Recensie

Recensie Beeldende kunst

Schitterend drama en reden tot hoop in de Rijksakademie

Tentoonstelling Bij de jaarlijkse open dagen van de Amsterdamse Rijksakademie tonen de deelnemers hoe ze zich allang niet meer tot één medium beperken. De kunst blijkt er bovendien springlevend.

Mette Sterre in haar ‘lichaamsmasker’, een performance die dit jaar te zien is bij de Open Studios in de Rijksakademie in Amsterdam. Foto Dieuwertje Bravenboer
Mette Sterre in haar ‘lichaamsmasker’, een performance die dit jaar te zien is bij de Open Studios in de Rijksakademie in Amsterdam. Foto Dieuwertje Bravenboer

Om één van de meest ontroerende momenten mee te maken in de golfslag van beelden, geluiden, bewegingen en ontmoetingen die de jaarlijkse open dagen van de Amsterdamse Rijksakademie zijn, hoeft u eigenlijk alleen maar stil af te wachten in het tot een soort magische grot omgebouwde atelier van de Nederlandse performance-kunstenaar Mette Sterre (1983). Daar, in atelier nr. 10 van de voormalige stallen van het gebouw, ontvouwt zich achter glas een schitterend drama.

Sterre, die een prestigieuze Londense kunstacademie volgde voordat ze dit jaar naar de Rijksakademie kwam, is ook buiten Nederland bekend vanwege de performances waarin ze zich hult in bijna alles bedekkende, sculpturale kostuums. ‘Lichaamsmaskers’ noemt ze die. Het kostuum waarin ze nu voor haar performance op kleine hoefjes door de gangen van de Rijks schuifelt, lijkt net zoveel leven te bezitten als de draagster zelf. Dat kostuum is zowel hindernis als hulpmiddel. Een heleboel extra huiveringwekkende kriebelvingers steken uit de stof. De mouwen zijn extreem lang en het gezicht van de kunstenaar is ingeklemd tussen twee bijna niet van echt te onderscheiden kunsthanden die zich als tentakels van een inktvis schuin boven de oren hebben gehecht. Het hoofd van de kunstenaar verandert daarmee in een hoofd dat lijkt op dat van een huilende madonna, met het wanhoopsgebaar dat je maakt als je het allemaal niet meer weet. En bedenk: dit gebaar is continu gestold in de actie.

De kostuums en performances van Mette Sterre geven je als kijker een ongemakkelijk gevoel: is dit hybride gevaarte dat zo verbeten voort scharrelt een mens of een androïde? Kun je het in de ogen kijken en kijkt het dan terug? Is dit wezen horror of betreft het hier juist een sprookjesfiguur? De antwoorden op die vragen kun je zien in de post-akte, in de omkleedruimte van het atelier, waar het echte, niet door spoilers verklapte wonder plaatsvindt.

Lees ook het interview met de nieuwe directeur van de Rijksakademie, Emily Pethick

Sterre is één van de 46 kunstenaars die dit jaar resideren op de Rijksakademie, nog steeds hét meest prestigieuze onderwijsinstituut voor beeldende kunst in Nederland. De helft van de deelnemers komt uit het buitenland, maar ongeacht de afkomst: een verblijf hier betekent voor velen de sprong naar een internationale carrière.

Een kunstwerk van Catalina González, te zien tijdens de Open Studios in de Rijksakademie in Amsterdam.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Trouw in het atelier genesteld

Op de editie van dit jaar hebben de meeste kunstenaars zich trouw in hun atelier genesteld. Sommigen, zoals de Mexicaanse, ‘dekoloniale’ verhalenverteller Aldo Esparza Ramos of de super getalenteerde filmmaakster Shen Xin (uit China), hebben hun werkruimte omgebouwd tot schitterende museale presentatieplekken. Anderen laten juist het atelier een atelier zijn: een plek vol fragiliteit waar experimenten plaats mogen vinden – en ja, soms mislukken die.

Opvallend aan de editie van dit jaar is de apocalyptische inslag van veel kunstenaars en de multi-disciplinariteit: veel kunstenaars beperken zich allang niet meer tot één medium, maar schilderen én beeldhouwen én maken films én doen performances. Soms leidt dat tot een soort houtje-touwtje-kunst, zonder duidelijke focus of vakbekwaamheid. Een kunstenaar als de Ierse Eoghan Ryan echter, toont dat hij in alle media goed werk kan maken – van een krankzinnige Duitse Heimatfilm tussen de strobalen tot een performance waarin de mens misschien wel koe wordt.

Emily Pethick, sinds vorig jaar directeur van de Rijksakademie, benadrukte tijdens de opening van de open dagen dat de academie zich al sterk aan het optuigen is voor het grote, honderdvijftigjarige jubileum volgend jaar. De vragen die in een uitgebreid jaarprogramma met lezingen, samenwerkingsverbanden, buitenschoolse residenties en nog veel meer aan de orde zullen komen, zijn: hoe zag de kunst eruit de afgelopen anderhalve eeuw, ‘hoe activeren we die?’, en ook: hoe gaan we de toekomst tegemoet? Want de prangende vragen van nu – over bijvoorbeeld inclusiviteit of de waarde van de officiële canon – hebben hun weerslag daar, ver vooruit. De kunst van nu, zo laat deze editie van de open studio’s zien, geeft reden tot optimisme. De kunst is er springlevend, boordevol beloften en totaal anti-hiërarchisch.