Opinie

Oefenen, oefenen, oefenen. Waarom voorzien rekenmethodes daar niet in?

Onderwijsblog Scholen schaffen naast dure rekenmethodes noodgedwongen nog altijd extra oefenmateriaal aan, ziet Marcel Schmeier. De samenleving betaalt daardoor twee keer voor rekenonderwijs.

Foto Robert Vos/ANP

Als onderwijsadviseur bezoek ik verschillende scholen en zie ik veel rekenlessen, die ik met de leerkracht nabespreek. Onlangs liet een leerkracht van groep 3 mij trots een grote kist met rekenmaterialen zien. Daarop stond met grote letters geschreven ‘Met sprongen vooruit’. Enthousiast vertelde ze dat de rekenresultaten inderdaad met sprongen vooruitgingen sinds ze het materiaal gebruikte.

In de kist zitten allerlei materialen en spellen om sommen mee te oefenen, zoals memory, bingo en domino. Bij de bingo noemt de leerkracht een getal (bijvoorbeeld drie) en de leerlingen zoeken op hun bingokaart dan het getal waarmee het getal tien gevormd kan worden (in dit geval: zeven). Zo oefenen de leerlingen spelenderwijs heel veel sommen.

Ik ken ‘Met sprongen vooruit’ goed en weet dat wetenschappelijk onderzoek de ervaring van de leerkracht bevestigt: oefenen werkt. Tegelijkertijd was ik verbaasd, want de school had twee jaar geleden een nieuwe rekenmethode voor alle groepen aangeschaft. Een dure aankoop met handleidingen, leerlingboeken, werkboekjes, materialen en digitale middelen. Waarom dan óók nog die kist met oefenmaterialen?

De leerkracht keek mij vragend aan en antwoordde dat de kist ervoor zorgt dat de leerlingen de aangeleerde sommen ook daadwerkelijk onthouden; ‘automatiseren’ in onderwijsjargon. Nu keek ik háár vragend aan. Doet die nieuwe rekenmethode dat dan niet? Ze antwoordde dat er vooral plaatjes, verhaaltjes en raadsels in de realistische rekenmethode staan en te weinig sommen. Het ziet er heel leuk uit, maar er wordt te weinig geoefend. Daarom was ze nu juist zo gelukkig met de kist met materialen.

De Onderwijsinspectie constateerde in 2011 dat 98 procent van de scholen extra materialen inzet om sommen te automatiseren. Dit onderzoek is alweer een paar jaar oud, dus besloot ik zelf een kleine peiling te doen. Van de 120 leerkrachten die ik het op Twitter gevraagd heb, gaf 74 procent aan dat ze hun rekenmethode aanvullen met extra oefenmateriaal.

Het is blijkbaar nog steeds zo dat de methodes te weinig oefening bieden. Laat dit even op u inwerken: de standaard rekenmethodes leren kinderen onvoldoende rekenen en er is dus extra materiaal nodig. Veel lesmethodes bevatten vooral opgeleukt, versuikerd rekenonderwijs.

Leerkrachten zoeken extra oefening

Nieuwsuur berichtte onlangs dat jaarlijks 13.000 kinderen de basisschool verlaten zonder fatsoenlijk te kunnen rekenen. Dat dit aantal niet nog veel hoger ligt, komt doordat leerkrachten ingrijpen en op zoek gaan naar extra oefening. Ook emeritus hoogleraar rekenproblemen Hans van Luit herhaalde begin deze maand in zijn afscheidsrede (pdf) dat er te veel nadruk ligt op realistisch rekenen met verhaaltjes en dat sommen oefenen hierdoor te weinig aandacht krijgt.

Talloze bedrijfjes, adviseurs, bijlesinstituten en websites springen in het gat in de markt en bieden oefenmateriaal aan. Sommige idealistisch en gratis, andere commercieel en betaald: Met sprongen vooruit, Rekensprint, Rekentuin.nl, Sommenprinter.nl, Foutloos Rekenen, Sommenfabriek.nl, Muiswerk, Squla.nl en zo kan ik nog wel even doorgaan. De meeste zijn gebaseerd op ‘oefenen – oefenen – oefenen’.

Rekensprint bestaat uit een set kaarten met op de voorkant een som en op de achterkant het antwoord. Rekentuin.nl is een online oefenprogramma waarmee kinderen heel veel sommen maken. Ze worden beloond voor goede antwoorden, maar ook voor het oefenen op zich. De bloemen in de rekentuin groeien als er flink wordt geoefend. Een eenvoudig en doeltreffend principe. Leerkrachten bezoeken ook massaal websites zoals sommenprinter.nl en klokrekenen.nl om extra werkbladen mee te maken. Squla is een betaalde website waarop kinderen rekenquizjes en rekengames kunnen spelen.

Het is best slim van deze organisaties om in het gat in de markt te springen, want oefenen werkt. Tegelijkertijd is het triest dat de methodeuitgevers het gat laten ontstaan. Waarom bevatten hun rekenmethodes niet gewoon voldoende doelgerichte oefening om kinderen te leren rekenen?

Nu betalen we als samenleving daardoor twee keer voor goed rekenonderwijs: één keer voor de kostbare rekenmethodes die scholen aanschaffen en daarna nog een keer voor de gatenvullers. Van versuikerd rekenonderwijs krijgen kinderen namelijk gaatjes.

Marcel Schmeier is onderwijsadviseur, auteur van het boek ‘Effectief rekenonderwijs op de basisschool’ en bevoegd leerkracht basisonderwijs.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.