OM erkent fouten bij verfilming van fraudeonderzoek Sumo

Fraudezaak Het OM liet een documentairemaker meekijken bij het onderzoek naar sushiketen Sumo. Trial by media? De rechter verklaarde het OM maandag ontvankelijk.

Filiaal van Sumo in Haarlem
Filiaal van Sumo in Haarlem Foto Olivier Middendorp

„Het had achteraf anders gemoeten”, zei officier van de justitie Peter van de Kerkhof maandagochtend in de rechtbank in Rotterdam. „Spijtig”, noemde hij het dat het Openbaar Ministerie (OM) de verdachten tegenover hem niet eerder had geïnformeerd. Het OM had namelijk een filmmaker ruim een jaar laten meekijken in het strafrechtelijk onderzoek naar hen. En zij, de verdachten, wisten tot voor kort van niets. De rechtbank evenmin. „Misschien zijn we een tunnel ingegaan”, verklaart de officier. Het OM zou de film hebben verzwegen om „trial by media” te voorkomen. „Daar zijn we in blijven hangen.”

Het onderzoek naar de landelijke sushiketen Sumo liep al jaren. De eigenaren zouden op grote schaal belasting ontduiken. In december 2014 viel de financiële opsporingsdienst FIOD bij vijf restaurants binnen. De eigenaren schikten voor ruim 15 miljoen euro, maar werden alsnog ook strafrechtelijk vervolgd. Het OM eiste tegen de oprichter van de keten 24 maanden cel en een boete.

Lees ook Documentairemaker filmde tapgesprekken zonder dat de verdachten dat wisten

In juli van dit jaar zou de rechter uitspraak doen in de omvangrijke strafzaak. Het vonnis lag al klaar. Maar enkele dagen ervoor onthulde NRC dat het onderzoek was gefilmd, dat het OM druk legde op de makers en dat de publieke omroep daaraan toegaf.

En dus besloot rechter Jacco Boek anders. Hij sprak het vonnis niet uit. Eerst wilde hij laten uitzoeken of de film een rol had gespeeld bij de beslissing van het OM de restauranteigenaren te vervolgen. „De rechtbank is niet blij”, zei hij op de voorgenomen dag van de uitspraak tegen de aanklager. „Organiseer je weerstand voortaan aan de voorkant”. En: „Hoe kun je nu bedenken dat dit niet op een hoogst onmogelijk moment boven water zou komen en dat er dan niets zou gebeuren?”

Ongeloofwaardig

De officier van justitie moest op zijn bevel documenten aanleveren die betrekking hebben op de film. De advocaten wilden vervolgens meer duidelijkheid, meer documenten en ruw filmmateriaal.

Lees ook Belastingfraude bij Sumo: ‘Iederéén in de horeca doet het’

Maandag ging het over de vraag of het OM wel ontvankelijk is in de zaak en of aan de wensen van de advocaten tegemoet zou worden gekomen. De advocaat van Sumo, Peter van Hagen van Hertoghs Advocaten, achtte het ongeloofwaardig dat het OM de film geheim had gehouden om trial by media te voorkomen. „Waarom nodig je media dan uit om het opsporingstraject te volgen? Dat ís trial by media.”

Uit de documenten van de officier van justitie blijkt dat het OM vanaf het begin al worstelde met het filmproject. Ja, ze hadden er zelf toestemming voor gegeven. De makers zouden een contract tekenen; het OM heeft daarin alle zeggenschap over de film. Zelfs de staatssecretaris van Financiën tekende voor het project, blijkt nu uit het feitenoverzicht van de aanklager. En toch zag de OM-woordvoerder al op 20 juni 2014 „beren op de weg” omdat ze vreest dat „we de regie totaal kwijt zijn” over de film. „Peter [de officier van justitie] had zich dit eerder niet zo beseft.”

Ook overzag het OM in 2014 al de juridische problemen die het filmproject zou kunnen opleveren: niet-ontvankelijkheid van het OM („lijkt niet snel aan de orde”, „nauwelijks voorstelbaar”) en schending van de privacy („aanvaardbaar”). Het zijn precies de punten waar de zitting maandag, vijf jaar erna, om draaide.

Verzuchting

Nadat de advocaten en de officier aan het woord waren geweest, moest rechter Boek een uur nadenken, toen was hij eruit. Maar eerst begon hij na de pauze met „alweer een verzuchting” over de gang van zaken. „Misschien is het verstandig om geen documentaires meer te maken op deze manier. Ik zeg niet dat het onmogelijk is, maar het blijkt wel hoe lastig het is.”

Toch wees hij alle onderzoekswensen af. Het OM is gewoon ontvankelijk in de zaak, besloot hij tegen het middaguur. Om twee redenen. Éen: uit niets is gebleken dat de film „in overwegende mate” van invloed is geweest op de vervolgingsbeslissing van het OM. Dat baseert hij, opmerkelijk genoeg, deels op het mediacontract – daarin is rekening gehouden met de mogelijkheid dat er geen zitting komt. Twee: het recht op privacy van de verdachten is wel degelijk geschonden, maar niet zo erg dat de OM hen niet meer mag vervolgen. „De lat daarvoor ligt hoog”, zegt Boek.

Of het maken en verzwijgen van de documentaire gevolgen heeft voor de zaak, moet blijken. Op 17 oktober is nog een zittingsdag, twee weken erna volgt naar verwachting de uitspraak. En de film? „Het is onbekend of, dan wel wanneer de documentaire zal worden vertoond”, schrijft de officier in zijn overzicht. Volgens hem is die nog altijd „niet voor uitzending gereed”.