Breed lachend poseren de Nederlandse ambassadeur in Singapore en een Nederlandse manager tussen twee oranje leeuwen die een openingsdans verzorgen. De vloer ligt vol glimmende confetti. Het is 22 maart 2018 en het nieuwe bedrijf Dtec Industries heeft net z’n deuren geopend op de 38ste verdieping van het Hong Leong-gebouw in Singapore. Dtec Industries gaat bedrijven helpen met hun ‘offset-verplichtingen’ – het ondoorzichtige fenomeen van wederdiensten bij militaire deals en overheidscontracten. „Als de avond een indicatie is van de toekomst van Dtec Industries, dan ziet die er veelbelovend uit!”, meldt de website trots.
Aan niets is te zien dat Dtec Industries een constructie is van de Nederlandse scheepsbouwer Damen Shipyards, opgetuigd in de bestuurskamers in Gorinchem. Aan de website niet, aan het Singaporese adres niet, en evenmin aan de bedrijfsstructuur – die via een bv, cv en stichting naar een Amsterdams trustkantoor leidt.
Toch moet via Dtec een heel corruptiegevoelig deel van de handel van Damen Shipyards gaan lopen: de tegenprestaties die horen bij ‘grijze contracten’, de militaire deals met buitenlandse mogendheden die fregatten, korvetten en patrouilleschepen van Damen kopen.
De opzet van het bedrijf leidt in de top van Damen tot grote conflicten, blijkt uit gesprekken die NRC voerde met betrokkenen. De financieel directeur, binnengehaald om alle Damen-onderdelen onder één strakke bedrijfsvoering te brengen, heeft grote zorgen over het construct. Hij stapte begin dit jaar op.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/11/data51551431-df5602.jpg)
Dagvergoedingen
Het is de zomer van 2017 en de top van Damen moet zich over een lastige kwestie buigen. Op de Damen-werf in Vlissingen bestaat de traditie om bezoekers uit Indonesië een dagvergoeding te geven. De Indonesiërs, die de bouw van hun fregatten komen inspecteren, zijn gesteld op de cash presentjes. Zo gaat dat ook op de partnerwerf in Indonesië, waar de boten worden afgebouwd, vertellen betrokkenen uit die regio.
Maar de dagvergoedingen zijn ook omstreden, weten ze op het hoofdkantoor aan de Boven-Merwede bij Gorinchem. Zeker nu er onderhandelingen lopen over nieuwe oorlogsschepen. In het jaarverslag worden de betalingen aan de Indonesiërs dan ook omschreven als een „compliance risk” – een mogelijke overtreding van de regels.
En er ís al zoveel gedoe. Vooral over de beloning van buitenlandse tussenpersonen en wat zij met dat geld doen. Na een affaire met de Wereldbank heeft staatskredietverzekeraar Atradius DSB de scheepsbouwer in 2016 op veertien fouten in polisaanvragen betrapt. Geen typefoutjes, maar gevoeligheden zoals de hoogte van commissies. Damen heeft twee agenten weggestuurd en de dekking van tien contracten is opgezegd. En nog maar een paar maanden eerder, in januari 2017, kwam opsporingsdienst FIOD met veel misbaar de administratie in Gorinchem ophalen, op verdenking van omkoping van buitenlandse ambtenaren. Het bedrijf moet oppassen.
Terwijl de kwestie met de dagvergoedingen wordt afgehandeld, is die zomer achter de schermen weer iets aan de gang wat tot onrust zal leiden. Buiten het zicht van financieel directeur Frank Eggink wordt een bedrijf opgezet dat op papier niet aan Damen is verbonden, maar wel bij Damen hoort. En dat bedrijf gaat gevoelige zaken in het buitenland regelen.
Trustkantoor
Op 11 juli 2017 richt een advocaat van kantoor Clifford Chance bij de notaris een stichting op, stichting GP Dtec. Een trustkantoor in Amsterdam-Zuidoost zal die gaan beheren. In de maanden erna, zo vermelden de aktes uit de Nederlandse en Singaporese Kamers van Koophandel, komen onder de stichting een commanditair vennootschap en twee Singaporese bv’s te hangen, en daaronder weer twee Nederlandse bv’s met een adres in Vlissingen. De bv’s hebben allen Dtec in hun naam. De vier kinderen van oprichter Kommer Damen worden eigenaar, Kommer zelf niet.
Op papier leidt niets naar Damen. Maar het personeel komt wel van Damen. In Singapore gaat manager Pim Schuurman aan de slag die de Vietnamese werf beheerde – een oudgediende die al meer dan een kwart eeuw in Azië schepen voor Damen verkoopt. Naar de Nederlandse Dtec-bedrijven stapt ook Damen-personeel over: een manager die eerst bij wapenfabrikant Thales zat en een oud-militair die tevens voor de VVD in de gemeenteraad van Middelburg zit.
Dtec gaat het fenomeen ‘offset-verplichtingen’ afhandelen. Als overheden defensiematerieel in het buitenland bestellen, of andere grote orders plaatsen, willen ze daar vaak iets voor terug. Tegenorders, of de toezegging dat een deel van de bouw in eigen land wordt gedaan. Damen wil de geldstromen die daarbij horen buiten de boeken van het bedrijf houden. Dat werkt beter, zeker als Dtec ook als dienstverlener voor andere bedrijven aan de slag kan.
Op papier leidt niets naar Damen. Maar het personeel van Dtec komt er wel vandaan
Maar in eerste instantie gaat het om Damen zelf. Via Dtec moeten twee bestellingen gaan lopen, blijkt uit gesprekken en documenten. Eén: de fregatten voor Indonesië, die op de werf in Vlissingen worden gebouwd. Daar zijn er al twee van besteld. Orders voor nummer drie en vier en misschien zelfs vijf en zes, hangen in de lucht. De tweede potentiële klus voor Dtec: een bestelling van vier patrouilleschepen voor de krijgsmacht van de Verenigde Arabische Emiraten.
In het najaar van 2017 vult Damen de papieren in voor een exportkredietverzekering bij Atradius DSB voor die patrouilleschepen. Daarop is goed te zien hoe Dtec functioneert. Niet langer is Damen de contracterende partij, maar Dtec. Damen wordt opgevoerd als onderaannemer en krijgt daarvoor de contractsom, minus 15 procent. Dat percentage blijft bij Dtec. De vakjes ‘agent’ en ‘commissie’ – de velden waar afgelopen jaren telkens zoveel gedoe over was – blijven nu leeg, die zijn uit beeld.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/10/web-2010zatdamenrutte4jpg21243966-featured.jpg)
Frictie in de top
De opzet van Dtec leidt een botsing tussen financieel directeur Eggink, die jarenlang een hoge financiële functie bij Shell bekleedde, en de rest van de top van Damen, blijkt uit onderzoek van NRC. Het is de opmaat naar meer conflicten en uiteindelijk – in 2019 – het vertrek van Eggink bij Damen.
Eggink wordt niet gekend in de oprichting van Dtec. Hij hoort er pas van als het al bestaat en maakt bezwaar. Hij vindt, op basis van accountancyregels, dat Dtec bij Damen hoort en als volle dochter in de boeken moet komen. Nu hangt het onder een anonieme stichting, alsof het niets met Damen te maken heeft. Terwijl het voor de hand ligt dat de manager van Dtec zal worden aangestuurd door de top van Damen. Bovendien zijn de eigenaars van Dtec dezelfden als van Damen Shipyards, op Kommer Damen na.
Juist nu, na de problemen met Atradius DSB en na de inval van de FIOD, moet Damen niet de verdenking op zich laden dat het geldstromen of informatie wegmoffelt – vindt hij. Zeker niet in Indonesië. De offset-verplichtingen daar zijn immers corruptiegevoelig – de grens tussen tegenprestatie en omkoping in het land is zacht. Zo bouwt Damen in Indonesië de fregatten met PT Pal, de Indonesiche staatswerf. Nog maar een paar maanden geleden zijn allerlei hoge managers van PT Pal gearresteerd op verdenking van corruptie.
De grens tussen tegenprestatie en omkoping is zacht
Eerder bleek uit onderzoek van NRC dat Damen in 2015 haar Indonesische verkoopagent wegstuurde, omdat die geen openheid wilde geven over de bestemming van de miljoenen die hij van Damen had gekregen. Sindsdien mist het bedrijf de tussenpersoon met goede contacten, terwijl er wel nieuwe fregatten verkocht moeten worden.
En dus pleit Eggink ervoor dat de activiteiten van Dtec, in Indonesië maar ook elders ter wereld, in het volle zicht gebeuren. En onder de Damen-vlag. Maar topman René Berkvens en de familie Damen zetten hun plannen door. Dtec is gewoon ‘een derde partij’ waarmee het bedrijf zaken doet. In de jaarrekeningen van Damen in Gorinchem en Vlissingen over 2017 en 2018 staat niets over Dtec.
En zo denkt Damen er nog steeds over. Dtec is één van de honderden „business partners”, aldus het bedrijf in een reactie. Wel heeft het bedrijf inderdaad „deels dezelfde eigenaren” als Damen Shipyards. De werf werkt samen met Dtec om „het bedrijfsrisico bij de uitvoering van de soms branchevreemde compensatieorders” uit te besteden, aldus de zegsman. De suggestie dat Dtec is opgezet om zaken te verhullen, is „tendentieus”. Pim Schuurman van Dtec benadrukt dat Damen slechts „één van zijn klanten” is.
Kloof groeit
Volgens een woordvoerder van Damen is de samenwerking met Dtec tot nu toe „zeer beperkt”. Maar dat komt ook door een gebrek aan deals. Indonesië heeft de nieuwe fregatten nog niet besteld. En levering aan de Arabische Emiraten is moeilijk, nu het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken de inzet van Damenschepen daar „problematisch” heeft genoemd. In augustus bleek dat de Emiraten twee eerder geleverde schepen hebben ingezet bij de blokkade in Jemen.
De kloof tussen financieel directeur Eggink – die geen vragen wil beantwoorden – en de rest van het bestuur en de familie Damen is na de aanvaring over Dtec alleen maar gegroeid. Eggink stapte uiteindelijk begin 2019 op, volgens het persbericht wegens een „verschil van inzicht over het te voeren beleid.”