De Nederlandse natuur staat er slecht voor

Habitatrichtlijn Slechts 6 van de 52 beschermde ecosystemen in Nederland zijn er gunstig aan toe. Te veel stikstof is een van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van natuur.

Het allerkleinste Natura 2000-gebied van Nederland, de abdij Lilbosch in Pey-Echt, waar 500 vleermuizen op zolder leven.
Het allerkleinste Natura 2000-gebied van Nederland, de abdij Lilbosch in Pey-Echt, waar 500 vleermuizen op zolder leven. Foto Chris Keulen

Het gaat aanhoudend slecht met de natuur in Nederland. Slechts in 6 van de 52 beschermde ecosystemen is de kwaliteit van de natuur goed, zo blijkt uit recente cijfers over de periode 2013-2018. De voorlopige cijfers staan in een rapportage van Nederland aan de Europese Commissie, over de implementatie van de Habitatrichtlijn in Nederland.

Naast de 6 ‘habitattypen’ met een goede kwaliteit zijn er 6 ecosystemen die er „zeer ongunstig” aan toe zijn. Van die 6 zijn er 3 met ook nog eens een dalende trend in kwaliteit: ‘estuaria’ (riviermonding met zoet en zout water), ‘zeer zwak gebufferde vennen’ en ‘stroomdalgraslanden’. Een ander habitattype dat er zeer slecht aan toe is, ‘actieve hoogvenen’, vertoont eveneens geen vooruitgang.

„Elke Europese lidstaat is verplicht te zorgen dat er geen verslechtering optreedt van de kwaliteit van een habitattype in een Natura 2000-gebied, hoe slecht de kwaliteit ook al is”, zegt Anne Schmidt, ecoloog bij Wageningen University en rapporteur van de cijfers aan minister Carola Schouten (Natuur, ChristenUnie).

Lees ook deze reportage over de abdij: De abdij en vleermuizen storen elkaar niet

Het beste gaat het in Nederland met de habitats ‘embryonale duinen’, ‘witte duinen’ en ‘duindoornstruwelen’. Die zijn niet alleen in een goede staat, maar gaan ook in kwaliteit vooruit. Dat geldt eveneens voor ‘slikkige rivoeroevers’.

De toestand van de natuur is cruciaal voor het stikstofdebat in Nederland. Te veel stikstof is een van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van de natuurgebieden. Het leidt tot een verarming van de soortenrijkdom en hindert het herstel. Er komt in Nederland jaarlijks gemiddeld ongeveer 1.600 mol stikstof per hectare in de grond terecht.

„Regionaal komen grote verschillen voor in de stikstofdepositie. In de Gelderse Vallei en de Peel komen deposities voor van circa 4.000 mol stikstof per hectare per jaar. Dat komt door de hoge lokale ammoniakuitstoot van de intensieve veehouderij”, aldus een onderzoek van Wageningen Universiteit vorige maand.

Voor de meeste habitattypen ligt de grens voor de natuur, de zogenoemde kritische depositiewaarde, volgens de onderzoekers tussen de 700 en 1.500 mol. Vooral de natuur in Gelderland, Noord-Brabant, Drenthe, Overijssel, Utrecht en Limburg moet het ontgelden. Om de natuur niet langer overmatig te belasten is volgens dit onderzoek een halvering van de emissies in alle sectoren vereist. Daarbij lijken maatregelen in de landbouw onvermijdelijk: volgens het RIVM was vorig jaar 46 procent van alle stikstof in natuurgebieden afkomstig van de landbouw.

Foto Chris Keulen
Foto Chris Keulen
De varkens van de monniken trekken insecten aan.
Foto’s Chris Keulen

Overigens is de achteruitgang van de natuur niet alleen te wijten aan stikstof. „Ook verdroging is een belangrijke oorzaak”, stelt ecoloog Anne Schmidt. De bodem verdroogt in natuurgebieden al decennia lang, vooral als gevolg van ontwatering door landbouw. Andere oorzaken: invasieve plant- en diersoorten en het ontbreken van „natuurlijke, dynamische processen”.

Een vergelijking met Europese lidstaten is met de nieuwe cijfers nog niet mogelijk. In de vorige periode 2007-2012, scoorde Nederland het slechtst bij de kwaliteit van de habitattypen. Vermoedelijk is die positie niet veel verbeterd. „Nederland is er slecht aan toe”, zegt onderzoeker Anne Schmidt. Wel betwijfelt zij of andere landen even grondig de cijfers over de natuurkwaliteit verzamelen en rapporteren. „Enige scepsis is op haar plaats. Wij rapporteren heel gedegen. Ik weet niet of iedereen het zo netjes doet als wij.”