„Dit is niet mijn personage.” Florian Myjer legt de scène plotseling stil. Al snel blijkt het dat het hier niet om een vergissing gaat, maar om een opmaat voor een tirade over de clichématige manier waarop lhbtiq-personages in film, theater en tv worden vormgegeven. Als zijn tegenspelers hem smeken om toch maar door te gaan met de dialoog ontsteekt Myjer in een hilarische parodie waarin hij alle karikaturale vormen tot één geheel smeedt.
Het is een van de vele sterke scènes in Small town boy, een enscenering van het gelijknamige toneelstuk van Falk Richter uit 2014 door regisseur Marcus Azzini, dat speciaal voor Amsterdam Pride werd gemaakt. Het stuk is een aaneenschakeling van anekdotes, overpeinzingen en nagespeelde film- en soapscènes over wat het betekent om vandaag de dag als lhbtqi’er door het leven te gaan. Of nou ja, als witte homoseksuele man – andere lhbtqi’ers komen maar mondjesmaat ter sprake, iets dat Azzini nog enigszins weet te remediëren door de casting van Leandro Ceder en met nieuwe dialogen die verwijzen naar transmensen en naar het structurele racisme binnen de homogemeenschap.
De bewerking van Ludwig Bindervoet vervangt daarnaast alle verwijzingen naar Duitse politiek en media door Nederlandse equivalenten en maakt ruimte voor de persoonlijke inbreng van de acteurs. De vaak interessante toevoegingen zorgen er echter ook voor dat een toch al overvol stuk nog meer als los zand voelt: de overdaad aan thema’s leidt ertoe dat geen van de onderwerpen echt kan worden uitgediept. Bovendien weet het stuk vanwege de trouwheid aan de oorspronkelijke tekst nooit het gevoel van actualiteit en authenticiteit te bereiken dat Azzini’s qua vorm vergelijkbare Allemaal mensen wel zo sterk had. De uitstekende cast maakt echter veel goed – alsmede de engelachtige zang van Benjamin Abel Meirhaeghe, die de popklassieker Small town boy van Bronski Beat waarop de voorstelling is gebaseerd verpletterend mooi uitvoert.