Het is de norm waar veel ondernemers van wakker liggen: de zogenoemde PFAS-norm. Zit er meer dan 0,1 microgram van het giftige spul in een kilo grond, dan mag die niet worden verplaatst, zo besloot de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in juli. Bouwbedrijven reageerden woest: met zo’n lage norm kan er niets meer. Er werd met schadeclaims en massaontslagen gedreigd.
Vrijdag zal het kabinet bekendmaken dat de norm aanzienlijk wordt verruimd, van 0,1 naar 0,8 microgram, bevestigen bronnen rondom het kabinet. Daarmee kan mogelijk driekwart van de bouwprojecten die sinds de zomer stillagen weer op gang worden gebracht. De versoepeling, gebaseerd op onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), zal vrijdag worden aangekondigd door minister Stientje van Veldhoven (Milieu en Wonen, D66).
Niet alleen bouwbedrijven krijgen daarmee meer lucht, ook Van Veldhoven zelf. De minister (in juli nog staatssecretaris) moet zich al weken verdedigen tegen de kritiek dat ze met een absurd lage norm onrust heeft veroorzaakt. „U heeft het probleem zelf gecreëerd”, zei PVV-leider Geert Wilders twee weken terug tijdens een spoeddebat tegen de D66-bewindsvrouw. „Die 0,1 microgram heeft u zelf verzonnen.” Wat de woede extra groot maakte: de PFAS-kwestie kwam boven op de stikstof-uitspraak van de Raad van State, die eveneens bouwprojecten dreigde te doen stranden.
Van Veldhoven bestrijdt dat ze onzorgvuldig of overhaast heeft gehandeld, en zegt juist dat door haar ministerie gewoon de letter van de wet is gevolgd. PFAS is de verzamelnaam voor ruim zesduizend chemische stoffen, zogenoemde poly- en perfluoralkylstoffen, die vrijkomen bij de productie en verwerking van onder meer kleren, meubels en kookgerei. Dat ze in grond en bagger voorkomen, is langer bekend. Sinds 2012 is er een speciaal aan PFAS gewijd expertisecentrum. Maar dat deze giftige stoffen zo massaal voorkomen in het milieu is relatief laat ontdekt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51248284-9cd70c.jpg)
Geen groenten en fruit eten
De problemen beginnen in 2018. In dat jaar krijgen omwonenden van Chemours, het vroegere DuPont, een producent van teflon in Dordrecht, te horen dat ze geen fruit en groenten meer mogen eten uit hun eigen tuintjes. Dit nadat er rondom de fabriek ernstige bodemverontreiniging is geconstateerd. Het blijkt de opmaat naar een grotere ontdekking: de PFAS-vervuiling blijkt op grote schaal en in het hele land, in grond, bagger en grondwater, voor te komen. Niet alleen lokaal.
Voor de gemeente Dordrecht is deze vervuiling een maatje te groot. Er wordt al snel naar het ministerie gekeken. Dat gaat er eigenlijk niet over: lokale overheden hebben zelf een wettelijke zorgplicht voor de afvoer van vervuilde grond. Wat wél landelijk is afgesproken: als de verwerking van een giftige stof in de grond niet is geregeld, mag de grond niet worden verplaatst. Voor ‘nieuwkomer’ PFAS blijkt dit het geval. Gemeenten en provincies kunnen daardoor, op basis van de wet, weinig anders dan stoppen met het verlenen voor vergunningen. „Toen liep dus alles vast”, zei Van Veldhoven hierover eerder deze maand in de Kamer. „Er was geen beleidskader, want we wisten niet eerder dat deze stof op al die plekken zat.”
In juli komt het ministerie daarom met een norm, volgens Van Veldhoven „op verzoek van provincies en gemeenten”. Die norm moet bepalen of er grond mag worden verplaatst of niet. Alleen: er is op dat moment geen wetenschappelijk onderzoek naar de risico’s van PFAS voor het milieu en de volksgezondheid. En in zo’n situatie stelt de wet dat er moet worden uitgegaan van de zogenoemde ‘onderwaarde’: de minimaal meetbare hoeveelheid vervuiling in de grond.
Bij PFAS blijkt dat 0,1 microgram per kilo grond of slib te zijn. Maar die norm is in de praktijk onwerkbaar, want 0,1 microgram PFAS tref je zo’n beetje overal wel aan. De bouwers zeggen hiermee niet aan de slag te kunnen. Het RIVM geeft aan dat het tijd nodig heeft, tot 2021, om wetenschappelijk te onderbouwen wat een hogere, verantwoorde norm is. De bouwwereld kan daar niet op wachten. Dat erkent Van Veldhoven en zij vraagt het RIVM daarom om vaart te maken. Per 1 december, zegt ze, moet er een nieuwe, tijdelijke norm ingaan.
Dat lijkt nu te zijn gelukt: de norm wordt acht keer zo hoog, zo werd donderdagavond bekend. Op lokaal niveau kunnen gemeenten zelfs hogere normen toestaan als dat, op basis van eigen metingen, verantwoord is. Het RIVM zou tot de conclusie zijn gekomen dat de verhoging veilig kan worden gedaan. In ieder geval tijdelijk.
Aanvulling (5 december 2019): In dit artikel staat dat omwonenden van Chemours te horen kregen dat ze geen fruit of groenten meer mochten eten uit hun eigen tuintjes. Volgens een woordvoerder van de gemeente Dordrecht betrof het een advies van het RIVM, dat adviseerde om ‘binnen een kilometer van de fabriek het eten te matigen; niet te vaak, niet te veel’.