Opinie

We hebben geen idee waar Polen ligt

Paul Scheffer

De ontnuchtering in Midden-Europa na de vreedzame revolutie van 1989 is niet van gisteren. Adam Michnik, een van de belangrijkste dissidenten in Polen, concludeerde al tien jaar later: „We geloofden in de emancipatie van de volken, in een staat zonder etnische discriminatie. We werden teleurgesteld.”

De uitslag van de Poolse verkiezingen afgelopen zondag vormt dan ook geen verrassing. De nationaal-conservatieve partij van Jaroslaw Kaczynski heeft gewonnen – mede met dank aan een verdeelde oppositie. De uitslag levert de regeringspartij een absolute meerderheid in het parlement op.

Ik herinner me een bezoek aan Lech en Jaroslaw Kaczynski, niet lang na de omwenteling van 1989. Ze stonden toen al binnen de oppositie bekend als een zeer conservatieve tweeling, maar werden niet overdreven serieus genomen. In dat gesprek viel me vooral hun boerenslimheid op – en een serieuze wijnvlek op het overhemd van een van beide broers.

Wat in Polen gebeurt past in een breder patroon. Volgens de Britse historicus Timothy Garton Ash hoort Kaczynski bij dezelfde politieke familie als Orban, Salvini en Trump. In die zin kunnen de ontwikkelingen in Polen niet worden gezien als een geïsoleerd verschijnsel: in alle democratieën is iets losgewoeld.

Maar Garton Ash wijst erop dat de democratieën in Midden-Europa kwetsbaarder zijn: „De landen in Midden-Europa hebben geen vierhonderd jaar lange traditie waarin het parlement en de rechterlijke macht zich hebben kunnen ontwikkelen. De instituties die weerstand moeten bieden tegen het populisme en autoritaire praktijken zijn er nog niet geworteld.” (NRC, 26 september). Hij ziet een essentiële rol voor de Europese Unie.

We denken te weten waar Polen ligt, maar miskennen hoezeer de geschiedenis er heeft huisgehouden. Ingeklemd tussen Duitsland en Rusland heeft het land een traumatisch verleden, waarin het voortbestaan meer dan eens op het spel stond. Zo werd in het Molotov-Ribbentroppact Polen opgedeeld – voor nogal wat Polen begon de Tweede Wereldoorlog met de inval van Stalin.

Miljoenen Polen kwamen om in de Tweede Wereldoorlog. Zo is het land vaker slachtoffer geweest van zijn buren. Dat is een erfenis die niet bijdraagt aan het gevoel verantwoordelijk te zijn voor het eigen handelen. Het zegt genoeg dat een wet van kracht is geworden die het strafbaar maakt om over Poolse medeplichtigheid aan de Holocaust te spreken.

Ruim twintig jaar geleden publiceerde historicus Jan Gross zijn boek over de gebeurtenissen in Jedwabne, een stadje waar in de zomer van 1941 Poolse inwoners hun Joodse buren en masse ombrachten – zonder directe Duitse bemoeienis. Die lange echo van het antisemitisme wordt nog steeds met moeite gehoord.

Toen ik in 1980 correspondent werd in Warschau, overviel me de intensiteit waarmee de geschiedenis werd beleefd. Ik ging van de weeromstuit anders naar Nederland kijken. Het werd me al snel duidelijk dat onze ontspannen omgang met het verleden te maken heeft met onomstreden grenzen. Die veiligheid is voor de Polen heel lang een onbereikbaar ideaal geweest.

De tijd na 1989 heeft vrijheid maar ook onrust gebracht. Het beleid van Kaczynski en de zijnen haakt aan bij een verlangen naar bescherming. Gesteund door economische groei belooft de regering een verzorgingsstaat op te bouwen: een verlaging van de pensioenleeftijd en een verhoging van de kinderbijslag moeten daarvan het begin zijn.

De roep om bescherming klinkt op een heel andere manier door in de cultuuroorlogen die de regering heeft ontketend. In een poging om de geschiedenis te herschrijven zijn verschillende musea aangepast, met als belangrijkste voorbeeld het museum voor de Tweede Wereldoorlog in Gdansk. De directeur is ontslagen en de tentoonstelling is ontdaan van smetten op het Poolse blazoen.

Deze ingrepen stuiten op grote weerstand, zeker in literaire kring. De ingewikkelde verhouding van Poolse schrijvers tot het eigen land is mooi verwoord door een dichter die sprak over de „stenen schoot van het vaderland”. Het werk van de zojuist met de Nobelprijs bekroonde Olga Tokarczuk past in die traditie wanneer ze vaststelt dat haar landgenoten geobsedeerd zijn door hun geschiedenis.

De uitslag van de verkiezingen verhoogt de druk op Europa. De Unie brokkelt langzaam aan de randen af – juist op een moment dat meer samenhang nodig is. De Polen willen de Britten zeker niet achterna, maar sinds 1989 is de mentale kloof tussen Oost en West nooit zo groot geweest. Dat kunnen we ook onszelf aantrekken: we weten nog steeds niet waar Polen ligt.

Paul Scheffer is hoogleraar Europese studies.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.