Tienduizenden inwoners van Noord-Syrië zijn sinds het begin van de Turkse inval, woensdag, op de vlucht geslagen. Volgens de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties is bijna een half miljoen mensen in gevaar.
Syrische activisten melden dat zeven Syrische burgers zijn gedood door Turks geweld, andersom zeggen Turkse functionarissen dat er zeker zes burgerdoden zijn gevallen door Koerdische beschietingen op Turkse grensplaatsen. Onder de doden zouden vier kinderen zijn.
Bij Turkse aanvallen zijn volgens het Turkse ministerie van Defensie 277 tegenstanders gedood. Er zou één Turkse militair zijn omgekomen. Aan de kant van de Koerden zijn volgens het Syrische Observatorium voor Mensenrechten 23 doden gevallen. Geen van deze aantallen is geverifieerd.
President Erdogan waarschuwde de EU dat zij niet mag spreken van een ‘invasie’. Het gaat wat hem betreft om een vredesoperatie. Hij dreigde de 3,6 miljoen Syrische vluchtelingen in Turkije niet meer tegen te houden als zij naar Europa willen. Verschillende landen overwegen sancties tegen Turkije, dat de operatie begon na de gedeeltelijke terugtrekking van Amerikaanse troepen, begin deze week. Ook partijgenoten van president Trump willen sancties.