Het Britse Lagerhuis weigerde zaterdagmiddag te stemmen over het onderhandelingsakkoord van premier Boris Johnson, waardoor de politieke besluiteloosheid rond Brexit zich voortzet en de onzekerheid over wanneer het Verenigd Koninkrijk uit de EU vertrekt, aanhoudt.
Lees hier terug hoe het Lagerhuisdebat verliepAls het aan de premier had gelegen was zaterdag 19 oktober, een wisselvallige herfstdag in Londen, de geschiedenisboeken ingegaan als de dag waarop hij wist te bereiken wat zijn voorganger Theresa May tot drie keer toe niet lukte: een parlementaire meerderheid voor een Brexit-deal. Zíjn Brexit-deal.
Johnson sprak zaterdagochtend het Lagerhuis toe en sloeg een kalme toon aan. Waar hij een paar weken geleden zijn tegenstanders probeerde op te hitsen met oorlogszuchtige taal, zocht hij nu verzoening. Johnson zei dat als zijn deal werd goedgekeurd het VK en de EU eindelijk van elkaar verlost waren. Dat ze met meer afstand uiteindelijk beter konden samenwerken. Johnson probeerde een premier met gravitas te zijn.
Het mocht niet baten.
Na een paar uur van debat stemde een meerderheid van het Lagerhuis (322 voor en 306 tegen) in met een motie van Oliver Letwin, een Conservatief die eerder uit de fractie werd gezet door Johnson. Het plan van Letwin komt erop neer dat hij wil dat het Lagerhuis zich pas later uitspreekt over de Brexit-deal.
Letwin doet dit om te vermijden dat hardliners bij de Tories via een sluiproute toch op een No Deal-Brexit aansturen. In zijn theorie hadden brexiteers zaterdag voor het onderhandelingsakkoord kunnen stemmen, om zich vervolgens ergens in de komende weken tegen de gedetailleerde uitwerking van de deal in een wetsvoorstel te keren. Zijn amendement stelde daarom dat het Lagerhuis pas toestemming geeft voor de deal als de uitgewerkte Brexit-wet behandeld wordt.
Omdat het Lagerhuis het daarmee in meerderheid eens was, volgde er geen stemming over de deal. En als gevolg moet premier Johnson die andere wet uitvoeren waar hij zo fel tegen was: de Benn-wet, vernoemd naar initiatiefnemer Hilary Benn van Labour.
Dit Lagerhuislid regelde al eerder via een wet dat als Johnson uiterlijk op zaterdag 19 oktober geen fiat van het parlement zou krijgen voor een deal, de premier voor twaalf uur ’s avonds uitstel moest aanvragen in Brussel.
‘Geen onderhandeling’
Boris Johnson suggereerde zaterdagmiddag dat hij hooguit plichtmatig uitstel ging vragen in Brussel. In het Lagerhuis zei hij dat hij „niet bij de EU zal onderhandelen over een vertraging. De wet dwingt mij daar niet toe.”
Uiteindelijk kwam het verzoek zaterdagavond laat aan in Brussel. Johnson deed er inderdaad alles aan om dat uitstel zoveel mogelijk te ontmoedigen. Zo ondertekende hij volgens diverse Britse media de standaardbrief uit het wetsvoorstel van Benn niet, maar verzond hij gewoon de hele Benn Act naar Brussel.
Daarnaast deelde hij EU-raadspresident Donald Tusk mede dat zijn regering alleen uitstel vraagt omdat het moet. En als derde bevatte de post richting Brussel een brief die wél ondertekend is door Johnson, maar waarin staat dat hij wil vasthouden aan de Brexit-deadline van 31 oktober.
Tusk liet op Twitter weten de zending ontvangen te hebben en gaat nu met de overige 27 EU-leiders in conclaaf wat er met het verzoek moet gebeuren. Schotse Lagerhuisleden van de nationalistische SNP hebben al aangekondigd maandag naar de rechter te stappen om Johnsons handelwijze aan te vechten.
Johnson wil dat het Lagerhuis maandag aanvangt met de behandeling van de gedetailleerde Brexit-wet. Dan moet er ook gestemd worden. Als de EU-leiders op dat moment nog niet hebben gereageerd, kan Johnson proberen het Lagerhuis onder druk te zetten door te zeggen dat zijn deal de enige manier is om honderd procent zeker een No Deal te voorkomen.
Geen complete mislukking
Zaterdag kan overigens niet als een mislukking voor Johnson worden gezien. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de 306 Lagerhuisleden die tegen het amendement van Letwin stemden, hem de komende week ook zullen steunen. Dan heeft hij nog tien tot vijftien politici nodig die per se een No Deal willen uitsluiten, maar het akkoord van Johnson in principe steunen. Een dergelijk scenario lijkt niet onhaalbaar.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/10/data50820802-450bdc.jpg)
De steun voor de deal kan toenemen, als politici merken dat kiezers boos zijn over de wijze waarop het Lagerhuis verzuimde op ‘Super Saturday’ de Brexit eindelijk te regelen. Het kan ook zijn dat politici, vooral van Labour, de komende dagen, gaan aarzelen. Dat komt dan waarschijnlijk omdat er straks gestemd wordt over het gedetailleerde wetsvoorstel dat de Brexit regelt en niet over het meer oppervlakkige onderhandelingsakkoord. Details gaan dan wellicht een grotere rol spelen.
Om een numerieke meerderheid te smeden moet Johnson politici met tegenovergestelde denkbeelden achter zich krijgen. Hij moet steun hebben van hardliners bij zijn eigen fractie, die denken dat dit akkoord het Verenigd Koninkrijk in staat stelt belastingen te verlagen en het mes in milieuregels en de bescherming van vakbonden te zetten – om zo een Singapore-aan-het-Kanaal te worden.
En Johnson moet steun hebben van Labour-politici die juist geloven dat na de Brexit de regering stevig zal investeren in betere gezondheidszorg, onderwijs en armoedebestrijding. En dat de EU-standaarden voor zaken als arbeid en voedsel juist niet overboord gaan.
In deze fluïde Brexit-tijden is er geen garantie dat zo’n coalitie van uitersten lang genoeg stand houdt voor Johnson om de Brexit eindelijk te regelen.
Dit stuk is zaterdagavond laat geactualiseerd vanwege Johnsons brieven aan Brussel.