Zoals Prometheus de mensheid het vuur gaf, zo kregen we eeuwen later het wonder van het internet aangereikt. Daarover maakte performancecollectief Urland de afgelopen vijf jaar drie performances, een serie die nu is bewerkt tot De internet trilogie.
De voorstelling begint met een choreografie, zoals eerder in MS-DOS (2014) werd uitgevoerd. De acteurs bewegen in een vaste patroon. Hun repetitieve, onverstoorbare gang doet denken aan circuits in computers of netwerken, waarbij data doelgericht van a naar b bewegen. Tot één speler uit zijn baan schiet: in het gestroomlijnde verkeer ontstaan scheurtjes.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data49315139-18e139.jpg|https://images.nrc.nl/njVJ7fEOHoMDKkYjxiSdpQMoxa0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data49315139-18e139.jpg|https://images.nrc.nl/8pfQi2PpGJHXUaWfAk3QxQ2b6-E=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data49315139-18e139.jpg)
Dan springt Urland naar een concept uit Explorer (2015), waar de abstracte enen en nullen ‘virtual reality’ worden. Sensoren op de outfits van twee acteurs volgen hun bewegingen, die worden vertaald naar virtuele alterego’s. Op een scherm komen zo Bridget en Deacon tot leven, personages uit de soap The bold and the beautiful. In de vertaling van acteur naar avatar vervormt soms een been, maar juist die oneffenheden geven de performance - gemaakt met kunstenaar Eric Joris - een interessante tegenstrijdigheid. De virtuele wereld is maakbaar, maar zeker niet perfect.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data49315127-ae06a4.jpg|https://images.nrc.nl/fq2VfL1zfgaro8YV1Dw8MvQFEWE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data49315127-ae06a4.jpg|https://images.nrc.nl/aG4UOEo360UI_Fd0hzauouS25e0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data49315127-ae06a4.jpg)
De grenzeloosheid van het virtuele universum jaagt ook angst aan. Als een wereld digitaliseert, verdwijnen bepaalde analoge elementen. Wie meer virtueel wordt, moet iets menselijks opgeven. Dat kan beangstigend zijn, zo blijkt uit de ontmoeting tussen een robotarm en artificiële intelligentie (Internet of things, 2016). Vanaf een scherm houdt een cirkel pixels een monoloog tegen de robot. Omdat ze alle menselijkheid heeft opgegeven, kan ze alles zijn, maar ze voelt toch vooral leegte.
Zo hopt Urland door hun trilogie, de scènes heel losjes aan elkaar gevlochten. Van de mythe van Prometheus, waaraan de eerdere voorstellingen refereerden, is nog slechts een glimp op te vangen. Nu valt vooral een sluimerende angst te ontwaren voor eenzaamheid in een uitdijend, digitaal universum.