Bewegingswetenschapper Laura Cuijpers: „Antifase-roeien zou ook een goede training kunnen zijn. Je moet je techniek ervoor aanpassen, het roeien voelt anders. ”

Foto Sake Elzinga

Interview

Een roeitechniek om boos van te worden

Laura Cuijpers, bewegingswetenschapper Bij roeiers die niet steeds tegelijk een slag maken, maar om de beurt, houdt de boot een constantere snelheid. Dat is efficiënter.

„De eerste keer dat ik het probeerde, voelde het… Nee, ik zeg niets. Probeer het eerst zelf maar”, zegt bewegingswetenschapper Laura Cuijpers van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Ze kijkt glimlachend achterom terwijl we over het Noord-Willemskanaal in Groningen roeien. We zitten met z’n tweeën in een roeiboot die gemaakt is voor vier roeiers. De middelste twee plekken zijn leeg. Dat geeft ons de ruimte om de techniek te proberen waar Cuijpers 9 september op promoveerde: roeien in antifase, waarbij de roeiers om de beurt een roeislag maken.

Gewoonlijk bewegen roeiers zo synchroon mogelijk, in fase. Ploegen van wereldniveau bewegen als één systeem door de boot. „Het is indrukwekkend om te zien hoe een ‘acht’ vol roeiers perfect gelijk roeit”, zegt Cuijpers, die zelf sinds haar veertiende roeit.

Maar ze denkt dat het efficiënter kan. Het synchrone roeien zorgt namelijk voor veranderingen in de bootsnelheid. Tijdens de roeislag, als de bladen in het water zijn, wordt de boot versneld. Maar tussen de slagen door, als de riemen over het water scheren en de roeiers zich klaarmaken voor de volgende slag, loopt de snelheid van de boot terug.

„Die snelheidsveranderingen kun je verminderen door de roeiers niet synchroon slagen te laten maken, maar om de beurt”, vertelt Cuijpers. „Daardoor blijft de boot op een zo constant mogelijke snelheid.” Met die techniek zouden roeiers mogelijk sneller kunnen varen, omdat het efficiënter is.

Uit Cuijpers’ promotieonderzoek bleek dat de snelheid inderdaad constanter is als twee roeiers samen in antifase roeien. Maar de ploegen gingen niet sneller. Een van de tien deelnemende roeiparen roeide in antifase slechts vier seconden langzamer dan in fase op een afstand van één kilometer. Gemiddeld roeiden ze de afstand in vier minuten. „Dat is een veelbelovend resultaat omdat de ploegen tijdens de test voor het eerst in antifase roeiden, terwijl ze al goed getraind waren in het synchroon roeien”, zegt Cuijpers.

Op het Noord-Willemskanaal is het windstil. Het in antifase roeien voelt eerst wat onwennig. Als je gewend bent de roeier voor je te volgen, is het lastig om het tegengestelde te doen. Beweegt Cuijpers naar voren, dan moet ik met mijn rolbankje naar achteren schuiven. Maar het went sneller dan verwacht. „Dat ontdekte ik ook tijdens het onderzoek”, zegt Cuijpers. „De roeiparen die meededen, leerden het vrij snel en konden redelijk gemakkelijk een kilometer in antifase roeien. Ook waren ze enthousiast en dachten mee over manieren waarop ze hun techniek erop konden aanpassen.”

Roeien in antifase.

Al snel glijdt onze boot met een gelijkmatige snelheid door het Groningse water. Ik voel hoe de boot onder mij doorgetrokken wordt wanneer Cuijpers een roeislag maakt en ervaar hoe het is om alleen kracht te zetten tijdens de slag. Wij zijn niet één systeem dat de boot telkens opnieuw versnelt, maar een team dat om de beurt kracht uitoefent om de boot op een constante snelheid te houden.

Terug aan wal bij de studentenroeivereniging Gyas, die meewerkte aan het onderzoek, praten we verder.

Is antifase-roeien eerder geprobeerd?

„Het idee is meer dan honderd jaar oud. De eerste beeldopnames ervan zijn gemaakt rond 1930, in Engeland. Toen probeerden ze met een kwart cyclus verschil te roeien, niet een halve zoals in ons onderzoek. We weten nu dat een kwart cyclus verschil heel lastig is voor mensen om te beheersen. Antifase daarentegen lijkt gemakkelijk aan te leren.

Later hebben ze het in de Sovjet-Unie ook geprobeerd met een boot voor vier roeiers

 

„Later hebben ze het in de Sovjet-Unie ook geprobeerd met een boot voor vier roeiers die speciaal voor antifase-roeien ontworpen was. De stuurman of -vrouw zat daar niet achter in de boot, zoals bij de huidige ‘vieren’, maar in het midden, zodat er genoeg ruimte is en de roeiriemen niet botsen. Daarvan is helaas alleen maar een foto, geen opnames.”

„Ik weet niet waarom ze gestopt zijn na die eerste tests. We hebben geen meetresultaten ervan gevonden, alleen een paar nieuwsberichten over de pogingen in Engeland. Sommige daarvan waren kritisch. De auteurs vonden het onzin om een traditionele sport te veranderen. Zelf had ik een vergelijkbare reactie de eerste keer dat ik erover las. Ik vond het raar en dacht dat het nooit ging werken. Ik weet niet waarom, maar ik werd er bijna boos van.”

„In Nederland is er recenter onderzoek gedaan naar antifase-roeien op roei-ergometers in het lab. Daaruit bleek dat roeiers net zoveel vermogen konden leveren in fase als bij antifase. Mijn promotie, onder begeleiding van Harjo de Poel, Frank Zaal en Koen Lemmink, bouwde daarop voort. Ik heb gekeken naar roeiers in een boot, op het water. Daarvoor konden we geen nieuwe boot laten bouwen, daarom gebruikten we een roeiboot voor vier waar de middelste plekken leeg zijn. De volgende stap zou zijn om een boot te maken die speciaal ontworpen is voor antifase-roeien.”

Mag je met een antifase-roeiboot meedoen aan de olympische spelen?

„Ja, dat mag volgens het reglement van de Internationale Roeifederatie (FISA). Er zijn geen regels die het verbieden. Wel geldt er een minimumgewicht en minimumlengte voor de boten. Omdat voor antifase-roeien een langere boot nodig is, is het dus toegestaan.

„Als het te succesvol is kan er op termijn wel een verbod komen. Dat is eerder gebeurd. Van 1980-1983 maakten sommige ploegen gebruik van een zogeheten rolrigger, dat was een aanpassing aan de boot. Iedereen die daarmee voer, won. De rolrigger is niet meer toegestaan met het argument dat het een voordeel oplevert en dat je niet van alle ploegen kan eisen dat ze dure, nieuwe boten met rolriggers aanschaffen.”

Boten kunnen nu al zo licht gebouwd worden dat ze met loodstrips op gewicht gebracht worden om mee te mogen doen met wedstrijden

 

Als een antifaseboot langer is, roei je dan niet langzamer omdat hij zwaarder is?

„Dat valt mee. Een normale acht is ongeveer achttien meter. Een antifase-acht hoeft maar 70 centimeter langer te zijn. Dat is niet zoveel. En boten kunnen nu al zo licht gebouwd worden dat ze met loodstrips op gewicht gebracht worden om mee te mogen doen met wedstrijden. Dat geeft mij de hoop dat het mogelijk is om een iets langere antifaseboot te maken met het minimaal toegelaten gewicht.”

Is er al een ploeg die in antifase een wedstrijd wil gaan starten?

„Dat weet ik niet. Ik heb het de roeiers niet gevraagd, omdat er nog geen boot voor is. Het zou wel heel tof zijn als dat gebeurt!

„Behalve voor wedstrijden, zou antifase-roeien ook een goede training kunnen zijn. Je moet je techniek ervoor aanpassen, het roeien voelt anders. Daardoor ben je je mogelijk bewuster van de manier waarop je de boot versnelt, ook wanneer je weer in fase gaat roeien.”

Ga je verder met dit onderzoek?

„Ik heb nu een onderwijspositie bij het UMCG en nog geen ruimte om onderzoek te doen. Maar ik hoop dat het onderzoek wordt voortgezet. Het is een leuke puzzel waar we een eerste voorzet voor hebben gegeven.”