Waylon

Foto Simon Lenskens

Interview

Waylon: het is alsof er een stuk vlees of vis op tafel ligt dat gemarineerd moet worden

Pop Waylon is ouder geworden en wil soms gewoon thuis zijn bij vrouw en kind. Je hoort het in de liedjes op zijn nieuwe album ‘Human’. „Want je stem is onderdeel van je karakter.”

Over de kwaliteit van zijn eigen zangstem heeft zanger Waylon geen twijfels. „Ik heb genoeg mooie complimenten gekregen.” Hij memoreert hoe bassist Craig Young, met wie hij deze zomer voor het eerst samenwerkte in Nashville, hem op de derde dag omhelsde en zei: „Jij hoort bij de top-3 van beste zangers, wat mij betreft.” Toen Waylon in 2010 toerde als voorprogramma van Whitney Houston, kwam hij op een avond het podium af terwijl ze juist aan kwam lopen. „Ze vroeg: ‘Stond jij daar te zingen?’ En toen, applaudisserend: ‘That was amazing!’”

Dat wil niet zeggen dat Waylon zonder bedenkingen naar de zangpartijen op zijn nieuwe album kan luisteren. „Ik weet dat het goed is, maar of ik het ook voel, is een ander verhaal. Dat ik mezelf terughoor en denk ‘Wow, dat heb je goed gedaan!’, nou nee.”

Hij noemt het het ‘vakantiefilmpjessyndroom’. „Je herkent het strand van toen, de stemmen van je broer en je moeder, en dan hoor je jezelf praten en denk je ‘Klink ik zo, wat de fuck??’ Dat heb ik na een studiosessie altijd. Het is altijd minder leuk dan ik dacht dat het was.”

Waylon (Willem Bijkerk, Apeldoorn, 1980), met zijn ruwborstelige, als door whiskey gelooide stembanden die ook nog eens soepel de met hartzeer doordrenkte teksten lanceren, is een bedrijvige artiest. Hij vertegenwoordigde Nederland in 2014 en 2018 bij het Eurovisie Songfestival, is coach bij tv-talentenjacht The Voice, en speelt sinds september in zijn eigen theatershow My Heroes Have Always Been Cowboys. Maar het belangrijkste, op dit moment, is het verschijnen van zijn zesde album.

Hij noemde de plaat Human, naar het slotnummer. Dit liedje werd door een ander geschreven maar slaat „in elk opzicht” op hemzelf. In de tekst wil de hoofdpersoon breken met zijn losbandige levensstijl („Never planned on being nothing but a cowboy”), voor zijn geliefde. Hij excuseert zich: „Forgive me if I don’t know what I’m doing/ I’m still trying to be human.”

Het is een roerend lied, waarin Waylon eerder warmbloedig klinkt dan ruw en zijn woorden zich slingeren door een weefsel van opgloeiende steel guitar en akoestisch getokkel.

„Een zin als ‘All the highways/ playin’ outlaw’ trok ik me persoonlijk aan. Het betekent: ‘Altijd onderweg, en je doet maar stoer’ - terwijl je eigenlijk moet leren om mens te zijn.”

Waylon, thuis in Hilversum.

Foto Simon Lenskens

Nieuw hoofdstuk

Op dit moment zit Waylon thuis in Hilversum. Het gesprek voeren we op grote zetels in zijn werkkamer, terwijl vrouw Bibi hun dochter Teddy (1) in bed legt. Hij wordt juist nu geconfronteerd met zijn mens zijn, zegt hij. „Omdat we zelf een mens hebben gecreëerd.” Hij gebaart naar de kamer waar vrouw en kind zich bevinden. „Er wordt plotseling aanspraak gemaakt op jou als mens, en dat heeft niks te maken met artiest zijn.”

Waylon trouwde jong en scheidde weer. Hij zag zijn nu bijna volwassen zoon nauwelijks opgroeien en maakte bovendien een periode van drugsverslaving door. „Ik mag wel zeggen dat ik het een en ander heb gezien en gedaan, maar dit is een nieuw hoofdstuk.”

Human is een bedachtzamer album dan bijvoorbeeld het vorige, The World Can Wait (2018). Nummers als ‘Everything About You’ en ‘Just A Dream’ klinken stoer maar zachtaardig, alsof de vermenselijking in de muziek al plaatshad. Waylon nam het album op in Nashville, met goeddeels plaatselijke muzikanten. De nummers werden live ingespeeld, door band en zanger samen.

„Live ontstaan er allerlei nieuwe dingen. Dan speelt iemand een gitaarpatroontje dat ik zo mooi vind dat ik meteen mijn zang aanpas om hem meer ruimte te geven. Het zet je op scherp.”

Hoe vaak deden ze een nummer over voordat het goed was? „Soms één keer, soms vijf, maar nooit vaker. Ik heb een spanningsboog van hooguit vijf pogingen, daarna word ik serieus opgefokt.”

Thuis zijn

De improvisaties in zijn zangpartijen ontstonden ter plekke, zegt hij. „Op zo’n moment is alles ‘paniek’. Maar dat geldt ook voor die gast op gitaar, die is ook in paniek. Want iedereen begint te spelen en je móét iets. Het is alsof er een vis of een stuk vlees op tafel ligt dat gemarineerd moet worden. We willen allemaal iets toevoegen om het lekker te maken. Maar iemand kan het ook verpesten, en jij wilt niet die persoon zijn.”

Op het nieuwe album klinkt zijn stem anders dan vroeger, minder grauwend. „Als je jong bent ben je onzeker, en overschreeuw je jezelf. Als je ouder wordt, komt er meer ruimte om het leven zelf toe te laten. Ik ben dertig jaar bezig geweest met maar één ding, en dat was muziek. En ondertussen wenste ik me ooit een mooi huis, met een grote tuin en een auto voor de deur.” Hij gebaart naar buiten, naar zijn tuin en zijn auto. „Nu heb ik het allemaal en ik vind het fijn, maar het mag van mij ook allemaal weer weg. Want ik weet dat het daar niet om gaat. Ik wil gewoon een dag thuis zijn, om te genieten van mijn kind en van mijn vrouw. Ik wil dezelfde dingen die iedereen doet.”

Heeft die manier van leven zijn weerslag op zijn manier van zingen? „Ja, want je stem is onderdeel van je karakter. Dat hoor je aan de zang op de nieuwe plaat. Die is minder heavy. Dat het anders was, hoorde ik zelf meteen. Er is een ringetje bijgekomen in de boom.”