Opinie

Van wet en wapenstok gaan zwijgwijken niet praten

Bestrijd de drugscriminaliteit in Amsterdam niet met een repressief repertoire, schrijft . Ook al is het niet populair, kies voor verbinding en versterk vertrouwen in de politie.
Een flat in de Bijlmer, Amsterdam-Zuidoost, bewoners hebben zich hier letterlijk en figuurlijk verwijderd van de politie.
Een flat in de Bijlmer, Amsterdam-Zuidoost, bewoners hebben zich hier letterlijk en figuurlijk verwijderd van de politie. Freek van den Berg/ANP

Het rapport De achterkant van Amsterdam maakte vorige week veel los. De conclusies en de reacties op het rapport waren echter nogal voorspelbaar. Volgens de onderzoekers Pieter Tops en Jan Tromp weet niemand hoe groot de georganiseerde drugscriminaliteit is in Amsterdam. Het ontbreekt aan een effectief opsporingsbeleid omdat politie, belastingdienst en gemeente langs elkaar heen werken. Bovendien is het gebruik van drugs sociaal geaccepteerd.

Je kunt onmogelijk verrast zijn over deze bevindingen. Bibliotheken zijn erover volgeschreven, van Grenzen aan de handhaving over de criminaliteit op de Wallen tot de onderzoeken van de GGD Amsterdam naar het drugsgebruik in de stad. Veel van de gepresenteerde feiten in het rapport van Tops en Tromp komen dan ook uit deze onderzoeken, aangevuld met klinkende citaten van anonieme ambtenaren en politiemensen („Wie vertelt over deze wereld weet dat hij gaat slapen”) en veel, héél veel veronderstellingen over de impact van drugscriminaliteit en schattingen van de omzet van de drugswereld. Hard bewijs over de ‘ondermijning’ in Amsterdam wordt nauwelijks geleverd.

Lees ook: Amsterdam staat machteloos bij drugshandel

De politieke reacties op het rapport volgden een stramien dat je vaker ziet bij gevoelige onderwerpen; denk bijvoorbeeld aan de recente commotie om ontsnapte tbs-patiënten. Eerst tonen de verantwoordelijke bestuurders zich enorm geschokt over de situatie en de gevolgen daarvan voor de samenleving. Zo stelde de Amsterdamse burgemeester Halsema dat het rapport haar zorgen bevestigt. Kamerleden noemen de conclusies „alarmerend”. Vervolgens worden drugscriminelen en drugsgebruikers tot staatsvijand nummer één gemaakt, en volgen talloze maatregelen om, in de woorden van minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus (CDA), „gewoon keihard die hele criminele economie op te rollen”. Het vierde en laatste stadium is dat van vluchtigheid: de politieke paniek rondom drugs zal even snel verdwijnen als ze is opgekomen.

Ook niet nieuw zijn de aangedragen oplossingen. De gemene deler is: hard, harder, hardst tegen criminaliteit. Tops en Tromp bepleiten zwaardere straffen en strengere maatregelen tegen de handel en productie van drugs. De privacywetgeving moet op de helling. En er is – zoals altijd – meer geld nodig. De maar liefst honderd miljoen uit de knip van Grapperhaus in het zogeheten ondermijningsfonds, om de aanpak van ondermijnende criminaliteit te versterken, is een fooi.

Het pleidooi voor meer repressie gaat gepaard met een sterk militaire retoriek. We leven in vredestijd, maar intussen hebben Grapperhaus en de burgemeester-sheriffs van Nederland de oorlog verklaard aan drugscriminaliteit. Het bontst maakte de politiebond NPB het met het voorstel om een „Nederlandse FBI” op te richten. Dat we al ruim vijf jaar een Nationale Politie hebben, was hem blijkbaar ontgaan.

Verwijdering van de politie

Wel nieuw in De achterkant van Amsterdam is de aandacht voor ‘zwijgwijken’. Dit zijn kansarme buurten in de stad, zoals delen van de Bijlmer en van Amsterdam-Oost, waar de bewoners zich letterlijk en figuurlijk hebben verwijderd van de politie. Aangiftebereidheid neemt hier steeds verder af. Mij lijkt dat daar verschillende oorzaken voor zijn: vrees voor represailles, onverschilligheid, maar vooral een diep wantrouwen jegens de politie. Zo staat in deze probleemwijken, waar werkloosheid en analfabetisme tot de meest hardnekkige problemen behoren, het vertrouwen in de politie op een laag pitje. Door een repressief repertoire van zero tolerance, etnisch profileren en patseraanpakken, waarbij jongens met dure jassen of snelle auto’s extra worden gecontroleerd, voelen veel bewoners zich gediscrimineerd, wat bij hen bijdraagt aan negatieve beeldvorming over het gezag.

In vergelijkbare wijken in Rotterdam, Utrecht en Tilburg doet zich dezelfde trend voor. Ook hier hebben bewoners weinig fiducie in de politie. Ze hebben serieuze twijfels over een eerlijk politieoptreden, zelfs als hun eigen ervaringen met de wijkagent goed zijn. Dit alles baart flinke zorgen omdat vertrouwen in de politie ertoe leidt dat burgers sneller bereid zijn om de regels na te leven en samen te werken met de overheid. Denk in het laatste geval aan het doen van aangifte van een illegale wietkwekerij bij de overburen en het geven van tips aan de politie over mensen in de wijk die ontsporen. Vertrouwen versterkt bovendien de legitimiteit van het politieoptreden en vergroot de veiligheidsbeleving.

Andere visie op drugsbestrijding

Dit zijn belangrijke bevindingen. Ze dwingen bestuurders met een volledig andere blik te kijken naar de aanpak van drugscriminaliteit. Met repressie win je geen oorlog. Een navrante illustratie hiervan is de mislukte ‘war on drugs’ in de VS. In plaats van de omvang van de drugsmarkt te verkleinen, is de productie en het gebruik van drugs hoger dan ooit tevoren. Anders gezegd: wie vooral hamert op meer ‘law and order’, draagt ertoe bij dat zaken juist uit de hand lopen. Burgers keren zich af van het gezag en trekken hun eigen plan. Repressie werkt als de slang die in zijn eigen staart bijt. Dit doet weinig af aan het feit dat georganiseerde criminaliteit stevig moet worden aangepakt. Maar een „massief beleid van repressie”, zoals Tops en Tromp voorstellen, heeft averechtse effecten.

Broodnodig is daarom een visie op drugsbestrijding waarin – naast het ‘negatieve’ en klassieke bestrijden van criminaliteit – meer aandacht komt voor het versterken van het vertrouwen van bewoners van zwijgwijken in de politie. Hierover heb ik niet één origineel voorstel gelezen, niet één originele gedachte gehoord. Aandacht voor vertrouwen en verbinding staat blijkbaar in een kwaad daglicht, door associaties met multiculti-subsidies en een cultuur van pamperen en theedrinken. Maar met de wet en wapenstok alléén maak je van zwijgwijken geen praatwijken.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.