Wethouder Kasmi (D66, Onderwijs, cultuur en toerisme) wordt er in het Rotterdamse gemeentehuis regelmatig aan herinnerd. „Hoe staat het nu met de nachtraad?”, willen raadsleden weten. Die nachtraad zou vanaf volgend jaar de levendigheid en leefbaarheid van het nachtleven in de stad moeten verbeteren. Kasmi is voorstander. „De nachtraad kan waardevol zijn als aanspreekpunt voor de gemeente”, zegt hij.
In die nachtraad zouden volgens Thijs Boer, een van de drijvende krachten achter de nachtraad, een voorzitter en zeven vertegenwoordigers van elk hun eigen sector één dag in de week aan de slag gaan voor de raad. „Die hoeven niet wekelijks samen te komen, maar kunnen ook werken aan adviezen voor de gemeente, vragen van ondernemers beantwoorden en algehele kennisdeling stimuleren.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data41919974-8a86fe.jpg)
Gemeenten als Amsterdam, Den Haag, Groningen en Nijmegen kennen elk al eigen varianten op nachtraden. Veelal zijn ze niet officieel ondergebracht binnen de gemeente, maar zijn het stichtingen die als externe partij adviezen geeft aan gemeente en ondernemers. De Rotterdamse nachtraad moet, als het aan Boer ligt, ook als stichting naar buiten treden om onafhankelijkheid te waarborgen.
Maar hoe de nachtraad precies gaat werken, is nog niet duidelijk. In een recente commissievergadering stelde Kasmi dat hij het liefst ziet dat de initiatiefnemers van de nachtraad met concrete voorstellen komen voor de invulling. „Omdat we het niet vanuit onszelf willen bedenken.”
Andere steden
Begrijpelijk, vindt Thijs Boer. De afgelopen maanden sprak hij daarom met meer dan 70 ondernemers uit het Rotterdamse nachtleven. „Wat gaat er volgens hen goed? En wat kan er beter?”, vroeg Boer aan hen. Daarnaast ging hij op bezoek bij nachtburgemeesters uit Amsterdam, Groningen, Nijmegen en Den Haag. „Om te vragen wat de valkuilen waren toen zij begonnen”.
Inmiddels heeft Boer een duidelijk beeld van hoe zo’n nachtraad vormgegeven kan worden. De Nachtraad zou volgens hem het best opereren als onafhankelijk adviesorgaan dat in de uiteindelijke vorm gevuld wordt met acht ondernemers uit verschillende facetten van het nachtleven. „Tegen een vergoeding die niet marktconform is, maar je moet er wel wat tegenover stellen om kwaliteit aan te trekken.” De salarissen zouden volgens Boer betaald kunnen worden door inkomsten te genereren uit evenementen, sponsoring en overige subsidies.
Die raad zou volgens Boer kunnen helpen het nachtleven in de stad weer op de kaart te zetten. De afgelopen tien jaar is het aantal discotheken in de Maasstad gehalveerd. Cijfers uit het onderzoek De Discotheek & Club in beeld van brancheonderzoeksbureau Van Spronsen en Partners uit 2017 laten zien hoe Rotterdam in 2008 16 discotheken kende. In 2017 waren dat er nog 9.
Alternatieven
Aan de andere kant nam het aantal festivals in Rotterdam de laatste jaren juist toe. Ook moeten discotheken tegenwoordig niet meer alleen concurreren met bruine kroegen, maar verschijnen er steeds meer alternatieve uitgaansgelegenheden zoals de spelhal Gamestate op Zuid of de jeu-de-boulesbar Mooie Boules in Rotterdam-Noord.
Een gedeelte van de Rotterdammers is desalniettemin gefrustreerd over het nachtleven in de stad. Het was die frustratie bij Thijs Boer die het startschot voor de nachtraad gaf. Toen hij in februari hoorde dat de nieuwe Maatschappij voor Volksgeluk niet in de oude Emaillefabriek in het Merwe-Vierhavensgebied mocht intrekken, was de maat vol. „In tien minuten had ik een Facebookevenementje aangemaakt.”
Dat Facebookevenement wordt ‘Opstaan voor de nacht’ en trekt een paar dagen later honderden demonstranten naar het Rotterdamse Stadhuisplein waar ze dansen en hun ongenoegen uiten. Met een manifest onder zijn arm mag Boer een maand later langskomen bij wethouder Kasmi. En een halfjaar later worden de contouren van een nachtraad langzaam zichtbaar.