Op 23 januari 1893 werd een baby gevonden. De vondeling werd Jan van der Stoep genoemd, vanwege de plek waar hij lag. Pas jaren later werd bekend dat zijn ongehuwde moeder uit pure armoede haar zoontje op straat had achtergelaten. Haar naam was Van der Tang. Zo heette hij vanaf dat moment ook, Jan van der Tang. In het depot van het Amsterdam Museum liggen vele vondelingenpakketjes: keurig opgevouwen kleertjes die deze kinderen droegen, vaak met een briefje met plaats en datum. Het zijn aangrijpende getuigenissen in de marge van de geschiedenis. Maar niet minder belangrijk.
Het Amsterdam Museum aan de Kalverstraat is sinds 1975 gevestigd in het voormalige Burgerweeshuis. Vandaar de aandacht voor vondelingenkleertjes. Zaterdag opent de expositie Opslaan als.. Hoe verzamel je de stad?, een keuze van 750 voorwerpen uit het bezit van zo’n kleine 100.000 objecten, van burgemeestersgeschenken tot schilderijen, van een compleet keukeninterieur tot serviezen. „Elk voorwerp vertelt iets over de stad en ons stadsmuseum”, zegt conservator collecties Judith van Gent in het depot dat, toepasselijk, aan de Back-Upstraat ligt bij de Coentunnel. Deze schatkamer, ontworpen door architect Wim Quist, herbergt sinds 2011 de tienduizenden voorwerpen op een oppervlakte van 4.500 vierkante meter. „Wij bewaren voor de eeuwigheid”, zegt Van Gent.
Jip en Janneke-schoenen
De collectie van het Amsterdam Museum is mede ontstaan dankzij legaten van Amsterdammers die in de 19de eeuw verzamelingen aanlegden, onder wie het echtpaar Willet-Holthuysen en kunstverzamelaar Pieter van Eeghen. Ook minder vermogende particulieren deden schenkingen. Maar ook het museum zelf was – en is – actief. De collectie begint vlak na de middeleeuwen, met het koggeschip en het eerste wapen van de stad. „Ons bezit groeit nog steeds,” aldus Van Gent.
Door de veranderende tijden is ook het verzamelen veranderd. Zo toont de tentoonstelling het T-shirt met opschrift ‘Zwarte Piet is racisme’ uit 2011 en boerka’s uit de eerdere expositie Mijn hoofddoek (2006). Dankzij deze specifieke tentoonstellingen verwerft het museum objecten die het huidige diverse Amsterdam weerspiegelen. Er is ook aandacht voor het alledaagse leven. Op Koninginnedag 2004 kocht een conservator in het Vondelpark het kleedje van de 6-jarige Amsterdamse Eva Schoonings met speelgoed, rolschaatsen en Jip en Janneke-schoenen. Allemaal voorwerpen die een tijdsbeeld oproepen.
Van al die voorwerpen uit het depot naar 750 in het museum zelf, dat is een enorme stap. Hoe is die keuze gemaakt? „De tentoonstelling biedt een weergave van ons nieuwe verzamelbeleid”, aldus Van Gent. „We beschikken bijvoorbeeld over persoonlijke spullen en huisraad van Chinese migranten die aan de Geldersekade woonden, in de Chinese wijk. De vraag is: voelden zij zich Amsterdammer of toch vreemdeling?”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data50694141-43cdf9.jpg|https://images.nrc.nl/9gKwavu_3cmwjCj4u9ikQwECmjw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data50694141-43cdf9.jpg|https://images.nrc.nl/zvoVWBH-SlmcpLEkYhxgMgejT3c=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data50694141-43cdf9.jpg)
Nadrukkelijk legt het museum de focus op de tijd van nu en kijkt met kritische blik naar wat tot nu toe is verzameld. Nieuwe nationaliteiten krijgen een duidelijke plek. Opslaan als.. heeft dezelfde heerlijke, duizelingwekkende overdaad als het depot. De opstelling volgt een historische lijn, te beginnen met de symbolen van de stad, zoals het wapen en de poortsleutels. Daarna volgen thema’s als de opbouw van de stad, de stad als sociale plek en de internationale stad. De tentoonstelling sluit af met de veelzijdige stad die de meest recente aanwinsten toont, zoals graffitikunst van Hugo Kaagman en het poëtische dagboek van een Surinaamse inwoner. Boeiend zijn de maquettes van gebouwen en wijken, als van de Bijlmermeer, de nooit gebouwde toren van De Nieuwe Kerk en een vogelvluchtpresentatie van het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) uit de jaren dertig.
Broodpenningen
Omdat het museum is gevestigd in het Burgerweeshuis ontbreken attributen uit die tijd niet. Ongeëvenaard is het schilderij Kerkgang der burgerweesmeisjes (ca. 1900) van Nicolaas van der Waay. Onder hun doorzichtige kapjes dragen ze zilveren oorijzers: ook die zijn tentoongesteld.
Elke zaal telt een voorwerp dat met rood wordt gemarkeerd. Bijvoorbeeld broodpenningen uit de 19de eeuw voor de armen, Barbiepoppen en een kelkglas uit de koloniale onderneming Sociëteit van Suriname. Bezoekers wordt gevraagd in een begeleidend boekje te noteren welke objecten en verhalen zij nu node missen. Welke geschiedenis moet beslist verteld worden? „Ook dat is een onderdeel van verzamelen”, zegt Van Gent. „Dat we aan de Amsterdammers vragen welk perspectief in de stadscollectie onderbelicht is gebleven. De stad verandert voortdurend. Het is aan de bezoekers het gemis te benoemen.”