Stikstof en ‘Hawija’ dwingen Rutte nu het podium op

De week van Rutte De premier die liever geen problemen van zijn ministers oplost, kan er niet meer omheen: het draait nu om hém.

Premier Mark Rutte in gesprek met boeren tijdens een stikstofbijeenkomst van de VVD in Vinkenbuurt.
Premier Mark Rutte in gesprek met boeren tijdens een stikstofbijeenkomst van de VVD in Vinkenbuurt. Foto ANP / VINCENT JANNINK

Met zijn allen staan ze om premier Mark Rutte heen: zo’n vierhonderd boeren, woensdagavond in de stal van melkveehouder Arno van Spijker in Vinkenbuurt, Overijssel. Er is koffie en thee, op tafels staan borden met stukjes kaas, straks zijn er gehaktballen en flesjes bier.

Maar gezellig is het helemaal niet. Een jongen van een jaar of dertien – achterover gekamd blond haar, zwart jasje – zegt in de microfoon: „Ik was op het Malieveld en ik heb Wilders gezien, en Baudet. Waar was u?”

Er wordt gejoeld, geklapt.

Rutte zegt dat hij het nooit doet: naar demonstraties gaan. Dat zijn voorgangers dat ook nooit deden. „Ik laat dat altijd aan de vakministers.”

Lees ook: Bijlevelds probleem is nu ook Ruttes probleem

De jongen wijst onbedoeld op een karakteristieke eigenschap van Mark Rutte. Wie hem goed kent, weet: hij wil dat ministers hun eigen problemen oplossen, dat ze zelf praten met wie boos is. Dat híj als minister-president op de voorgrond zou moeten staan als de onrust te groot wordt? Onzin, vindt Rutte.

Maar nu staat hij in een stal met boze boeren. Een van hen komt dicht bij hem staan en schreeuwt dat „de regering moet stoppen met liegen”. Rutte doet geen stap achteruit.

Hij zegt dat de stikstofcrisis „de lastigste klus” is uit zijn negen jaar premierschap. Dat hij „nachtmerries” heeft over bouwbedrijven die kunnen omvallen. Hij zegt ook een paar keer dat iedereen die boer wil blijven, dat ook kan blijven. En wat luider: „Wij zijn de grootste partij in deze sector, niet het CDA, en dat gaat verdomme niet veranderen.”

Als iemand vraagt waarom zíj, de boeren, het hardst worden getroffen, zegt Rutte: „Ik ga hier geen lulverhaal vertellen, dat we niks van jullie vragen. Maar jullie zijn niet het probleem, jullie zijn een deel van de oplossing.”

Gedwongen zichtbaarheid

Deze week werd Rutte twee keer gedwongen om zichtbaar te zijn, en twee keer met zichtbare tegenzin. Bij de stikstofcrisis – waarvoor de oplossing deze week nog niet werd gevonden. Naar verwachting komt die begin volgende week. Ondertussen groeit de onrust over de stikstofplannen. De Telegraaf begon ruim een week geleden over het gebrek aan „regie”: „Waar is Rutte?!

De premier werd ook ineens héél zichtbaar in de nasleep van het debat over de zeventig doden bij een Nederlands bombardement in Hawija, Irak, in 2015. Dat kwam door Ank Bijleveld (CDA), de minister van Defensie. De Tweede Kamer, oppositie en coalitiepartijen D66 en ChristenUnie, maakten het haar dinsdag moeilijk. Zij verdedigde zich in de Tweede Kamer met een vlucht naar voren: ze zei dat het „aannemelijk” was dat niet alleen Defensie, maar ook Ruttes ministerie van Algemene Zaken al in juni 2015 wist van de Nederlandse betrokkenheid bij de aanval. Dus niet alleen Bijlevelds voorganger Jeanine Hennis, Rutte zelf kende die gevoelige informatie óók.

‘Ik heb op het Malieveld Wilders en Baudet gezien. Waar was u?’

De dag na dat debat verscheen de premier voor de camera van RTL Nieuws. Ongemakkelijk zei Rutte: „Er staat mij helemaal niets van bij.” Misschien was Algemene Zaken „op ambtelijk niveau” bijgepraat. Bekenden van Rutte zagen hoe geagiteerd hij was over de „duidelijke streek” door Bijleveld.

De premier die vindt dat ministers zélf verantwoordelijk zijn voor hun moeilijke dossiers, was in het nauw gedreven door Bijlevelds poging om haar politieke leven te redden. Nu draait het om hém. Op Algemene Zaken wordt heel precies uitgezocht wie wat wist over die aanval, en wanneer.

Rutte, de anti-Lubbers

Als premier is Mark Rutte het spiegelbeeld van Ruud Lubbers, de CDA’er die premier was tussen 1982 en 1994. Lubbers maakte er een gewoonte van zich met alle dossiers van zijn vakministers te bemoeien. („Zal ik even met je meedenken?”) Hij trok gevoelige én onbelangrijke thema’s naar zich toe, wilde alles weten.

Rutte geeft de ministers en staatssecretarissen van zijn derde kabinet veel vrijheid. Hij organiseert werkgroepjes waarin bewindspersonen moeten samenwerken aan oplossingen. Als een minister langskomt in het Torentje omdat er een probleem met een andere minister is, pakt Rutte zijn telefoon en belt die andere minister op. En geeft de telefoon aan de minister die bij hem zit: los het maar op.

Zo ging het ook in het stikstofdossier. Sinds de Raad van State in mei de stikstofregels verbood, zijn nieuwbouwprojecten stil komen te liggen en vrezen boeren voor hun toekomst. Daarbij kwam de ontdekking, in de zomer, van grote hoeveelheden giftige stoffen in de grond (PFAS), waardoor de handel in grond grotendeels moest worden stilgelegd. Ook dat heeft grote gevolgen voor de bouw.

Rutte had een ministeriële werkgroep aan het werk gezet om met oplossingen te komen, de Ministeriële Commissie Stikstof en PFAS. Daar zitten de vicepremiers in, en dus ook Carola Schouten van Landbouw (ChristenUnie). En Eric Wiebes (Economische Zaken, VVD), Cora Van Nieuwenhuizen (Verkeer, VVD), Stientje van Veldhoven (tijdelijk minister voor Milieu en Wonen, D66).

Die strategie heeft als voordeel dat Rutte zich niet op detailniveau met stikstof hoeft te bemoeien – een dossier dat hem volgens sommigen niet ligt. Maar, zegt een betrokkene, alle grote politieke crises zijn de laatste jaren zo begonnen: vakministers laten een probleem uit de hand lopen, waarna de premier zich „op het podium laat trekken” en de boel alsnog moet oplossen.

Lees ook: Hoe het witteboordenactivisme Den Haag op nieuwe wijze onder druk zet

‘Ze is zelf een boerin’

Rutte weet dat hij de stikstof nu niet meer kan loslaten, volgens een betrokkene ook omdat hij er niet meer helemaal op vertrouwt dat Carola Schouten, ‘coördinerend’ minister in de stikstofcrisis, er zonder hem uitkomt. Rutte doet voluit mee. Op zijn wekelijkse persconferentie op vrijdagmiddag vertelde hij over zijn bezoek aan een bouwproject, over de boerderij in Overijssel, hij noemde zijn besprekingen met ministers. Hij zei ook dat de bouwers dinsdag bij hem langskomen op het Catshuis, en woensdag de boeren.

In de stal van Arno van Spijker in Vinkenbuurt klinken boze kreten als de naam van Carola Schouten valt. Rutte neemt het fel voor haar op. „Jullie doen haar onrecht”, zegt hij. „Die vrouw deugt van a tot z. Ze is zelf een boerin. Ik vertrouw haar volledig.”

En naar het Malieveld, zegt hij tegen de jongen in het zwarte jasje, zal hij de volgende keer zéker komen. Beloofd. „Maar alleen als ze me erbij willen hebben. Anders ga ik niet.”