Tijdens het tv-programma College Tour werd aan zangeres Anouk gevraagd of ze nog tips had voor de studenten. Nee, had Anouk gezegd. Ze had gewoon mazzel gehad. Heel veel mensen konden beter zingen dan zij, maar die waren niet beroemd geworden.
Zo’n antwoord, dát vindt schrijfster en essayiste Marian Donner (1974) zoals we zouden moeten praten. „Mensen die succesvol zijn zeggen vaak dat ze daar gekomen zijn door heel hard te werken, groot te denken, ‘laat je door niets en niemand tegenhouden’, ‘accepteer geen nee’ – allemaal hyper-individueel. Wat Anouk zei, vind ik een vorm van verantwoordelijkheid nemen. Dat je niet het verhaal gaat ophangen van ‘hoe ik het allemaal goed heb gedaan en hoe ik het allemaal wél red’. Bijna iedereen werkt heel hard. Toch zijn er te veel mensen die het niet halen.”
Ze wil de wereld veranderen. Het systeem veranderen. Het boek dat ze onlangs publiceerde, Zelfverwoestingsboek heet het, heeft als ondertitel: Waarom we meer moeten stinken, drinken, bloeden, branden & dansen. Hoofdstuk na hoofdstuk legt ze uit wat ze bedoelt. Ze bedoelt zoiets als: leef! Wees vrij! Laat je niet steeds op de kop zitten door de wereld die zegt dat alles wat niet goed gaat aan jou ligt.
Een pamflet noemt ze het zelf, maar het is wel meer dan dat.
„Het is een aanklacht tegen de wereld waarin we leven. Ik kwam erachter dat wat ik had geschreven eigenlijk steeds op hetzelfde neer kwam. Dus dit is echt wat ik vind: jij bent niet het probleem, dat is de wereld. En het verdwijnen van de menselijke maat.”
Ogenschijnlijk is er veel aandacht voor die menselijke maat. Het is erg in de mode om goed voor jezelf te zorgen, om aan mindfulness en yoga te doen, naar je lichaam te luisteren enzovoort. Maar dat bevalt Donner al evenmin, al vindt ze zelf yoga ook prettig. Ze noemt al die zelfzorg een andere vorm van ‘regels’. „Jij moet leren relaxen, als je een burnout krijgt dan heb jij je grenzen niet goed aangegeven. Het gaat zelden over de werkdruk die mensen ervaren. Dan krijg je weer van die adviezen als ‘zet je telefoon eens uit’. Maar wat als je afhankelijk bent van opdrachtgevers die anders naar de volgende gaan? Die zelfhulpboeken richten zich altijd heel erg op jou, en ik wilde dat omdraaien, ik wilde zeggen: het ligt niet aan jou, het ligt aan de wereld en ik wilde die wereld beschrijven, hoe we allemaal klein en ongelukkig gehouden worden.”
En dus moeten we meer stinken en drinken en dansen.
„Mijn adviezen zijn eigenlijk ondermijningen van het systeem. Ik wilde niet in de val trappen dat ìk dan ga zeggen wat je moet. Ik wilde laten zien hoe tijd verdoen, drinken bijvoorbeeld, of je niet aan het perfecte lichaam-ideaal houden, stinken dus, hoe dat een ondermijning is. Ik wil niet dat iedereen alcoholist wordt. Het is eigenlijk een bewustwordingsboek. Kijk hoe we allemaal geconditioneerd worden om de beste versie van onszelf te worden, hard te werken, op school braaf te zijn, bij de les te blijven…”
Dat heeft de wereld natuurlijk altijd van de mens gevraagd.
„Maar die norm is wel steeds strikter geworden. Als je nu naar studenten kijkt, die mogen maar vijf jaar over hun studie doen, ze hebben vaak een superindrukwekkend cv, doen er nog vrijwilligerswerk bij – in mijn tijd waren dat echt de uitzonderingen. Je moet investeren in later, altijd maar later, later, later.
„En als je kijkt naar de beelden die ons overspoelen, allemaal volmaakte lichamen, de sterren zijn met botox ingespoten. De norm is nu wel erg op perfectie gericht.”
Denkt u dat de mensen dat ook echt internaliseren?
„Niet allemaal natuurlijk, maar iedereen voelt wel die druk. Het zijn zó veel factoren. Ook de huizen zijn veel duurder geworden, dus je moet harder werken wil je een woning kunnen kopen. Als je nu niet mee kunt komen ben je een loser en ligt het aan jou. Vroeger, en zeker in de jaren zestig, werd de afwijking gevierd, degenen die buiten het systeem stonden. Dat kan nu helemaal niet meer.”
De burgerlijke wereld wees die mensen toen ook af. Langharig werkschuw tuig.
„Maar ze werden veel meer gevierd in de kunsten. Die hele generatie van kunstenaars van toen die zat echt veel in de kroeg, echt héél veel. Nu kunnen kunstenaars geen tijd verdoen, als je alleen al 1.000 euro moet verdienen om de huur te kunnen betalen… Zo krijg je ook andere kunstvormen.”
Minder eigenaardige vormen bedoelt u?
„Meer bevestiging van de status quo. Persoonlijk mis ik die afwijkingen. Ik had het er laatst met een vriendin over dat we vroeger over straat liepen en dan Herman Brood tegenkwamen op zijn blote voeten, schreeuwend, of dat het levende kunstwerk Fabiola over straat liep, en we vroegen ons af: waar zijn zulke mensen gebleven? De straten zijn ook allemaal veel schoner, de rafelranden verdwijnen, kraken is verboden, het Bungehuis is een zogenaamd ‘SoHo House’ geworden, dat heet dan voor de kunsten te zijn, maar het zijn succesvolle reclamemensen die daar rondhangen.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/wp-content/blogs.dir/114/files/2021/09/floor-rusman2.png)
„Depressie is wereldwijd volksziekte nummer één geworden. Dat moet beter kunnen. En als je naar de aarde kijkt – eigenlijk is iedereen en alles uitgeput, de aarde, de dieren, de mensen. Dat is het systeem waarin we leven.”
En dat systeem is het kapitalistische systeem.
„Waar alles altijd gericht is op hoe je meer en beter kunt en moet zijn. Dat geldt voor jezelf en voor de economie. Mijn boek is een poging om een spaak in het wiel te steken.”
U schrijft dat het geen systeem is waar je ook uit kunt stappen.
„Nee dat is het briljante. Door die huizenprijzen bijvoorbeeld kun je moeilijk zeggen: ik doe er gewoon niet aan mee.”
Je kunt ook denken: ik hoef niet in Amsterdam te wonen.
„Ja, maar dat vind ik dan heel jammer voor Amsterdam. Want dan krijg je een stad waar alleen maar rijke, succesvolle mensen kunnen wonen. ”
Als je ergens anders gaat wonen dan zwicht je?
„Nee, ik bedoel gewoon: wat nou als je wel in de stad wilt wonen? Als je vrienden daar wonen en je werkt daar, maar je moet daar weg. Dan krijgen we niet een betere, leukere stad. Dat is al aan het gebeuren...”
U wilt vooral de menselijkheid behouden.
„Ja, ik vraag me af: wat maakt ons menselijk? En dan kom ik uiteindelijk tot de conclusie: falen. Gewoon omdat we uiteindelijk in alles falen: je gaat dood, de communicatie is nooit zoals je had gehoopt, je wordt altijd verkeerd begrepen, je maakt fouten. Dat is lastig, maar daar zit ook schoonheid in en waarde, dat niet alles makkelijk te verteren is. Nu moet een fout meteen een les zijn om het de volgende keer beter te doen, dan moet je weer positief denken. De mensen moeten niet zo streng zijn voor zichzelf en voor elkaar. In een systeem dat ook niet zo streng is.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/05/data44492874-4782a5.jpg)
Falen is toch nooit toegejuicht?
„Het gaat om hoeveel ruimte je daarvoor krijgt. Nu hoeft iemand maar één verkeerd woord te gebruiken op Twitter en zijn of haar leven is weg, die wordt ontslagen. De wereld waarin we nu leven is er een waarin fouten genadeloos worden afgestraft. Vooral bij gewone mensen, niet bij politici of machthebbers natuurlijk.”
Waarom lopen mensen dan achter zulke evident feilbare machthebbers aan?
„Nou, ik vind dat weer een voorbeeld van dat we het probleem altijd bij onszelf leggen. Er wordt ons steeds ingepeperd: een betere wereld begint bij jezelf, jij moet je vuilnis scheiden, jij moet geen plastic gebruiken. Je hebt nu mensen die heel boos worden op iemand die met het vliegtuig gaat, terwijl dat er zó niet toe doet als een miljard Chinezen almaar meer gaan vliegen en Schiphol uitbreidt. Ik vind dat een beetje klein denken.”
Het is steeds het individu dat zich moet aanpassen.
„Ik wil het individu bevrijden.”
U heeft het in uw boek ook over de onkenbaarheid van de mens, voor anderen en voor zichzelf.
„Mensen zijn het leven steeds meer tegemoet gaan treden als een schoonmaker. Je huid moet glad en glanzend zijn, de steden moeten schoon en ook: de ziel moet schoon. Er wordt een zoeklicht op het onbewuste gezet. Dat zie je ook in het racisme-debat: eigenlijk ben je een racist maar je weet het zelf nog niet en dan moet je dat onderzoeken en daarmee in het reine komen en zo een beter mens worden. Het is een onmogelijke taak.”
Want we kunnen onszelf niet kennen.
„Nee. Het gaat tegenwoordig vaak over je ware ik, of het vinden van je innerlijke kind, of je kern laten stralen etcetera, alsof je maar één persoon bent met een set op elkaar afgestemde eigenschappen. Daar geloof ik niet in. Ik denk, zoals ik ook in mijn boek beschrijf, dat iedereen heel veel verschillende kanten en tegenstrijdigheden heeft, en dat die kern dus niet bestaat. Als je wél in zo’n ware ik gelooft, dan valt die dus ook te verbeteren en te optimaliseren. Dat is het idee waar de zelfhulpindustrie zich mee voedt: ‘word eindelijk echt jezelf’. Maar dat echte zelf bestaat niet, er is geen kern. Als je het zo bekijkt, is het ook minder erg om slechte kanten te hebben of te falen. Dat doet niks af aan je goede kanten, dus dan hoef je ook minder schaamte- en schuldgevoelens te hebben.
„En ik vind het ook mooi, de dingen die je niet weet, de manier waarop je jezelf kunt verrassen.”
Dat kan ook tegenvallen.
„Zeker. Maar nu praten mensen zo van: ik heb moeite met relaties, ik heb bindingsangst, dat komt dan door vroeger en dat moet worden opgelost. Maar het is helemaal niet erg om bindingsangst te hebben! Dan stoot je je partner maar de hele tijd af. Het leven is rommelig, de liefde is rommelig. De mens is helemaal niet kenbaar, al proberen we onszelf de hele tijd in grafieken te vangen, dat is gewoon weer zo’n manier om ons allemaal als stipjes op een scherm te zetten. Al dat geloof in algoritmes die ons zouden kennen…”
‘Facebook kent je beter dan je moeder’.
„Mensen geloven dat dan. Misschien is dat ook wel een verlangen, dat je hoopt gekend te worden.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/03/nrc-meedenkers-falenweb.gif)
Heeft u geen last van schuld en schaamte?
„Vroeger schaamde ik me voor heel veel dingen maar dat heb ik niet meer.
„Laatst moest ik een Brainwash-talk houden, 13 minuten uit mijn hoofd, en dat ging echt héél slecht, ik was wel 5 keer mijn tekst vergeten. Toen had ik kunnen denken: ‘Oh had ik maar meer geoefend of was ik maar eerder begonnen met oefenen’. Maar nee. Want als ik eerder was begonnen had ik ook langer stress gehad, dus dit is het me blijkbaar waard. Ik geef er een draai aan, bijvoorbeeld: het past wel bij het verhaal, want het ging over falen. Ik bedoel niet: je moet positief denken, maar ik ben gewoon vergevingsgezind naar mezelf. Beter als je het goed had gedaan, maar het geeft niet.”
Het gaat dus eigenlijk over prioriteiten stellen.
„Ja. En je zou liefst niet alleen zo tegenover jezelf moeten staan, maar ook tegenover anderen, dat je daar dan weer niet op los gaat. De energie die overblijft kun je richten op het bestrijden van systematisch onrecht. Dan zouden we toch allemaal net iets gelukkiger zijn.”