Een van de grootste uitdagingen waar Christine Lagarde als nieuw hoofd van de Europese Centrale Bank (ECB) voor komt te staan, is om Noord-Europese landen als Duitsland en Nederland te bewegen tot serieuze fiscale stimuleringsprogramma’s.
Er is een belangrijk verband tussen het begrotingsbeleid van de noordelijke landen en de eenheid van de ECB. De ECB had in september niet hoeven overgaan tot hervatting van het omstreden aankoopprogramma ter verruiming van de geldhoeveelheid (QE) of tot verdere renteverlagingen in het negatieve domein als de noordelijke landen met voldoende begrotingsruimte serieuze fiscale stimuleringsprogramma’s zouden hebben doorgevoerd.
Een fiscale stimulans door ECB-landen vormt dan ook een legitiem onderdeel van de portefeuille van de nieuwe ECB-president. De voortdurende weigering van landen als Duitsland en Nederland om fiscale stimuleringsmaatregelen te nemen, voedt een diepe verdeeldheid binnen de raad van bestuur van de ECB over de onconventionele monetaire maatregelen die de centrale bank noodgedwongen heeft genomen om te voldoen aan haar inflatiemandaat.
Het is overduidelijk dat de noordelijke landen niet gelukkig zijn met de onconventionele monetaire maatregelen van de centrale bank – denk aan de lage rente voor Nederlandse pensioenfondsen en de Duitse spaarders. Maar tot dusver hebben in elk geval de noordelijke politici weinig belangstelling getoond om ruimere overheidsuitgaven in te zetten als onderhandelingsmiddel om ervan af te komen.
Draghi gedemoniseerd
Ze hebben de ECB verwijten gemaakt en Lagarde’s voorganger Mario Draghi gedemoniseerd omdat hij zijn werk deed – in plaats van de benodigde maatregelen op fiscaal terrein te nemen waardoor de onconventionele monetaire maatregelen zouden kunnen worden teruggedraaid en de verdeeldheid binnen de centrale bank zou kunnen verdwijnen, iets wat voor Europa zeker belangrijk is.
Mijn advies aan de noordelijke politici: hou op met klagen over het onconventionele monetaire beleid van de ECB en ga over tot een fiscale stimulans van voldoende omvang – dan bent u ervan af!
De noordelijke politici hebben daarnaast weinig interesse getoond om de overheidsuitgaven te verhogen uit zuiver binnenlands oogpunt.
In de huidige gemondialiseerde omgeving waarin de consensus over vrijhandel wegvalt, is een fiscale stimulans een vorm van structurele hervorming die de exportgerichte economieën van Nederland en Duitsland kunnen gebruiken om hun economie weer in evenwicht te brengen. Het gewicht van de export vermindert immers omdat binnenlandse middelen verkregen uit de exportsector worden ingezet in bedrijfstakken voor binnenlandse consumptie.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/10/011019ecolagardeweb2.jpg)
Verkeerde model
De noordelijke landen hebben het verkeerde economische model voor de huidige mondiale realiteit. Als ze deze aanpassing niet doorvoeren en niet overschakelen op modellen die minder op export zijn gericht, zouden ze op den duur last van stagnatie kunnen krijgen.
Maar de Duitse en Nederlandse politici zien het verhogen van de overheidsuitgaven of het verlagen van belastingen niet als structurele hervorming – ze zien ze als fiscale maatregelen ter bestrijding van een huidige economische zwakte die ze niet ernstig genoeg vinden om fiscale beleidsmaatregelen te rechtvaardigen.
De Duitse politici hebben duidelijk gemaakt dat de huidige milde recessie in het land niet tot een fiscale reactie zal leiden. Waar zij zich op richten is de arbeidsmarkt – en zolang de werkloosheid niet stijgt, laten zij dit ook de overheidsuitgaven niet doen.
Het lijkt een slecht bedrijfsplan om in export te specialiseren als de wereld protectionistisch wordt – maar de Nederlandse en Duitse politici doen alsof de wereld niet is veranderd, of de narigheid gewoon wel weer zal verdwijnen. Ontkenning is geen strategie.
Trumps heffingen
Noordelijke scepsis over een fiscale stimulans, zelfs nu de Brexit en Trumps heffingen nog lang niet zijn opgelost, heeft haar weerslag op de ECB. Het verhoogt de druk op Lagarde en haar collega’s in de raad van bestuur om nog weer verder te gaan met de monetaire stimuleringsmaatregelen die niemand echt wil, maar die waarschijnlijk zijn als de economie verslechtert.
Evenals haar voorganger heeft Lagarde het mandaat en de meerderheid in de raad van bestuur om door te gaan met verdere monetaire stimuleringsmaatregelen, ook als die tot meer verdeeldheid leiden met ECB-leden die dit niet willen.
De tragedie van de Duitse en Nederlandse politici is dat het binnen hun vermogen ligt om hun binnenlandse economie te beschermen tegen de ongunstige tendensen in de wereldeconomie en om tegelijkertijd Draghi’s onconventionele monetaire beleid dat ze zo verfoeien ongedaan te maken, maar dat ze gewoon te koppig en kortzichtig zijn er iets aan te doen.