De renminbi als Chinees oorlogswapen

Handelsconflict China heeft zijn nationale munt expres laten devalueren. Op de Amerikaanse en Aziatische beurzen waren de verliezen groot. De vraag is nu hoe Trump op deze actie gaat reageren.

Illustratie Fokke Gerritsma

Is een valuta-oorlog de volgende stap in het handelsconflict tussen China en de Verenigde Staten? Dat vragen beleggers, analisten en centrale bankiers zich af, nu de Chinese Volksbank deze maandag de yuan (of renminbi) voor het eerst in ruim elf jaar tijd heeft laten verzwakken tot voorbij de psychologische grens van 7 yuan per dollar.

Een zwakkere munt maakt Chinese producten goedkoper voor buitenlandse afnemers. Dat komt goed uit nu de VS zo’n beetje de hele Chinese import gaan belasten. In een verklaring legde de Chinese centrale bank uit dat dit nodig is als reactie op het „handelsprotectionisme” van de VS. Hiermee reageert China op de aankondiging van president Donald Trump, afgelopen donderdag, om vanaf 1 september 10 procent belasting te heffen op de 300 miljard dollar aan Chinese import waar nog geen heffingen voor golden.

Die aankondiging kwam onverwacht: Trump had een maand eerder juist beloofd om geen nieuwe heffingen op te leggen. Zijn besluit volgde op het feit dat de zoveelste overlegronde tussen Chinese en Amerikaanse ambtenaren een dag ervoor op niets was uitgelopen. Volgens Trump kwam China een ‘stoplapafspraak’ om meer Amerikaanse landbouwproducten te kopen niet na – wat China ontkende. Dinsdag kondigde de regering in Beijing aan dat Chinese bedrijven helemaal stoppen met het afnemen van landbouwproducten uit de VS.

China kan de VS moeilijk nog met gelijke wapens bestrijden: het heeft de veel kleinere Amerikaanse export naar China al in eerdere fases van de handelsoorlog heffingen opgelegd. Vandaar nu het besluit om een deel van de import helemaal te schrappen en een signaal af te geven via de munt. De centrale bank heeft niet de onafhankelijkheid die bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank heeft. Analisten gaan ervan uit dat de Chinese regering betrokken is bij deze stap.

Fluctuaties

De yuan mag van de Volksbank binnen een bandbreedte fluctueren. Dagelijks stelt zij de waarde vast, waarna de munt binnen een marge van 2 procent verhandeld mag worden. Maandag koos de centrale bank voor een koers van 6,9225 yuan per dollar, waarna de koers daalde tot ongeveer 7,03. Dinsdagochtend verzwakte de munt nog iets verder.

Vrijdag kwam de grens van 7 yuan al in zicht, toen de munt ongeveer 1 procent verloor tegenover de dollar als reactie op de nieuwe Amerikaanse importheffingen. De waardevermindering van maandag is op zich dus niet zo significant, maar het feit dat China de munt door deze grens heen liet zakken wél. De vraag is of de centrale bank hier langere tijd aan vasthoudt en wat de VS hier tegenover zullen zetten.

De Amerikaanse regering had China eind vorig jaar al gewaarschuwd om geen valutamanipulaties uit te voeren. Maandag verklaarde minister van Financiën Steve Mnuchin China tot valutamanipulator en meldde hij het land als zodanig aan bij het Internationaal Monetair Fonds. Die laatste stap zal waarschijnlijk weinig concrete gevolgen hebben.

Voor Beijing zou een scherpe waardedaling van de munt en een aanhoudend zwakkere koers niet zonder risico zijn. Rijke Chinezen zouden hun kapitaal naar het buitenland kunnen verplaatsen.

De beurzen hadden vrijdag al een klap gekregen na Trumps aankondiging en ook maandag waren de verliezen groot. De AEX leverde 2,4 procent in, de belangrijke Amerikaanse indices verloren 3 procent. In Azië sloten de beurzen dinsdag met aanzienlijke verliezen. Handelaren maken zich op voor een langlopend conflict.

Dit artikel is op 6 augustus 2019 geactualiseerd.