Is er een inschattingsfout gemaakt bij het geweld tussen demonstranten van Koerdische en Turkse afkomst in Rotterdam Centrum op woensdagavond?
„Helemaal niet”, zegt burgemeester Ahmed Aboutaleb de volgende ochtend in het stadhuis boven een kopje koffie verkeerd. „Als honderden mensen willen rellen, dan doen ze dat. Daar doe je niks aan.”
Een aangemelde demonstratie van de Koerdische Volksstichting Rotterdam liep uit de hand, toen Turks-Nederlandse tegendemonstranten onaangekondigd opdoken. Zo’n 300 mensen – de schattingen lopen uiteen – stonden bij het Kruisplein tegenover elkaar op tientallen meters afstand.
De ME voerde charges uit om beide groepen demonstranten te verdrijven. Er werden 23 mensen gearresteerd en een ploertendoder, boksbeugel en schroevendraaier in beslag genomen. Vier verdachten zitten nog vast voor geweld tegen agenten.
De rellen braken uit op de avond dat de Tweede Kamer over de Turkse inval in Noord-Syrië debatteerde. Premier Mark Rutte (VVD) noemde het geweld in Rotterdam „absoluut onacceptabel”.
De Koerdische Volksstichting Rotterdam wilde vreedzaam demonstreren tegen de Turkse inval, zegt een woordvoerder. Hun kritiek is dat beide demonstratievakken te dicht bij elkaar lagen. „Dan laat je het als politie gebeuren, dan krijg je provocaties. Ik heb meerdere demonstraties meegemaakt, maar nooit gezien dat groepen zo dicht op elkaar stonden en ik heb me nooit zo onveilig gevoeld.”
Sociale media
De stichting heeft de politie vooraf beelden van sociale media gestuurd: Turks-Nederlandse tegendemonstranten riepen elkaar op om 19 uur in het centraal station te verzamelen. De stichting heeft ook eigen ordehandhavers aangesteld. „Wij hebben onszelf aangemeld, goed overleg gehad en de politie heeft onze veiligheid gegarandeerd.”
Er waren diverse gewonden, zegt de woordvoerder. Ze noemt een 12-jarige jongen die in elkaar geslagen zou zijn, een man van wie de kleren waren afgerukt en mensen in ademnood.
De tegendemonstranten zijn voor zover bekend niet vertegenwoordigd door één organisatie die hierop kan reageren.
De burgemeester en politie hadden vanwege het risico op escalatie besloten één peloton, ongeveer vijftig ME’ers, in te zetten, zegt Aboutaleb. Uit voorzorg was er ook een vak voor eventuele tegendemonstranten.
Volgens Aboutaleb waren het Koerdische demonstranten die als eerste uit hun vak braken en geweld gebruikten. De politie bevestigt wat de burgemeester zegt maar doet er geen verdere uitspraken over, meldt een woordvoerder. De Koerdische stichting benadrukt dat het andere kamp al direct begon met provoceren, bedreigingen en gescheld in het station, met rode flares en Turkse vlaggen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/03/d019644f-a0f5-403b-9900-d82ee5eb1722.jpg)
Op advies van de Nationale Ombudsman is de gemeente Rotterdam ruimhartig in het toestaan van demonstraties, zegt Aboutaleb. Demonstraties én tegendemonstraties moeten ook binnen hoor- en zichtafstand van elkaar plaatsvinden, vindt hij. „Anders heeft het niet veel zin.”
De burgemeester schuift met zijn kopje koffie en warme melkkannetje op een bar om te laten zien waar de ene en waar de andere groep precies stond. „En daar”, Aboutaleb legt zijn hand ertussen, „stond de ME.”
De burgemeester wil één ding wel heroverwegen, zegt hij. „Zulke demonstraties in de avonduren moeten we misschien niet meer toestaan. Zeker niet als de sfeer gespannen is en mensen donkere kleding dragen.”
Ook wil de burgemeester aan beide partijen een oproep tot „redelijkheid en dialoog” doen. „De strijd in Noord-Syrië win je niet in Rotterdam.”