In een achterafzaaltje van het Hilton in Brighton staren Keir Starmer, Emily Thornberry en Dianne Abbott naar een televisiescherm waarop een herhaling getoond wordt van de sleutelzin van opperrechter Brenda Hale: „De schorsing is daarom onwettig.”
Starmer, Abbott en Thornberry, drie prominente Labour-politici, drie volksvertegenwoordigers uit Londen, drie tegenstanders van de Brexit, genieten intens. Even vergeten ze het rumoer van hun eigen partijcongres. Starmer heeft pretoogjes. Thornberry slaakt een daverend diepe schaterlach.
Dat het Supreme Court op dinsdagochtend besloot dat premier Johnson het parlement niet vijf weken lang mocht schorsen, zorgde voor verbijstering, logistieke verwarring en Schadenfreude. De elf hoogste rechters van het land oordeelden unaniem dat premier Boris Johnson zijn bevoegdheden te buiten ging door de koningin een dergelijk lange schorsing te adviseren.
‘Extreme gevolgen’
Het parlement schorsen tijdens een buitengewone omstandigheid als de aanloop naar de Brexit, vooralsnog gepland op 31 oktober, „heeft extreme gevolgen voor de fundamenten van onze democratie”, klonk het snoeiharde oordeel van de hoogste rechtbank. Als gevolg van uitspraak is het parlement niet meer geschorst. Woensdag om half twaalf Britse tijd gaan de deuren van de volksvertegenwoordiging weer open, meldde John Bercow, voorzitter van het Lagerhuis.
Voor Johnson is dit een blamage van de buitencategorie. Impliciet lieten de rechters merken dat Johnson de vorstin heeft misleid door te beweren dat een extra lange schorsing nodig was om een troonrede te organiseren.
„Het is onmogelijk voor ons om op basis van het beschikbare bewijs te concluderen dat er een reden, laat staan een goede reden, was om hare Majesteit te adviseren het parlement vijf weken te schorsen”, aldus het Supreme Court. In normale tijden zijn dit soort extreme misstappen reden om subiet af te treden.
Johnson is premier en tevens partijleider van de Conservatieven, die altijd een heilig geloof hebben gehad in de ondeelbare unie tussen Engeland, Schotland, Noord-Ierland en Wales met de monarch aan hoofd. Veel is geoorloofd in de Britse politiek, maar de koningin misleiden en haar bevoegdheden en plein public misbruiken, gaat veel partijgenoten van Johnson te ver.
Op het Labourcongres in Brighton had oppositieleider Jeremy Corbyn niet lang nodig voor een reactie op de uitspraak. Terwijl zijn drie fractiegenoten nog stonden te glunderen bij de televisieschermen, beklom hij het podium. Corbyn beschuldigde Johnson van „minachting voor de democratie en machtsmisbruik.” Corbyn riep Johnson op af te treden, „en zo de kortst dienende premier in Britse geschiedenis te worden.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/09/data49359603-04166d.jpg)
Voor het bonte collectief van tegenstanders van Johnson is de uitspraak een goed getimede bliksemafleider en een aangename gemene deler. Even verstommen de kritieken dat Corbyn bijna 3,5 jaar na het Brexit-referendum nog steeds geen duidelijke en coherent standpunt inneemt. Even gaat het niet over de burgeroorlog binnen Labour, waar vicevoorzitter Tom Watson de partij stapje voor stapje richting Remain wil duwen en bondgenoten van Corbyn de functie van Watson willen opheffen om hem de mond te snoeren.
Corbyn zelf probeert een keuze voor zich uit te schuiven om zo bij eventuele verkiezingen zowel Remain-stemmers in de grote steden, als Leave-stemmers in de Midlands en het noorden aan zich te binden.
Even gaat het ook niet over de verharding bij de Liberal Democrats, die nu vinden dat eventuele verkiezingswinst de partij een mandaat geeft de Brexit af te stellen, ongeacht de uitslag van het referendum in 2016. In plaats van daar moeilijke vragen over te moeten beantwoorden, kunnen zij in de aanval: de premier heeft de koningin voorgelogen. Dat is een slagzin die naar hun mening makkelijker aanslaat, zeker in verkiezingstijd, dan ingewikkelde redeneringen over een tweede referendum en economische schade van een harde Brexit.
Johnson niet deemoedig
Johnson deed ondertussen alsof hij niet onder de indruk was van commotie. Vanuit New York, waar hij bij de Verenigde Naties is, klonk geen deemoed. „Ik ben het zeer oneens met het oordeel van de rechters”, zei de premier, die vervroegd terugkeert naar Londen.
De rechters, hun oordeel, het parlement, de wens van volksvertegenwoordigers om invloed uit te oefenen: volgens Johnson leidt het allemaal af. „Het is duidelijk dat het er zo niet makkelijker op wordt om een nieuwe Brexit-deal te regelen”, zei de Britse premier, die niet uitlegde hoe de hervatting van het parlement zijn onderhandelingsstrategie met de EU beïnvloedde.
Je kunt ook redeneren dat dit Johnson niet slecht uitkomt. Hij wilde toch al een populistische verkiezingscampagne voeren: parlement versus het volk (dat hij de Brexit bezorgt). Het rechterlijke vonnis kan extra bewijs zijn dat de elite, in dit geval Britse rechters, de wil van dat volk dwarsboomt.
Zelfs brede steun voor een motie van wantrouwen tegen Johnson werkt niet per se tegen hem. Johnson doet het nog steeds goed in de peilingen en kan profiteren van de vervroegde verkiezingen die Labour, om dezelfde redenen, juist probeert te voorkomen.
Als Labour niet het aftreden van Johnson eist in het Lagerhuis kan Johnson weer beweren dat de woede van Corbyn gespeeld is; nog meer politieke spelletjes die Britse kiezers na drie jaar Brexit-gerommel beu zijn.
Toch is dit voor Johnson gevaarlijk. Zonder steun en medewerking van het parlement en welwillendheid van zijn eigen partij, komt een premier niet ver. Er zijn genoeg Tories, politici die de Brexit steunen incluis, die de stormram-tactiek van Johnson gevaarlijk vinden. De reputatie van de Conservatieve als behoudende maar brede partij staat op het spel. Zelfs oer-Brexiteer Nigel Farage, met een uitstekende neus voor sentimenten bij kiezers, zei dinsdag dat Johnson onaanvaardbaar handelde met zijn schorsing.
De druk op de premier zal toenemen om zijn omstreden adviseur Dominic Cummings, in 2016 de strateeg achter de Leave-campagne, te offeren, als teken van verzoening, als signaal dat de premier toch erkent dat hij fout zat.
Woensdag zullen jubelende Lagerhuisleden, zoals Keir Starmer, Emily Thornberry en Diane Abbott, hun overwinning vieren, terug in Londen, in het Lagerhuis. Zij zullen ook begrijpen dat de ruimte voor manoeuvres en stunts slinkt. Zij briesten tegen de schorsing, zij eisten dat de volksvertegenwoordiger inspraak kreeg.
Nu moeten zij laten zien dat zij, na 3 jaar verdeeldheid, iets zinnigs met die nieuwe kans doen. Zij moeten kleur bekennen en uit de beperkte smaken – steun voor de onbeminde deal van Theresa May, steun voor een nieuw referendum, steun voor afstel – kiezen. Na 3 jaar verdeeldheid en gedraal, zal ook dat onstuimig worden, net als het weer in Brighton.