Als kind zette Theo Verbey eens een wiskundeboek op de piano en begon eruit te spelen. Achteraf heeft het tafereel een symbolische lading, want de correspondentie tussen klank en getal zou hem blijven fascineren. Verbeys muziek gehoorzaamt aan strenge mathematische principes – al vond hij dat je dat niet moest kunnen horen.
Die piano moest hij wel veroveren, vertelt zijn twee jaar oudere broer Nico Verbeij (alleen Theo schreef de familienaam met een i-grec). Omdat twee oudere broers al pianoles hadden, koos Theo voor trompet. Toch leerde hij zichzelf pianospelen. Hij kreeg zelfs voor elkaar dat de piano in zijn kelderkamertje geplaatst werd.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51588841-96553a.jpg|https://images.nrc.nl/lXhmOFD59cV2ypXRbTd2lC42YJI=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51588841-96553a.jpg|https://images.nrc.nl/n9jiSYeQ89zqoz3NBYdM8d-3_WE=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51588841-96553a.jpg)
Theo Verbey met echtgenote Eileen Stevens in 2008.
Foto privéarchief
In de Nederlandse muziekscene nam componist Theo Verbey een unieke plaats in. Hij paarde een ongeëvenaarde technische beheersing aan welluidende toegankelijkheid. Een „meester van de vorm”, zegt zijn uitgever Bèr Deuss. Het Parool noemde hem „een van de begaafdste componisten van zijn generatie”. Verbey was al enige tijd ziek, maar zijn dood, op 13 oktober, drie dagen na de Nederlandse première van zijn orkestwerk After the Great War , kwam als een schok. Een maand eerder voltooide Verbey zijn laatste werk, Ariadne, dat in januari 2020 zal worden uitgevoerd door het Koninklijk Concertgebouworkest.
Theo Verbey (Delft, 1959) was de middelste van zeven kinderen, hij had twee zussen en vier broers. „Een groot katholiek gezin in de jaren vijftig en zestig”, zegt Nico Verbeij. Vader gaf les op de LTS, moeder was er voor haar gezin. Theo nam een plek in „aan de buitenkant”, zegt broer Nico. „Hij trok zijn eigen plan en nam zelden vriendjes mee naar huis. Een denker. Hij was altijd met muziek bezig. Muziek hoorde erbij in het gezin, maar het was niet vanzelfsprekend dat je daar je beroep van maakte.”
Toch ging Theo naar het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, eerst met trompet, later met compositie en theorie als hoofdvak. Zijn uitzonderlijke begaafdheid als instrumentator viel op. De orkestratie die hij als student maakte van Alban Bergs Pianosonate, opus 1 trok de aandacht van Riccardo Chailly, destijds chef-dirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest. Chailly’s uitvoering betekende Verbeys doorbraak. Nog altijd wordt het stuk wereldwijd veel gespeeld.
Verbeys orkestratie van Alban Bergs Pianosonate.
In 2003 leerde Verbey de Amerikaanse Eileen Stevens kennen, die toen violiste was in Het Balletorkest en inmiddels vertaalster. „Eigenlijk is het vreemd dat we elkaar niet eerder zijn tegengekomen, we bewogen ons in dezelfde kringen. Maar het was liefde op het eerste gezicht”, zegt Eileen. Een jaar later trok ze bij hem in. In 2008 zijn ze getrouwd.
In de beginperiode van hun relatie gaf Verbey haar eens een post-it met een melodie, met de vraag of het ‘speelbaar’ was. Het waren de openingsmaten van zijn veelgeroemde Fractal Symphony, waaraan hij toen werkte. „Zo’n vraag was niets voor Theo, want hij wist precies wat er mogelijk was op een instrument. Later begreep ik dat het een manier was om mij erbij te betrekken”, zegt Eileen. Noten op een post-it als verkapte liefdesbrief. Het ingelijste briefje hangt sindsdien op haar werkkamer.
Verbeys Fractal symphony, waarvan hij de openingsmelodie op een post-it aan Eileen gaf.
„De muziek heeft hem veel gegeven, maar ook veel gekost”, zegt Nico Verbeij. „Hij kon zijn vak steeds minder goed relativeren en viel ten prooi aan twijfels of zijn muziek wel goed genoeg was. We hebben daar veel over gesproken het laatste jaar. Hij overwoog zelfs te stoppen met lesgeven. Dat geeft me een ambivalent gevoel, als ik hoor welke superlatieven er over mijn broer worden uitgestort. Ik ben trots, maar ik ken ook de andere kant.”
Respectvol, wat afstandelijk, precies: dat was Verbey volgens Bèr Deuss, sinds 1990 zijn uitgever. „Wat Theo zich voornam, lukte altijd”, zegt Deuss. „Ik treur om de noten die er niet meer gaan komen, maar ik ben dankbaar voor alle noten die hij achterliet.”
Een harde werker, met sterke principes, beleefd en bovenal lief, karakteriseert Eileen Stevens haar man. Over zijn componeren sprak hij weinig, zelfs met haar. Maar ze benadrukt dat hij wel degelijk kon genieten van andere dingen dan muziek: „We aten altijd samen. Hij kon heel goed ontspannen. Hij heeft mij leren vakantievieren – daar zijn we in de Verenigde Staten niet zo goed in. We fietsten veel, bezochten musea.”
Afgelopen zomer nog hebben ze „een heerlijke week” gefietst in Twente; ze bleven in eigen land omdat hij al ziek was. Verbey was net zestig geworden en ze spraken uitgebreid over de toekomst, hij fantaseerde over een huis buiten Amsterdam.
Elf jaar geleden werd Verbey lid van een leesclub. Het was de tijd van de financiële crisis en hij wilde begrijpen wat er gaande was in de wereld. Elke maand bespraken ze een boek, en geen lichte kost: filosofie, cultuurkritiek, economie. De leesclub groeide uit tot een hechte vriendengroep: „Samen met Theo’s familie hebben zij de kist gedragen”, zegt Eileen.