Opinie

De achilleshiel van Nederland

Menno Tamminga

Wat een feestweek! KLM 100 jaar. De Nederlandse economie de beste van Europa. Rijkelandenclub OESO wil eerlijke winstbelastingen. En een Nederlandse coalitie van bedrijven, overheden en universiteiten maakt de grote sprong voorwaarts in de vierde industriële revolutie: artificiële intelligentie.

Wat hebben die nieuwsfeiten met elkaar te maken?

De verbinding is de kroning van Nederland door het World Economic Forum als meest concurrerende economie van Europa en nummer vier in de wereld. Je kunt van alles afdingen op zulke ranglijstjes, zeker als je verliest, maar het helpt wel om buitenlandse investeringen te trekken. Het Forum viert de sterke, open en dynamische Nederlandse economie. Dat is het ecosysteem waarin de KLM de laatste 100 jaar gedijt. Meer handel. Meer buitenlandse hoofdkantoren. Meer Schiphol. En dan ook nog trouwe klanten met een intens oranjegevoel op de thuismarkt, al is KLM nu een dochter van een Frans bedrijf.

Lees ook: Waar vind je nieuwe programmeurs?

De vraag is of dat open karakter met die hoofdkantoren, trustbedrijven en fiscale verdragen een vloek of een zegen zal zijn als er eerlijker winstbelasting wordt geheven. De OESO-voorstellen spelen grotere landen in de kaart. Winsten van multinationals worden effectiever belast op de plek waar die winst wordt gemaakt, minder op de plek waar het hoofdkantoor staat. Dat is balen voor kleinere landen als Ierland, België en Nederland. Grote landen, zoals Duitsland, Frankrijk en de VS, trekken buitenlandse investeringen vanwege hun omvangrijke afzetmarkt. Kleine landen doen dat in een wedloop met lage tarieven en fiscale voordeelpasjes. Met de OESO-plannen krijgt een ‘belastingparadijs’ als banenmotor en verdienmodel voor de schatkist weer een knauw.

Is een gepimpte versie van het niet meer zo fitte poldermodel ons strategische voordeel?

Wat dan, Nederland? De nieuwe wedloop dient zich aan. Een bonte coalitie beloofde deze week 1 miljard euro aan investeringen in kunstmatige intelligentie, voor een periode van zeven jaar. De volgende industriële revolutie is begonnen. De coalitie noemt toepassingen als ‘zelforganiserende’ productielijnen en betere diagnoses in de gezondheidszorg.

Men geeft hoog op van „één belangrijk strategisch voordeel” van Nederland, dat concurrerende landen missen: „Wij kennen de kracht van samenwerking.” Dat klinkt als een gepimpte versie van het niet meer zo fitte poldermodel.

De overheid draagt dit jaar 64 miljoen euro bij. De „ambitie” volgend jaar is een verdubbeling. Klinkt wel heel schraal voor een actieplan dat Nederland een impuls wil geven.

Geld is niet zaligmakend bij innovatie, maar wel onmisbaar. De analyse van het World Economic Forum en zijn Nederlandse rapporteur Henk Volberda (Universiteit van Amsterdam) is genadeloos: het gat tussen Nederland en koplopers Duitsland (1), de VS (2) en Zwitserland (3) wordt groter, niet kleiner. Nederland blijft achter in uitgaven aan onderzoek en ontwikkeling en in de toepassing van ICT. De achilleshiel van de winnaar.

De Nederlandse staat heeft steeds een geduchte rol gespeeld in de economie. KLM werd door dik en dun gesteund. De belastingverdragen waren economische politiek voor banen en winst van multinationals. Het kabinet komt nu in de race met Duitsland en Frankrijk voor een toppositie in kunstmatige intelligentie. Dat wordt dokken. Soms is het zo simpel.

Menno Tamminga schrijft over economie en ondernemingsbeleid. Marike Stellinga is afwezig

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.