden? Een denkrichting komt uit Istanbul. Met een programma van radicale liefde werd daar de burgemeestersverkiezing gewonnen door de tegenstander van de Erdogan-kandidaat. De politieke strateeg, Ates Ilyas Bassoy, zei in mei tegen correspondent Lucas Waagmeester van de NOS: „Er is een verschil tussen liefde en Radicale Liefde. Want zelfs dictators gebruiken liefde, maar hun liefde gaat uit naar degenen die hen liefhebben. Je moet dieper gaan, en dat is Radicale Liefde: contact maken met mensen aan de andere kant, die soms vol haat tegenover je staan. Daarvoor moet je de arrogantie en het neerkijken op mensen die bijvoorbeeld op Erdogan stemmen laten varen. En proberen ook hen te begrijpen en met ze te praten.”
Voornemen: me in januari, als de rest van het land niet drinkt, ook bij bewezen belachelijkheid onthouden van polemiek en spot. De handreiking, de omhelzing. Vriendelijk zijn.