Hollywood wil vaak niets liever dan van een film een ‘event’ maken: een heuse gebeurtenis waar zoveel mogelijk mensen over praten. Met Joker is dat goed gelukt, maar niet helemaal om de juiste redenen. Online is veelvuldig de vrees geuit dat de film geweld zou kunnen uitlokken. Een mens moet ernstig verknipt zijn om een rolmodel te zien in Joaquin Phoenix’ intense portret van een afglijdende psychopaat, dat op geen enkele manier aanlokkelijk of stoer is gemaakt.
Regisseur Todd Phillips heeft een rauwe en overdonderende karakterstudie gemaakt van de fameuze aartsvijand van Batman; zonder een dwingende plot en zonder veel actiescènes. Phoenix speelt de eenzame Arthur Fleck, die langzaam transformeert tot de Joker. Hij verdient een karige boterham als straatclown en woont nog bij zijn oude moeder. Arthur droomt van de roem en liefde die hij zal krijgen met een carrière als stand-up comedian. Hij probeert verbeten zijn psychische kwalen te beheersen – tot dat niet meer gaat. Joker speelt zich af in een rauwe, vervallen versie van Gotham City die duidelijk is geïnspireerd op het gruizige beeld van New York in filmklassiekers uit de jaren zeventig zoals Taxi Driver en Serpico.
Het grootste compliment dat Phillips kan krijgen is dat de kijker haast vergeet dat de film zich afspeelt in een wereld die onderdeel is van het universum van superhelden. Marvel Studios beheerst commercieel momenteel het superheldengenre, maar Warner blijft de studio die de echte artistieke risico’s durft te nemen met dit materiaal.
Dat is niet nieuw. Christopher Nolan was de regisseur die in 2008 de echte revolutionaire keuze maakte: wat als we de wereld van Batman en consorten nu eens serieus zouden nemen en er echt drama van maken? Wat als we het genre gebruiken om een kritische blik te werpen op de samenleving en de politiek? Dat resulteerde in The Dark Knight; zowel artistiek als commercieel een enorm succes. Phillips bouwt daarop voort, maar hij voert die aanpak nog veel verder door.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/10/data49848891-27e940.jpg)
Joker is een remix van allerlei bestaande elementen, maar een remix die ontzag afdwingt. Strikt genomen valt er in de film niet zoveel nieuws te zien. Wie Phoenix’ werk kent uit de arthousefilms waarin hij meestal te zien is, zal niet echt verbaasd zijn over zijn radicale portret in Joker. Hij roept eerst medeleven en daarna vooral afgrijzen op. Of beter: Phoenix schudt de mengvorm van medeleven en afgrijzen steeds opnieuw door elkaar. Dat hij als hoofdrolspeler de film draagt is een understatement. Het roept de vraag op of Joker werkelijk zo’n geweldige film is, of toch in de eerste plaats een vehikel voor een geweldige rol en performance? In een werkelijk goede film zou Phoenix’ optreden wellicht meer zijn opgegaan in het geheel.
Joker is sowieso geen film om echt van te houden. Daarvoor is Phillips’ aanpak te opdringerig en agressief, te weinig gevarieerd in de toonzetting. Joker is meer een film om te bewonderen, vanwege het lef van de makers om de popcorn zo resoluut aan de kant te schuiven en zo diep de duisternis in te duiken. Inderdaad: een film die je gezien wilt hebben en waarover je wilt meepraten. Maar geen film die je ook nog een tweede keer wilt gaan zien.