God is rechts

Christelijk conservatisme Forum voor Democratie (FVD) heeft onder Baudet een „boreale en religieuze kant” gekregen, stelt mede-oprichter Henk Otten, vorige week uit de partij gezet. Vast staat dat FVD aantrekkelijke kanten heeft voor christelijk rechts, dat zich óók zorgen maakt over de teloorgang van christelijke waarden. Komt het tot een alliantie tussen FVD en SGP?

Het kerkorgel speelt variaties op het Wilhelmus en Rule Britannia. De voormalige synagoge in Gouda, waar nu de Vrije Evangelische Gemeente huist, zit op zaterdag 29 juni stampvol, al is het snikheet. Op een tafel, naast de liedboeken en collectezakken, zijn boeken uitgestald. Islamisme en islam. Orthodoxie. En het boek waar het deze dag op een symposium over gaat: Het opmerkelijke einde van Europa, van de conservatieve Britse schrijver Douglas Murray. Dit boek gaat over de „zelfmoord” van Europa, door massale immigratie en de teloorgang van het christendom in Europa. Wat er nog over is van de kerkelijke instituties, propageert „linkse politiek, diversiteit en de verzorgingsstaat”.

In de zaal zitten SGP’ers en FVD’ers. De sprekers: FVD-leider Thierry Baudet, een dominee, een christelijke conservatief, en een tot het katholicisme bekeerde uitgever. Hier wordt gewerkt aan een alliantie, is het idee van Tom Zwitser van de conservatieve uitgeverij De Blauwe Tijger, die het symposium organiseert. Een alliantie tussen conservatieve christenen en seculiere ‘cultuurchristenen’, die niet in God geloven, maar zich wel verbonden zeggen te voelen met het christendom. Zoals deze twee groepen ook al samenwerken in andere West-Europese landen en de Verenigde Staten.

De strijd om de macht in de top van FVD, die deze week leidde tot het royement van senator Henk Otten, draait om geld, om persoonlijke verhoudingen, misschien om ego’s. Maar het conflict gaat ook om de koers van FVD, zei Otten deze week. Volgens hem is FVD de laatste paar jaar veranderd, en heeft de partij een „boreale en religieuze kant” gekregen. Hij wil nu een eigen partij oprichten.

Op deze ochtend in Gouda, een maand voor de breuk met Otten, is te zien waar hij op doelt. Luister bijvoorbeeld naar Henk-Jan Prosman, hervormd predikant uit Nieuwkoop, de vertaler van Douglas Murray, en sinds enige tijd lid van Forum voor Democratie. Prosman zegt, Murray citerend, dat het christendom „nietszeggend” is geworden. „Kerken willen niet langer mensen bekeren. Veel jongeren bekeren zich tot de islam.” Murray, een atheïst die zichzelf omschrijft als ‘cultuurchristen’, roept in zijn werk op tot samenwerking tussen orthodoxe en seculiere conservatieven. Prosman: „Cultureel zijn we allemaal christenen. Het gaat er niet om meer mensen christen te maken, al is het een fantastisch geloof. Deze tijd staat onder ideologische druk. De teloorgang van het christendom gaat hand in hand met de teloorgang van de weerbaarheid van onze cultuur.”

FVD-leider Thierry Baudet spreekt na Prosman. Baudet oogt niet helemaal op zijn plek: hij arriveert te laat en vond het boek van Murray eigenlijk niet eens zo veel aan, zegt hij. Maar hij gebruikt in zijn verhaal opvallend veel christelijke woorden en begrippen. Zo heeft hij het over een „spirituele leegte” die in Nederland is ontstaan, na „de ondermijning van het christendom door het cultuurmarxisme”. Het „klimaatgeloof” noemt hij „ketterij”, omdat gelovigen „een nieuw Jeruzalem” wordt beloofd, en bang worden gemaakt met „het klassieke Ark van Noach-verhaal”. De aanwezigen, die grotendeels voor Baudet zijn gekomen, applaudisseren langdurig.

Zoeken naar de Verlosser

Dan krijgt Bart Jan Spruyt het woord. De conservatieve schrijver, orthodox protestants, probeerde de afgelopen jaren vaak een nieuwe conservatieve beweging op te zetten. Hij richtte de conservatieve Edmund Burke Stichting op. Hij sloot zich aan bij Geert Wilders, schreef mee aan zijn verkiezingsprogramma, maar ging in 2006 teleurgesteld weg. In 2013 bepleitte hij in Trouw nog de oprichting van „een nieuwe, conservatieve partij voor „alle verweesde CDA’ers, VVD’ers, PVV’ers met SGP’ers en CU’ers”, „waarin de idealen van ware, klassieke tolerantie en christelijk-sociaal denken zijn geborgd”. Steeds opnieuw zoekt Spruyt naar iemand die zijn politieke droom waarmaakt: de doorbraak van een conservatieve politieke stroming.

Maar Bart Jan Spruyt is, ondanks zijn aanvankelijke enthousiasme voor Baudet, gaan twijfelen, zegt hij in de kerk. De „alt-right-gekkies” rondom Baudet, daar gruwt hij van. Hij doelt op de online aanhang die gevoed wordt door (extreemrechtse) internetfora als 4chan. Hij hoort Baudet te weinig opkomen voor Israël, of voor Grondwetsartikel 23, dat de vrijheid van onderwijs garandeert. Hoe diep gaat de religieuze kant van Baudet eigenlijk? Spruyt citeert Mattheus 11, vers 3. Johannes de Doper zit in de gevangenis en twijfelt of Jezus, die hij had gedoopt, wel echt de Messias is. „Zijt Gij het, die komen zou? Of hebben wij een ander te verwachten?”

Spruyt had in de kerk niet voor niets Johannes geciteerd, vertelt hij later op een terras. Baudet en Spruyt kennen elkaar al lang. Baudet bezocht ooit een Zomerschool van de Burke Stichting. Ze keken naar de film Metropolitan van Whit Stillman. Een mooie film met conservatieve thema’s, vond Spruyt. Baudet vond het niks. Die eerlijkheid nam Spruyt voor hem in en de waardering was wederzijds. In een mailwisseling had Baudet hem later eens ‘Johannes’ genoemd, vertelt Spruyt. Baudet zag in zijn leermeester dus een moderne Johannes de Doper, de wegbereider van Baudet.

Het essay in American Affairs waarmee Baudet een paar maanden geleden voor ophef zorgde, vond Spruyt prachtig. Baudet uitte daarin kritiek op de „bevrijde status” van vrouwen, voor wie „het stichten van een gezin (..) moeilijk, zo niet onmogelijk” wordt. Baudet noemde abortus en euthanasie als voorbeelden van doorgeslagen individualisering. Spruyt had het zelf kunnen schrijven. Hij heeft Baudet nog niet afgeschreven, maar is ook nog niet overtuigd.

Religie zonder kerk

De toenadering tussen populistisch-rechts en religieus-rechts is een internationaal proces, zegt politiek filosoof Anton Jäger, die in Cambridge promoveert in politieke theorie. „Ze vinden elkaar in hun kritiek op de Verlichting, de seksuele revolutie van de jaren zestig, of het neoliberalisme.” Rechts-populisten hebben religie geculturaliseerd, als een onvervreemdbaar deel van de westerse beschaving, zegt Jäger. Tegelijkertijd zijn ze het product van een ontkerkelijkte, geïndividualiseerde samenleving. „Veel kiezers zijn kinderen van ouders die ook al niet meer geloofden. Ze verlangen terug naar een tijd waarin de kerk oppermachtig was, een tijd waarin ze nooit hadden kunnen leven.”

In Duitsland, Frankrijk, de Verenigde Staten richten rechts-populistische partijen zich op kiezers die niet meer in God geloven, maar zich wel met het christendom identificeren. Anton Jäger: „Bij onderzoek naar de achterban van [anti-immigratiepartij] AfD in Duitsland was religie de beste voorspellende factor. AfD-kiezers identificeerden zich als christen, zo bleek, maar gingen al jaren niet meer naar de kerk.”

‘Zombie-katholieken’, noemden de Franse sociologen Emmanuel Todd and Hervé Le Bras dit verschijnsel al in 2013. Ze schreven over een opmerkelijke paradox: Fransen zien nauwelijks meer een katholieke kerk van binnen, politiek en maatschappelijk was een katholicisme-zonder-God juist sterk in opkomst. Marion Maréchal-Le Pen, de kleindochter van Jean-Marie Le Pen, werkt aan een brede conservatieve beweging met, zo zei ze onlangs tegen NRC, „kritiek op het liberale democratische systeem, tegen het universalisme van de rede, het internationalisme en het extreme individualisme”. Hetzelfde gebeurt volgens Jäger in Vlaanderen, waar de rechts-conservatieve N-VA, de grootste partij van Vlaanderen, opkomt voor religieuze symbolen in het openbare leven, maar geen band met de kerken onderhoudt.

Andersom krijgt religieus-rechts warmere gevoelens voor seculier rechts-populisme. Willen zij macht uitoefenen, zo weten zij, dan hebben zij de rechts-populisten nodig. Donald Trump, die niet naar de kerk gaat, drie keer is getrouwd en deze maand nog twee keer Goddamn zei in een toespraak, kon de presidentsverkiezingen van 2016 alleen winnen dankzij de steun van de evangelisch-rechtse beweging, een groot politiek machtsblok. Evangelische kiezers lieten er hun principes voor in de steek. In het tijdperk-Obama vond nog niet eens één op de drie evangelicals dat politici mochten aanblijven als ze ‘immoreel gedrag’ vertoonden. Toen Trump aantrad, was dat percentage plotseling gestegen naar 76.

Ondergang van de beschaving

Trumps adviseur Steve Bannon bedacht een dystopische campagne die ging over de naderende ondergang van de christelijke beschaving. Ondergangsdenken verenigt beide stromingen, al halen seculieren het uit De Ondergang van het Avondland (1918) van Oswald Spengler, en de christenen uit het Bijbelboek Openbaringen.

„God is rechts”, zei Thierry Baudet onlangs op een bijeenkomst van de jongerenbeweging van FVD. Op diezelfde bijeenkomst had JFVD-voorzitter Frederik Jansen kritiek op „Netflix en pornografie”. Tweede Kamerlid Chris Stoffer (SGP) sprak over „de terugkeer naar een christelijke natie”. Stoffer zag grote overeenkomsten tussen zijn partij en die van Baudet. Zo is de SGP ook tegen een machtige Europese Unie. En: „Ik wil Tweede Pinksterdag niet inruilen voor het Suikerfeest. Echt niet.”

Tactisch maken FVD en SGP al van elkaars diensten gebruik. FVD-Statenleden bezorgden de SGP een extra (tweede) zetel in de Eerste Kamer. SGP-leider Kees van der Staaij zag dat als „een investering” in de samenwerking. Maar, zegt hij desgevraagd, „een alliantie klinkt mij wat te klef”. Samenwerken met FVD doet hij graag. Maar dat kan hij zelfs met de SP, zegt hij, bijvoorbeeld als het om de zondagsrust gaat. „Cultuurchristendom is als een bos bloemen. Mooi en nuttig, maar de wortel is weggesneden, dus uiteindelijk is het geen lang leven beschoren.”

Op de bovenste verdieping van een Amsterdams grachtenpand houdt de Goudse vastgoedondernemer Cor Verkade kantoor. De begane grond verhuurt hij aan FVD, dat daar het partijkantoor heeft gevestigd. Een vriendendienst aan Thierry Baudet, die hij al lang kent – en bewondert. Zelf is Verkade al zijn hele volwassen leven lid van de SGP, en dat blijft hij. „Ik zie Baudet als een bondgenoot, als hij spreekt over het uiteenvallen van onze christelijke cultuur, de individualisering, de suïcide van onze hoogstaande cultuur. Het verschil is alleen dat ik geloof in een Vrederijk, dat de Messias zal stichten.”

Zelf heeft hij het ook wel eens geprobeerd. Een jaar of vijf geleden werkte hij aan de oprichting van een ‘conservatieve volkspartij’. De tijd was er nog niet rijp voor, zegt Cor Verkade. Hij weet ook dat de samenleving nu eenmaal ontkerkelijkt is. Niet-christenen gaan niet op de SGP stemmen. Daarom is een seculiere variant van de SGP nodig, zegt hij. En dat is FVD, „een cadeautje van God”. De „reshuffle” van FVD, waarbij Henk Otten de partij werd uitgewerkt, heeft FVD goed gedaan, vindt hij. FVD dreigde een rechtse VVD te worden, maar kiest nu voor rechts-conservatieve politiek.

Cor Verkade gaat naar een traditionele PKN-gemeente. Daar zijn er die een hekel hebben aan Baudet, zegt hij. Sommige kerkgangers hebben het over Baudets goddeloze ijdelheid. Anderen nemen aanstoot aan zijn ontmoeting met de antisemiet Jared Taylor in 2017, zijn uitspraken over „onze boreale wereld”, of zijn ontkenning van de menselijke rol in klimaatverandering. „‘Pas op met Baudet’, zeggen ze. Baudet maakt inderdaad wel eens een mislukt grapje of een fout, maar ik heb geleerd dat ik niet mag haten, behalve hen die God haten.”

Verrechtsing van de SGP

De vraag blijft: kán het? Is een machtsblok van populistisch en christelijk rechts in Nederland mogelijk? Nee, zegt historicus George Harinck, die als hoogleraar is verbonden aan de Vrije Universiteit en de Theologische Universiteit Kampen. „Seculiere ‘cultuurchristenen’ zijn geen grote groep. Nederlanders zien hun eigen land doorgaans niet als christelijke natie. Dat is in de Verenigde Staten anders. Amerikanen zien hun eigen land primair als christelijk. Daarom kon de alliantie tussen populistisch-rechts en de evangelische beweging succesvol worden.”

De SGP neigt sterker naar rechts dan voorheen, zegt Harinck. Dat verklaart de toenadering tot FVD. „ Bevindelijk-gereformeerden hebben het gevoel onder druk te staan, en reageren daarop met een activisme dat hen tot nu toe vreemd was. Kijk maar naar de steun in deze kringen voor de Nashville-verklaring. Dat was vroeger ondenkbaar geweest.” Veel orthodoxe protestanten, onder wie Van der Staaij, tekenden deze omstreden verklaring die homoseksuele of transgenderidentiteit afwijst.

FVD is ideologisch te wankel om echt mee samen te werken, zegt Harinck. „Baudet roept wat over het christendom, maar het gaat niet diep.” Bovendien wijst FVD-senaatsfractievoorzitter Paul Cliteur vaak naar de uitwassen van álle religies, ook het christendom. Dat deed hij onder meer in zijn pamflet Moreel Esperanto (2007). En de invloed in de partij van een andere religiecriticus, senator Paul Frentrop, neemt na het conflict met Otten toe.

Op het terras in Gouda blijft Bart Jan Spruyt dromen van een christelijk-conservatieve doorbraak. „Je voelt om je heen dat de tijd rijp is voor een reactie op de Verlichting. De oude politieke partijen zijn op elkaar gaan lijken, omdat hun idealen allang verwezenlijkt zijn.” Baudet, „een romantisch-conservatieve provo”, komt op het juiste moment. Maar, verzucht hij: „Alle pogingen van conservatieven om het populisme ideologisch bij te sturen zijn tot nu toe mislukt. En bij Baudet blijft het allemaal dubbelzinnig. Het ene moment is hij conservatief, het andere moment vrijzinnig liberaal.”