Opinie

De dictatuur van Das Auto wankelt

Auto-industrie Elke straat, elke tuin stinkt naar uitlaatgassen. Nee, leuk wonen is het niet in Duitsland. Dus voert met duizenden anderen actie bij de grootste autobeurs in Frankfurt.
Duits verkeersbord 331.2: Ende Kraftfahrstrasse
Duits verkeersbord 331.2: Ende Kraftfahrstrasse Illustratie Strassenverkehrs-Ordnung

Vorige zomer verhuisden mijn vrouw en ik met onze baby naar Frankfurt am Main, een stad zo groot als Amsterdam. We gingen naar een goede, mooie buurt, ons appartement had zelfs een tuintje. Daar zou ons zoontje kunnen spelen en ik verheugde mij erop om ’s zomers na het werk in de tuin te kunnen eten. Frankfurt zou de ideale volgende stap in ons prille familieleven zijn.

Nooit eerder ben ik zo teleurgesteld. Twee weken geleden verhuisden wij, verjaagd door de auto, de stad uit. De dominantie van de auto is desastreus voor de leefbaarheid in de Duitse steden, de Duitse volksgezondheid, het milieu en het klimaat. Ons tuintje? We kunnen er niet zitten omdat het naar uitlaatgassen stinkt. Die mooie wijk? Staat van begin tot eind, vol geparkeerde auto’s. Een kopje koffie drinken? Bijna alle terrasjes liggen aan een drukke weg. Een stukje fietsen? We mogen blij zijn als we het overleven.

Mijn zoontje naar de dagopvang brengen was een ramp. Om gevaarlijke inhaalmanoeuvres van auto’s te vermijden, ging ik in woonstraten midden op de weg fietsen. Dat had veel getoeter en venijn tot gevolg, meestal van ouder wordende mannen in dikke SUV’s wier vrijheidswaan ik blijkbaar verstoorde. Bij vrijwel iedere kruising moest ik remmen, omdat verkeerd geparkeerde auto’s mijn zicht blokkeerden.

Ik ging houden van parkeerwachters, de dappere soldaten die tevergeefs trachten de verkeersveiligheid in de stad te verdedigen. Mijn vrouw vroeg een parkeerwachter eens of hij ‘een keer kon kijken’ bij een blauwe SUV die drie keer per week op de opgang van een fietspad stond geparkeerd. De parkeerwachter antwoordde dat hij die auto goed kende. Hij schreef zelfs regelmatig een boete uit, maar de vijftien euro en de veiligheid van de fietsers lieten de eigenaar blijkbaar koud.

Soms werd ik opgewekt wakker. Op die dagen vond ik mijzelf een aansteller. Maar tijdens een wandeling naar het park – kinderen kunnen immers nergens op straat spelen – verdween mijn goede humeur alras. Op het trottoir stonden regelmatig auto’s – dan moest ik met de kinderwagen de straat op. Bij het enige zebrapad reden automobilisten tot aan mijn enkels door. Bij het stoplicht begonnen ze te toeteren als de eerste auto een split second te lang voor het groene licht bleef staan. Optrekken gaat hier altijd snel – remmen voor het volgende stoplicht ook. En dat alles ’s ochtends vroeg, als het alweer naar uitlaatgassen stinkt. Of nog steeds, op windstille dagen.

Zó is het leven voor voetgangers en fietsers in een stad waar mensen zelfs de auto pakken om een ijsje te eten of een brood te kopen.

Lees ook: De uitstoot van auto’s moet nu écht omlaag

‘Leefbare stad’

Misschien, dacht ik, heb ik als Nederlander een ander beeld van een ‘leefbare stad’. Misschien ben ik wel de enige die de situatie onacceptabel vindt. Maar niets blijkt minder waar. Deze week opende in Frankfurt de jaarlijkse autobeurs IAA – van Internationale Automobil-Ausstellung – maar veel Duitsers zijn de dictatuur van de auto helemaal zat.

Dat is onder meer te merken aan de rechtszaken voor Dieselfahrverbote in binnensteden, de recente sterke verhoging van boetes voor fout parkeren, de groei aan autovrije straten in heel Duitsland en de nieuwe app Wegeheld, waarmee je zelf foutparkeerders kunt aangeven. Kleine stapjes wellicht, maar de druk van onderop is enorm. Er komen steeds meer actiegroepen en ze boeken nog belangrijke successen ook.

Frankfurt heeft bijvoorbeeld Radentscheid, een groep burgers die zich inzet voor betere fietsinfrastructuur en daarmee een hogere levenskwaliteit voor alle Frankfurters. Omdat ik van mijn vrouw niet mocht klagen zonder zelf iets te ondernemen, zit ik ook bij Radentscheid. Nadat wij vorig jaar meer dan veertigduizend handtekeningen verzamelden voor een uitgebreid fietsplan voor de stad, moest de politiek reageren.

In eerste instantie nam het stadsbestuur ons plan niet serieus, de onderhandelingen verliepen stroef. Toen kwamen de Europese verkiezingen, in mei. In Duitsland werden dat klimaatverkiezingen – ook weer door druk van onderop. De grote Duitse partijen, die te weinig doen om de klimaatverandering tegen te gaan, moesten grote nederlagen incasseren. Daarna was er ineens heel snel een akkoord. Frankfurt zal de komende drie jaar 21 miljoen euro investeren om de stad fietsvriendelijker te maken. In Berlijn en Bamberg zijn vergelijkbare eerste stappen gezet.

Lees ook: De sjoemeldiesel rijdt voort. En iedereen kijkt naar elkaar

124.000 vervuilingsdoden

De actiegroepen weten zich door feiten ondersteund. Terwijl de Duitse emissie van broeikasgassen sinds 1990 met 28 procent daalde, steeg die van het wegverkeer juist met 5 procent. De gemiddelde concentratie stikstofdioxide ligt in tientallen Duitse steden boven de EU-limiet. Door de slechte luchtkwaliteit overlijden jaarlijks 124.000 mensen voortijdig in Duitsland en wordt de gemiddelde levensduur met 2,2 jaren verkort. Dat laatste is overigens een gemiddelde, in steden zoals Frankfurt is die levensduur nog korter.

Ik ben blij maar ook verbaasd over deze ontwikkelingen. Ik dacht dat de macht van de trotse Duitse auto-industrie niet te breken was. Omdat ze belangrijk is voor economie en werkgelegenheid, wordt de auto-industrie ondersteund door de politiek.

Zo verhinderde bondskanselier Merkel, ooit Klimaqueen genoemd, in 2013 de invoering van strengere EU-normen voor de CO2-uitstoot van auto’s, en ontbreekt een aanschafbelasting op auto’s, waardoor Duitsers grotere, zwaardere en luxere bolides kopen dan Nederlanders.

Het beleid van steden was decennialang gericht op meer asfalt en meer parkeerplaatsen. Een projectontwikkelaar in Frankfurt bijvoorbeeld, moet 1,6 parkeerplaatsen per nieuwe woning leveren – zelfs in de binnenstad. Parkeren is bijna overal gratis en elke bewoner kan voor een schijntje een parkeervergunning krijgen.

Met het dieselschandaal kwam de auto-industrie in Duitsland ook goed weg. Ze wist een straf voor de ‘sjoemelsoftware’ om te buigen in een jarenlange extra hoge uitstootlimiet voor dieselauto’s en liet zich niet verplichten tot het ombouwen van auto’s.

Bij de IAA staan de machtige auto-industrie en de groeiende protestbeweging nu dan toch lijnrecht tegenover elkaar. Niet langer spreken de Duitse automanagers onderling over de laatste snufjes of fraai design, nee, het gaat over de geplande grootschalige protesten en hun angst daarvoor.

Voor zaterdag 14 september staan verschillende grote demonstraties gepland. Er worden tienduizenden deelnemers verwacht. Het motto is #aussteigen (#uitstappen). De demonstranten pleiten onder meer voor meer speeltuinen (‘Spielplätze statt Parkplätze’), veilig fietsen, verbeterd openbaar vervoer en het gebruik van duurzame energie in plaats van klimaatschadelijke benzine en diesel.

Necrologie: De man die Volkswagen groot maakte

Zand in de versnellingsbak

Ik doe mee aan de Sternfahrt, een concept dat is overgewaaid uit Berlijn; vanuit dertien steden fietsen duizenden mensen naar de IAA. We zullen deels over hoofdverkeersaders fietsen om uiteindelijk een deel van het centrum van Frankfurt te blokkeren. Op zondag organiseert de actiegroep Sand im Getriebe (zand in de versnellingsbak) zitblokkades en andere ‘creatieve acties van burgerlijke ongehoorzaamheid’. Ook dat zal het moeilijk maken voor mensen om de autobeurs te bezoeken.

Sinds een paar weken worden ’s nachts af en toe luxe auto’s in brand gestoken, maar ik hoop dat daar geen radicale demonstranten achter zitten.

De auto-industrie ziet alles met lede ogen aan. De IAA zet extra beveiliging in; bezoekers zullen lang in de rij moeten staan omdat hun tassen worden gecontroleerd. Daarnaast zoekt de auto-industrie noodgedwongen de ‘maatschappelijke dialoog’. Werd de milieubeweging een paar jaar geleden nog uitgelachen of genegeerd, nu nodigen de ceo’s uit de auto-industrie hen juist uit voor debatten. Die ceo’s doen weliswaar allerlei beloften, maar het dieselschandaal heeft het grenzeloze vertrouwen in de Duitse auto-industrie verspeeld.

Door de protesten op de IAA krijgt de reputatie van de Duitse auto-industrie opnieuw een flinke knauw. Nu moet de politiek kiezen en aan de slag gaan. Kiest ze voor het klimaat, schone lucht en leefbaarheid in steden – en daarmee voor de welvaart van de bevolking – of kiest zij voor winst voor de auto-industrie? Laat de IAA 2019 het keerpunt zijn voor auto-dominantie in Duitsland.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.