De krant kan zich soms aardig verkijken op de actualiteit – en dan biedt de literatuur uitkomst. Toen Benito Mussolini in 1919 in Milaan zijn fascistische beweging oprichtte, vond de lokale Corriere della Sera dat nauwelijks het vermelden waard. De liberale krant wijdde er een bericht aan van enkele regels, evenveel als aan een diefstal van vierenzestig kisten zeep.
Ruim drie jaar later was Mussolini premier van Italië, en nog eens drie jaar later had hij zich opgewerkt tot dictator van het eerste totalitaire regime in West-Europa. Journalisten stonden nu voor hem in de rij, hopend op een kort interview met de Duce die binnen en buiten Italië werd aanbeden en gevreesd als de man van de toekomst. Charismatisch en onberekenbaar, tactvol en doortrapt: Mussolini had een geheel eigen stijl die tot verbazing van tijdgenoten en latere historici de massa’s op ongekende wijze in vervoering bracht. Wat was zijn geheim?
De Italiaanse schrijver Antonio Scurati grijpt het korte krantenbericht uit 1919 dankbaar aan om het mysterie van Mussolini’s opmars van binnenuit te analyseren. M. De zoon van de eeuw is een monumentale roman annex historisch verslag van de manier waarop Mussolini vriend en vijand verblufte met zijn succesvolle greep naar de macht, als profeet en profiteur van de massapolitiek van de twintigste eeuw. Scurati duikt in de kop van zijn hoofdrolspeler, volgt hem bij zijn kroegbezoek en seksuele escapades, rijdt met hem mee in snelle auto’s door de straten van Milaan, en kijkt mee over zijn schouder als hij zijn volgelingen opzweept op partijbijeenkomsten en in het Italiaanse parlement. Daarnaast voert Scurati een bonte stoet van tijdgenoten op, van fascistische rouwdouwers en belegen beroepspolitici tot Mussolini’s socialistische tegenstrevers, om met een breed palet te beschrijven hoe het fascisme in Italië tot wasdom kwam en één markant individu de bestaande orde wist te ontmantelen.
Waargebeurd
‘Feiten en personages in deze documentaire roman zijn niet aan de fantasie van de auteur ontsproten’, vermeldt Scurati met zichtbaar genoegen. Iedere episode die hij beschrijft, elke dialoog, elk telefoongesprek en iedere vechtpartij is gedocumenteerd in historische bronnen. Het resultaat is een lange serie chronologische vignetten waarin Scurati soepel schakelt van inkijkjes in het leven van Mussolini naar feitelijke opsommingen van politieke gebeurtenissen. Hij wisselt die af met korte passages historisch bronnenmateriaal, levendige snapshots uit het verleden die de roman een haast wetenschappelijke onderbouwing verlenen. Scurati combineert kundig literaire verbeeldingskracht met historische reportage, hij varieert tussen een alwetende verteller die afstandelijk commentaar geeft en intieme ensceneringen die de lezer deelgenoot maken van de geschiedenis.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/11/data51834131-1f5c04.jpg|//images.nrc.nl/gKS7LmSA3VaW_kGwccQjuZahrIA=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/11/data51834131-1f5c04.jpg)
Foto: Hollandse Hoogte, bewerking NRC
Die hybride verteltrant, op het grensgebied van fictie en non-fictie, doet de verhaallijn soms rammelen, maar Scurati houdt de vaart erin door feit en verbeelding naadloos in elkaar te laten overgaan, ruim 800 pagina’s lang. Hij heeft scherp ingezien dat hij in wezen niets hoeft te verzinnen en toe te voegen aan het verleden omdat zijn personages zelf garant staan voor dramatiek. Dat geldt voor Mussolini, wanneer die à la Poetin rondparadeert met ontbloot bovenlijf, maar evenzeer voor Mussolini’s grote voorbeeld en concurrent Gabriele D’Annunzio, de briljante dandy-demagoog bij wie hedendaagse volksmenners met literaire pretenties heel bleekjes afsteken. Vertaler Jan van der Haar, die zich al eerder boog over het werk van D’Annunzio, is duidelijk in zijn element als Mussolini en D’Annunzio met elkaar de strijd aangaan om de Italiaanse volksgunst te winnen na het bloedbad van de Eerste Wereldoorlog.
De psychologische implicaties van dat bloedbad worden prachtig verbeeld in het lot van Margherita Sarfatti, een Joodse vrouw en kunstmecenas die haar zoon Roberto verloor tijdens de oorlog en nu fysiek en vol overgave haar toevlucht zoekt tot het fascisme – als Mussolini’s minnares. ‘Door zich aan Mussolini te wijden houdt zij het licht op Roberto’s graf brandende’, schrijft Scurati. ‘Alleen het fascisme kan de dood van je zoon betekenis geven.’ Waar de liberale elite en de socialistische oppositie proberen de oorlog zo snel mogelijk achter zich te laten, weet Mussolini in te spelen op de pijn bij het thuisfront en de frustraties uit de loopgraven door te appelleren aan een groter verband van volk en vaderland.
Knokploegen
De machtsgreep die zich ontvouwt, ‘het grootse schouwspel van het uiteenvallen van een staat’, leest als de kroniek van een aangekondigde dood. Italië belandt op de rand van een burgeroorlog als fascistische knokploegen moordend en brandstichtend door de Povlakte trekken en een spoor van vernieling achterlaten onder socialistische boeren en stadsbestuurders. Scurati is op zijn best als hij de zwarthemden volgt in hun geweldsorgie en de angst en machteloosheid beschrijft van hun slachtoffers. Hij laat treffend zien hoe Mussolini de situatie naar zijn hand weet te zetten door zich op het schild te hijsen als de enige die het fascistisch geweld kan beteugelen. Zo groeit hij uit tot een respectabel alternatief voor de door hemzelf ontketende chaos, terwijl hij altijd kan blijven dreigen met het geweld van zijn volgelingen om zijn tegenstanders in het gareel te houden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/02/data25134528-0777ad.jpg)
Het massale geweld geeft voeding aan Mussolini’s opmars én aan de roman. ‘Zelfs de Goddelijke komedie, het grootste dichtwerk in de Italiaanse taal, was het poëem van onze eeuwige burgeroorlog’, laat Scurati Mussolini zeggen. ‘Als de Welfen en de Ghibellijnen elkaar niet een eeuw lang hadden afgemaakt, zou Dante niet de inspiratie hebben gehad om het te schrijven.’ Met Mussolini als spreekbuis laat Scurati zo doorschemeren dat hij een Dante wil zijn van het moderne Italië, dat nog altijd niet is ontsnapt aan de lange schaduw van de Duce. Niet voor niets won Scurati dit jaar de Premio Strega, de belangrijkste literaire prijs van het land, en domineerde M. De zoon van de eeuw maandenlang de bestsellerlijsten, juist in de periode dat Matteo Salvini, de leider van de radicaalrechtse Lega, steeds verder steeg in de peilingen. Met zijn combinatie van geschiedschrijving en literaire verbeelding houdt Scurati zijn lezers nadrukkelijk een historische spiegel voor, zonder daarbij af te doen aan de complexiteit van het verleden.
Macht verkrijg je niet door simpelweg fake news te verspreiden, wist Mussolini, maar door zoveel theater te maken dat de grens tussen fictie en realiteit vervaagt.
Die complexiteit vergt wel het uiterste van de lezer, aangezien Scurati niet nalaat eindeloze rijen historische personages op te voeren (waarvan een groot deel de revue passeert in een verklarende namenlijst). De lezer dreigt te worden lamgeslagen door de overdaad, maar dat lijkt een heel bewuste keuze van Scurati te zijn geweest: wie zijn boek leest, ervaart in wezen hetzelfde als de tijdgenoten die door Mussolini een rad voor de ogen werd gedraaid en het zicht op de realiteit verloren. Zoals Mussolini zegt, in Scurati’s woorden: ‘Het gaat in elk geval om fanfare, kabaal, liederen, spatten bloed, het gaat om een veinzen dat om echt geloofd te worden een overdaad aan realiteit vergt.’ Macht verkrijg je niet door simpelweg fake news te verspreiden, wist Mussolini, maar door zoveel theater te maken dat de grens tussen fictie en realiteit vervaagt en ‘doen alsof’ genoeg wordt om de macht te grijpen. Met de Mars op Rome, de schijn-staatsgreep van 1922, bracht Mussolini dat credo in werking, en Scurati spiegelt Mussolini’s optreden in de literatuur: door zijn roman te voorzien van een overdaad aan historische gegevens wordt fictie geloofwaardiger dan non-fictie. ‘De woorden zegevieren over de realiteit en houden die in bedwang’, aldus Mussolini aan de vooravond van de Mars.
Kat-en-muisspel
Het kat-en-muisspel dat Mussolini speelt, komt twee jaar later tot een climax met de politieke moord op de socialistische oppositieleider Giacomo Matteotti, een sleutelmoment in de geschiedenis en de roman, waarna Mussolini bijna de regie verliest en dreigt te worden gewipt als premier. Maar de ‘politieke zigeuner’ weet weer met bluf en branie het tij te keren. De oppositie raakt overmand door twijfel en slaagt er maar niet in een vuist te maken tegen het fascisme, in de samenleving regeert de angst en de behoefte aan een sterke leider na jarenlange maatschappelijke chaos en politieke onzekerheid. Mussolini is ‘de held van de vermoeidheid’ die het volk laat dromen van nationale grandeur en aan verkapte dreigementen genoeg heeft om zijn tegenstanders in slaap te sussen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/04/bank.jpg)
Maar is daarmee het mysterie Mussolini afdoende verklaard? Scurati kiest ervoor om de nadruk te leggen op het karakter en optreden van Mussolini zelf als de motor achter het fascisme. Hij laat je daarbij getuige zijn van Mussolini’s onnavolgbare machtsmachinaties en neemt je op in zijn kliek – maar de fascistische achterban, de honderdduizenden burgers die lid werden van de partij en vol bewondering hun Duce toejuichten, blijven grotendeels buiten beeld. Scurati noemt wel de ‘kleinburgerlijke haters’ die ‘in een tweekamerappartementje aan de rand van de stad’ de basis vormden van de fascistische revolutie, alle ‘brave lieden in paniek [...] die in het diepst van hun vezels het tomeloze verlangen voelen om zich te onderwerpen aan een sterke man en tegelijkertijd om te heersen over de weerloze ander’. Toch komen die dragers van het fascisme nauwelijks aan bod. Dat is des te opmerkelijker omdat recent historisch onderzoek juist uitgebreid heeft geput uit rijke historisch-literaire bronnen, zoals dagboeken, om te laten zien hoe Italiaanse burgers dachten over Mussolini, hoe de publieke opinie hem op het schild hees en hoe de ‘mythe’ Mussolini van onderop werd gevoed en niet alleen van bovenaf door Mussolini zelf werd gecreëerd.
Scurati’s indringende portret van Mussolini houdt die mythe grotendeels in stand en blaast hem zelfs nieuw leven in, door zo dicht op Mussolini’s huid te kruipen dat de samenleving uit zicht raakt. Mussolini rijst op uit de roman als het ongrijpbare genie M, een man van de voorzienigheid die, hoe kwaadaardig en opportunistisch ook, de geschiedenis naar zijn hand zet terwijl het volk ademloos toekijkt. Het is een onbedoelde echo van Mussolini’s eigen propaganda. M. De zoon van de eeuw biedt een weergaloze confrontatie met het masker dat Mussolini opzette – maar voor een demasqué van het fascisme is meer vereist.