De zomervakantie mag voor sommigen dan al begonnen zijn, bij Boswell-Bèta in Utrecht is het blokken geblazen. Van de kantine tot het balkon, van de gang tot de klaslokalen: overal zitten jongeren in stilte te werken, schrift en sommen voor hun neus.
Hier worden bètavakken bijgespijkerd. Eén vak in een paar maanden tijd. Een certificaat van het instituut wordt door veel universiteiten en hogescholen als eindexamenvak geaccepteerd. In de klassen zitten studieswitchers, spijtoptanten, die vakken lieten vallen die ze later toch nodig bleken te hebben, en stapelaars, die bijvoorbeeld via het mbo naar de universiteit doorstromen.
In de havo wiskunde A-cursus zit Nilo Magsodag (23). Haar was aangeraden wiskunde te laten vallen toen ze van het vmbo naar de havo ging. Ze heeft rechten gedaan maar wil nu toch voor verloskunde gaan en dan is wiskunde nodig. Matthijs Romijn (17) koos in de vierde voor een vakkenpakket zonder wiskunde omdat hij dacht dat hij creative business zou gaan studeren. Maar het wordt marketing&sales, en dat gaat niet zonder wiskunde.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/01/data40006755-913f70.jpg)
Over deze specifieke groep, havisten die geen wiskunde doen, bracht de Keuzegids – die de kwaliteit van opleidingen beoordeelt en vergelijkt – onlangs een waarschuwing naar buiten: zonder wiskunde sluit je veel en soms onverwachte studies uit. Zo is het vak nodig voor commerciële economie en voor business studies niet. Voor verloskunde wel, maar voor verpleegkunde niet. Voor communicatie eerst wel, maar vanaf aankomend studiejaar niet meer. Ruim vijf procent van de havisten doet geen wiskunde, zo’n 2.600 leerlingen per jaar – volgens de Keuzegids een groot aantal.
Gegrepen
Ook Hermien Miltenburg, oudervoorlichter bij Wageningen University, schrikt van dat aantal. „Ik denk meteen aan de doorstroom. Heel wat havisten raken enthousiast als ze eenmaal gegrepen zijn door een onderwerp en willen na de hogeschool een universitaire master doen. Dat kan niet zonder wiskunde. Ouders die gestudeerd hebben weten dat, andere niet. Dat is een kansenverschil.” Dit collegejaar stroomden ruim 11.000 studenten in met een hbo-achtergrond op de universiteit; een groei van bijna tien procent.
Scholieren moeten al jong kiezen welke richting ze uitgaan. „Als je 15 bent, weet je nog niet welke vakken je nodig hebt”, zegt Elias van Voorst (17), die wiskunde liet vallen omdat hij „niet genoeg zelfdiscipline” had en het vak nu bijspijkert. „Hoe gestoord is het dat ze je op de meest wankele periode in je leven vragen: wat wil je later worden?”, zegt klasgenoot Hannah Zwanenburg (19).
Maaike Dik, orthopedagoog en adjunct-directeur van Maltha Studiecoaching, krijgt veel vragen van leerlingen die wiskunde A overwegen in een bètapakket. „Ze denken dat dat makkelijker is. Wij waarschuwen dan dat veel studies wiskunde B vragen. Leerlingen hebben echt hun omgeving nodig om dat soort langetermijngevolgen te kunnen overzien.” En anders is het bijspijkeren – maar zo’n cursus van rond de negenhonderd euro is niet voor iedereen weggelegd.
Gestoord om in zo’n wankele periode te vragen: wat wil je later?”
Hannah Zwanenburg scholier
Onderwijsinstituten zien veel jongeren met een alfapakket die uiteindelijk toch een technische studie willen doen. Verloskundigen zonder scheikunde in hun pakket. En nu er weer leningen worden verstrekt voor de opleiding, groeit ook de groep studenten die piloot wil worden. Boswell-Bèta en WisMon, een bèta-onderwijsinstituut van ongeveer gelijke grootte, bieden zelfs pilotenmodules met wiskunde B en natuurkunde, ter voorbereiding op de opleiding en toelatingstest.
Makkelijke route
Chris Pikkaart (24), met als droombaan piloot, deed zo’n module. Hij begon op het vwo met het profiel ‘natuur en gezondheid’, maar switchte op de havo naar ‘economie en maatschappij’. „Ik heb niet gedacht aan wat later handig zou zijn. Piloot worden zat wel in mijn hoofd, maar ik dacht niet: dan heb ik wiskunde B nodig. Daar heb ik spijt van. Ik had bijvoorbeeld kunnen blijven zitten met hetzelfde profiel. Maar op die leeftijd kies je de makkelijke route.”
Een ander probleem is dat studies zelf hun toelatingseisen bepalen en die zijn lang niet altijd helder. „We zien met name bij hogescholen veel onnauwkeurige informatievoorziening”, zegt Tim Nota, directeur van bèta-onderwijsinstituut WisMon, die natuurkunde studeerde maar met zijn „puberbrein” een economiepakket gekozen had. „Opleidingen laten soms oude informatie op hun site staan, wij moeten dan uitpluizen welke vakken nodig zijn.”
Hannah Zwanenburg hoorde op de open dag van de opleiding facility management dat wiskunde niet nodig was. Ze deed een tussenjaar waarin ze onder meer werkte en kwam er voor de zomer achter dat wiskunde tóch nodig is. „Nu prop ik een heel vak in een maand, terwijl ik anders het hele jaar de tijd had gehad.”
Dan maar álle vakken kiezen, of het breedste profiel, zou een oplossing zijn – maar daar lijkt niemand voor. Zelfs wiskundeleraren vinden het geen probleem dat 1 op de 20 havisten geen wiskunde kiest. „Ik denk dat iedereen wiskunde A kan leren, maar als een leerling er diep ongelukkig van wordt en een kunstopleiding wil volgen, waarom zou die er dan zijn schoolcarrière mee verpesten?”, zegt Hester Vogels, wiskundedocent en oprichter van Wiskunjeleren.nl. „Het kiezen van een profiel sluit onvermijdelijk studies uit en dat is niet erg”, zegt ook wiskundedocent Frans van Haandel. „Je zou ook kunnen zeggen dat iemand die niet naar het gymnasium gaat, zichzelf de studie Grieks en Latijn ontzegt.”