Herkenbaar: iemand op straat, in de trein of op het schoolplein ontwijken omdat je geen zin hebt in een gesprekje. Maar soms ontkom je er niet aan. Hoe je je goed door praatjes kletst is te lezen in het boekje Smalltalk Survival van Liz Luyben en Iris Posthouwer. De auteurs kwamen de afgelopen jaren zelf in allerlei situaties terecht waarin ze gesprekjes moesten voeren, waar ze zich geen raad mee wisten. Zo ontstond het idee voor een handboek.
Posthouwer, die in het dagelijks leven trainingen geeft met namen als ‘overtuigen en beïnvloeden’ en ‘invloed in de boardroom’, ziet zichzelf nog staan bij ouderavonden waar geen eind aan leek te komen. Ze knoopte wel een gesprekje aan met andere ouders, maar was dan vooral erg lang bezig de ander te behagen. ‘Goh, wat interessant, koikarpers. Welk voer gebruik je dan?’ „Na afloop was ik gesloopt.”
Luyben heeft haar eigen bierbrouwerij en voelde zich altijd hoogst ongemakkelijk op netwerkborrels. „Waar anderen moeiteloos hun project naar voren wisten te schuiven bij distributeurs of potentiële investeerders, ging mij dat belabberd af”, schrijft ze in het boek.
Maar hoe knoop je dan een gesprekje aan? Bij iemand die je niet goed kent, begin je met een simpele hulpvraag, zeggen de twee. ‘Heb jij een pen?’ of ‘zou jij dit even willen vasthouden?’, maakt het gemakkelijk om vervolgens een praatje te maken. Vraag daarna niet ‘hoe het gaat’: dit lokt dooddoeners uit als ‘ja, prima’ en ‘ik mag niet klagen’. Het iets concretere ‘ga je nog iets leuks doen vandaag?’ levert meer op. Dan vertellen mensen eerder over hun bezigheden.
Investeren in smalltalk is belangrijk, het levert volgens de auteurs van alles op. Zo noemen ze het welbekende voorbeeld dat rokers buiten of in het rookhok aan de praat raken en zo hun netwerk uitbreiden. Maar gesprekjes tussendoor hebben ook impact op je gemoedstoestand, zegt Posthouwer. „Tegen vreemden ben je vaak vrolijker dan je je voelt. Door een leuk praatje kan je humeur een boost krijgen.”
Dit effect dwingt zij zelf regelmatig af. „Zoals laatst bij het benzinestation. Het regende, ik had haast, en ik was chagrijnig. Daarom begon ik bij het afrekenen bewust een gesprekje: ‘hoe was je dag?’. De tankstation-mevrouw reageerde enthousiast en vertelde in plat Amsterdams dat de regen haar niet klein kreeg. En dat ze die ochtend een onbeschofte man het gat van de deur wees.” Posthouwer kreeg extra zegeltjes en reed met een glimlach weg.
Als het zo makkelijk is om even een praatje te maken en het levert ook nog wat op, waarom kijken we dan toch de andere kant op als we een collega in de trein zien zitten? Volgens Posthouwer omdat we pas merken dat het allemaal wel meevalt, als we er wat meer voor open staan. „Er heerst een algehele tendens dat smalltalk afschuwelijk is. Daardoor hebben we geen positieve houding, en wordt het inderdaad niets.”
Die positieve houding begint bij de lichaamstaal: iets simpels als een glimlach of oogcontact doet wonderen. Vervolgens is het de kunst om in het diepe te springen, waarbij je jezelf voorhoudt dat jij leuk bent, je gesprekspartner leuk is, en een praatje ook. „Neem het initiatief en stap gewoon op iemand af”, schrijft het boek voor. Noem bij een ongemakkelijke stilte iets opvallends: ‘jeetje, wat is de rij voor de wc lang’ of ‘is dat broodje een aanrader?’
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/02/020219zateenzaamheidvpweb.jpg)
In het boek staan ‘elegante exits’ om weer van iemand af te komen. Je moet eerst een natuurlijk moment zoeken om in te haken. „Er gebeurt altijd wel iets”, zegt het boek. „Iemand tikt op z’n glas voor een speech, iemand staat per ongeluk op je tas, de ander krijgt een hoestaanval of neemt gewoon een hap lucht.” Laat vervolgens weten dat je geluisterd hebt en kondig het einde aan. „Dus je hebt ze om weten te krijgen, goed om te horen. Vind je het goed als ik weer even in mijn boek duik?”
Vaardigheid in smalltalk maakt het leven een stuk gemakkelijker. Posthouwer: „Het is heerlijk om niet meer te hoeven opzien tegen feestjes en ouderavonden. Ik weet nu dat ik het gesprek naar mijn hand kan zetten in plaats van dat ik eraan ben overgeleverd.” Best een opluchting, want ongemerkt slurpen die gesprekjes een groot gedeelte van de dag op. „Als die wat soepeler gaan, is dat een last van je schouders.”