AfD wint fors maar wordt niet grootste

Duitse deelstaatverkiezingen De regeringspartijen presteerden slecht. De SPD boekte in Saksen een historische nederlaag maar blijft grootste in Brandenburg. De CDU won in Saksen.

De AfD-leider in Brandenburg, Andreas Kalbitz, bij de bekendmaking van de eerste exitpolls in de plaats Werder. De AfD won fors maar werd niet de grootste.
De AfD-leider in Brandenburg, Andreas Kalbitz, bij de bekendmaking van de eerste exitpolls in de plaats Werder. De AfD won fors maar werd niet de grootste. Foto Axel Schmidt/Reuters

De AfD heeft zich zondag als politieke kracht in Duitsland verder versterkt. Maar het is haar bij de deelstaatverkiezingen in Brandenburg en Saksen niet gelukt de grootste partij te worden. De CDU en SPD verloren in de twee Oost-Duitse deelstaten veel van hun kiezers. Ze konden zich echter troosten met het feit dat de CDU in Saksen de grootste bleef, en de SPD in Brandenburg.

De uitslagen illustreren de toenemende polarisatie in de Duitse politiek en neergang van de middenpartijen. Opmerkelijk was de relatief hoge opkomst: in Brandenburg 61,3 procent (tegen 47,9 procent in 2014) en in Saksen 66,6 procent (was 49,2 procent)

De rechtse AfD, in de Bondsdag de grootste oppositiepartij, verdubbelde in zowel Saksen als Brandenburg haar resultaat ruimschoots ten opzichte van 2014. Schandalen en onthullingen over banden met extreemrechts lijken de partij niet of nauwelijks geschaad te hebben. In Saksen haalde ze 27,5 procent (tegen CDU 32,1), in Brandenburg 23,5 procent (SPD 26,2).

De kans om te regeren krijgt de AfD in Saksen en Brandenburg hoogstwaarschijnlijk niet. De andere partijen hebben tijdens de campagne een coalitie met de AfD uitgesloten.

Nieuwe strijdlust

SPD en CDU, die in de regering-Merkel samen met de Beierse CSU regeren, toonden afgelopen weken een strijdlust die hen op landelijke niveau vaak ontbreekt. Daarmee wisten ze te voorkomen dat de AfD de symbolisch belangrijke doorbraak bereikte door grootste partij te worden in een deelstaatparlement. Dat zorgde bij de regeringspartijen in Berlijn zondagavond voor enige opluchting.

Maar het bleven gemengde gevoelens, reden tot tevredenheid hadden ze niet. Zo haalde de SPD in Saksen volgens voorlopige uitslagen niet meer dan 7,7 procent van de stemmen. Nooit eerder boekte de ooit trotse volkspartij, die ook op landelijk niveau in een diepe crisis verkeert, zo’n slecht resultaat bij een deelstaatverkiezing. De komende maanden moet de partij een nieuwe leider, of leidersduo, kiezen.

Opmerkelijk was de winst voor de Groenen, die volgens peilingen landelijk in de lift zitten, maar in het oosten van Duitsland tot nu toe weinig aanhang hadden. Nu haalden ze in Saksen 8,6 en in Brandenburg 10,8 procent. De liberale FDP haalde in geen van beide deelstaten de kiesdrempel van 5 procent. Ook Die Linke, van oudsher sterk in het oosten, deed het slecht, met zo’n 10 procent, in beide deelstaten een verlies van zo’n 8 procentpunten.

De sterke opkomst van de AfD heeft deels te maken met de nog altijd grote ergernis bij een deel van de kiezers over de vluchtelingenpolitiek van de regering van bondskanselier Angela Merkel. Maar in alle Oost-Duitse deelstaten, in wat tot 1990 de DDR was, heerst bovendien een bredere onvrede met de gevestigde partijen.

Hoewel het economisch goed gaat en de werkloosheid laag is (in Brandenburg 5,6, in Saksen 5,4 procent), hebben veel kiezers in het oosten nog altijd het gevoel dat ze nog steeds achtergesteld zijn bij West-Duitsland.