‘We zijn in de VS omgeven door verzinsels’

Complottheorieën Amerikanen bestoken elkaar met complottheorieën na de dood van Jeffrey Epstein. Hoe meer polarisatie, hoe meer speculatie, zegt politicoloog Russell Muirhead.

Demonstranten in New York met foto’s van Jeffrey Epstein en president Donald Trump.
Demonstranten in New York met foto’s van Jeffrey Epstein en president Donald Trump. Foto Stephanie Keith/AFP

Voor veel Amerikanen was de dood van de multimiljonair Jeffrey Epstein, afgelopen zaterdag in een gevangeniscel in New York, moeilijk te verklaren. Hoe was het mogelijk dat de 66-jarige Epstein, die sinds begin juli vast zat op verdenking van mensenhandel en seksueel misbruik van tientallen meisjes en die kort daarvoor nog onder zelfmoordtoezicht had gestaan, toch de kans kreeg een einde aan zijn leven te maken?

Het leidde tot de wildste speculaties over de dood van Epstein. Op sociale media deed al snel na zijn vermoedelijke zelfmoord de ongefundeerde theorie de ronde dat Epstein, die in het verleden zowel Bill Clinton als Donald Trump tot zijn vrienden rekende, was omgebracht om te voorkomen dat hij een boekje zou opendoen over machtige vrienden.

Die explosie van speculaties was „begrijpelijk”, zegt Russell Muirhead, politicoloog aan Dartmouth College in New Hampshire. Want, zegt hij telefonisch, klassieke samenzweringstheorieën, zoals decennia-oude verdenkingen over de moord op president John F. Kennedy in 1963, „beginnen met iets wat moet worden uitgelegd.” Muirhead is mede-auteur van een nieuw boek over complottheorieën: A Lot of People Are Saying: The New Conspiracism and the Assault on Democracy.

Lees ook: Epstein zat in ‘mensonterende’ gevangenis met personeelstekort

Zedendelict

In het geval van Epstein roept niet alleen de toedracht van zijn dood, maar ook zijn leven veel vragen op. Zo is onduidelijk hoe de financier zo rijk kon worden, en hoe hij in 2008 kon wegkomen met een lichte straf voor maar één zedendelict. „Als mensen personen met macht dingen zien doen die moeilijk te verklaren zijn, dan is de vorming van complottheorieën een normale reactie”, aldus Muirhead.

Oude complottheorieën, zoals over de moord op Kennedy of over de toedracht van de aanslagen van 11 september, dienden om greep te krijgen op het bijna onbegrijpelijke. Tegenwoordig dienen complottheorieën vooral een ander doel, stellen Muirhead en zijn mede-auteur Nancy Rosenblum van Harvard: ze zijn een krachtig wapen om politieke tegenstanders zwart te maken. Daarbij gaat het vaak om totaal uit de lucht gegrepen beweringen die geen enkele relatie meer hebben met de werkelijkheid. ‘Complot zonder theorie’, noemen ze het. Bij Epstein bijvoorbeeld wezen digitale vingers van rechts zonder enig bewijs naar Bill en Hillary Clinton. Twitteraars uit het Democratische kamp verdachten juist Trump van betrokkenheid.

„We worden in de Amerikaanse politiek omgeven door verzinsels die de term theorie niet eens verdienen”, zegt Muirhead. „Ze komen uit het niets en staan haaks op de wereld van feiten en argumenten.”

Verdachtmakingen

‘Conspiracisme’ noemen de auteurs dit: het gebruik van verzonnen verdachtmakingen om mensen te desoriënteren en hen los te weken van de waarneembare werkelijkheid. De verzinsels zijn „een aanval op het gezond verstand”, stelt Muirhead.

Een voorbeeld is Pizzagate, het verzinsel dat Hillary Clinton een netwerk van kindermisbruik zou hebben geleid vanuit de kelder van een pizzeria in Washington. „Er is geen observatie, geen feit, geen gebeurtenis geweest die hiermee verklaard moest worden”, zegt Muirhead. „Het is een volslagen verzinsel van begin tot eind, met als enig doel de tegenstander af te schilderen als het kwaad.”

Pizzagate is een volslagen verzinsel van begin tot eind.

Russell Muirhead, politicoloog

Met de verkiezing van Trump tot president zijn dergelijke complottheorieën, die dankzij sociale media veel makkelijker kunnen worden verspreid dan voorheen, in één klap in het centrum van de macht in Washington geplaatst. Trump bouwde zijn politieke carrière op ‘birtherism’, de leugen dat president Barack Obama niet in de Verenigde Staten zou zijn geboren, en daarom een illegitieme president was.

Dat laat zien hoe complottheorieën nu worden ingezet, zegt Muirhead: de politieke verdeeldheid is zo scherp dat de tegenpartij in toenemende mate wordt gezien als verrader, in plaats van als legitieme opponent met een andere mening. „Complottheorieën vormen een politiek gereedschap dat de bescherming van vrije meningsuiting gebruikt om de oppositie te vernietigen.”

Trump houdt daarbij, ondanks zijn presidentschap, niet als maatstaf aan wat waar is, maar wat waar genoeg klinkt om te herhalen, zegt Muirhead. Zo deed de president persoonlijk mee aan de speculaties over Epstein door een bewering van de Amerikaanse komiek Terrence Williams te retweeten die verwees naar de „misdaadfamilie Clinton”. Deze week verdedigde Trump dat door te zeggen dat Williams „een zeer gerespecteerde conservatieve commentator” is. „Hij is een grote Trump-fan”, met „een half miljoen volgers”, zei hij. Bovendien: „Het was een re-tweet, het kwam van hem, niet van mij. Dus het was prima.”

De man die ervan wordt beschuldigd begin deze maand een bloedbad te hebben aangericht in El Paso, aan de Amerikaanse grens met Mexico, propageerde in een manifest de witnationalistische complottheorie dat de Democraten een ‘invasie’ van Mexicanen zouden voorstaan om de witte bevolking te reduceren tot een minderheid en uiteindelijk te verdrijven. „Dat zet de tegenpartij niet neer als een redelijke, loyale oppositie, maar als een verraderlijke macht en een existentiële bedreiging.”

Lees ook over ‘pizzagate’: Hoe nepnieuws mijn buurtpizzeria verwoestte

Radiopresentator

Koning van dergelijke complottheorieën is Alex Jones, de uiterst rechtse radiopresentator en eigenaar van de website InfoWars. Jones heeft jarenlang beweerd dat de schietpartij op de Sandy Hook basisschool in Newtown, Connecticut, waarbij in 2012 twintig jonge kinderen en zes volwassenen omkwamen, „nep” was (hij is daar later op teruggekomen). Ook meent hij dat de Amerikaanse regering achter de terreuraanslagen van 11 september 2001 zou zitten – een van de hardnekkigste samenzweringstheorieën van de afgelopen decennia.

Vooral aan de rechterzijde van het politieke spectrum is complotdenken momenteel in zwang. Volgens Muirhead en Rosenblum heeft dat te maken met een intrinsiek, diep wantrouwen tegen de overheid en tegen experts, die als elitair worden ervaren. Toch is ook links complotdenken niet vreemd, bijvoorbeeld als het aankomt op de invloed van grote bedrijven.

Ook het Rusland-onderzoek tegen Trump en zijn entourage was een belangrijke bron van samenzweringsverdenkingen op links, waarbij Trump werd beschuldigd van verraad wegens samenwerking met Rusland om de presidentsverkiezingen te beïnvloeden. Hoewel die theorieën geënt waren op bewijs van contacten van leden van de Trump-campagne met Russische functionarissen, vormen de resultaten van het onderzoek van speciaal aanklager Robert Mueller volgens Muirhead een belangrijke test.

Bewijs

„Er bleek minder bewijs te zijn dan mensen hadden verwacht. De vraag voor links is nu: geloven ze Mueller als hij zegt dat er echt geen bewijs is dat vervolging zou rechtvaardigen? Dat is een test: ben je in staat bewijsmateriaal te erkennen dat niet goed uitkomt voor jouw theorie of overtuiging?”

Hoewel ook Trump zelf het doelwit werd van ongefundeerde verdachtmakingen na de dood van Epstein, zijn tegenaanvallen volgens Muirhead niet de beste manier om complottheorieën aan te pakken. „Het is verleidelijk om vuur met vuur te bestrijden, maar in dit geval moeten we vuur bestrijden met water: met waarheid, met feiten, bewijs en argumenten.”

Muirhead denkt dat het niet te laat is om het probleem te beteugelen. „De meeste mensen zijn nog steeds redelijk, en geloven deze verzinsels niet. Maar we lopen het risico dat we in een wereld terechtkomen waarin dit alles is wat mensen zien en horen, en niemand meer weet wat je kunt geloven. Dat heeft gevolgen voor het gedeelde vertrouwen in bijvoorbeeld het openbaar bestuur.”

Veel hangt af van wat er na het presidentschap van Trump gebeurt, besluit hij. „We gaan ervan uit dat de volgende president zich niet meer zo instinctief inlaat met samenzweringsgedachten. Dat zou ze weer minder invloedrijk maken. Maar ze blijven een krachtig wapen om je tegenstander mee aan te vallen. De vraag is dus of toekomstige politici Trump zullen nadoen of zijn voorbeeld zullen verwerpen.”