Pianist Daan van den Hurk begeleidt op festival Wonderfeel live een 106 jaar oude biopic over Richard Wagner.

Foto Raoul Duives

Interview

De piano volgt Wagner op de voet - ook poedelnaakt in bad

Interview Daan van den Hurk Filmpianist Daan van den Hurk duikelde de stomme film ‘The Life and Works of Richard Wagner’ (1913) op uit het archief van EYE. Na een stevige restauratie van de filmmuziek begeleidt hij de film komend weekend live op Wonderfeel.

„Aargh, niet te doen”, gromt pianist Daan van den Hurk, terwijl hij de rap repeterende staccatonootjes uit Rossini’s Ouverture Wilhelm Tell uit de toetsen roffelt. Eigenlijk werd het themaatje voor een horde violen met stuiterende strijkstok geschreven, zegt hij. Ga er maar aan staan op een klavier.

In een lokaal van het Utrechts Conservatorium racet Van den Hurk begin juli door de filmmuziek van The Life and Works of Richard Wagner (1913), een van ’s werelds eerste biopics, ontsproten aan het brein van de Berlijnse regisseur Carl Fröhlich.

Het beeldmateriaal duikelde Van den Hurk op uit het archief van EYE, waar hij tevens een fotokopie van de partituur vond. Na een stevige restauratie (sommige passages bleken zoek) begeleidt hij de film komend weekend live op Wonderfeel, openluchtfestival voor klassieke muziek.

Wacht even, Rossini in een Wagner-film? Een ordinaire rechtenkwestie, aldus Van den Hurk. Toen Fröhlich het plan opvatte om voor Wagners honderdste geboortejaar een film over de componist te maken, vroeg diens weduwe Cosima Wagner zo’n exorbitant bedrag dat uit pure noodzaak een andere oplossing werd gezocht.

Enter: Giuseppe Becce, een Italiaan die in Berlijn het vak afkeek bij de beroemde Ferruccio Busoni en uitgroeide tot een prominent filmcomponist. Voor Wagner ging Becce te werk volgens de toenmalige regelen der kunst: fragmentsgewijs opgediste citaten (naast Rossini veel Mozart en Beethoven), zelf gecomponeerde passages en gewiekste Wagnerpastiches. Je denkt een flard uit Der fliegende Holländer of Tristan und Isolde te horen, maar het zijn compleet andere noten. En omdat Becce uiterlijk wel iets weg had van de “unsterbliche Meister”, nam hij in de film ook maar meteen de titelrol voor zijn rekening. Niet eens onverdienstelijk: wie even grasduint op internet ziet dat de gelijkenis treffend is.

„Giuseppe Becce was een groot vakman”, zegt Van den Hurk. „Zijn eigen stijl was weliswaar nogal traditioneel, een kruising tussen Beethoven en Schumann, maar even gemakkelijk wist-ie de essentie van Wagners stijl te treffen.”

Ter illustratie laat Van den Hurk een lome liefdesdroom opstijgen uit de vleugel. In de bijbehorende scène zie je hoe Nibelungen-held Siegfried Brünnhilde wakker kust, terwijl Wagner plechtig voordraagt uit het libretto – een schare bewonderaars aan zijn voeten. Van den Hurk: „De film blijft een ode. Laten we zeggen dat Wagner wel iets minder zelfingenomen en narcistisch wordt afgeschilderd dan hij in werkelijkheid geweest schijnt te zijn.”

Van den Hurk was altijd al een liefhebber van stomme film en vroege filmmuziek. „Later kwam ik erachter dat daar ook nu nog een levendige scene voor bestaat.”

Op het conservatorium werd hij aangesproken door een medestudent die een masterclass had gevolgd tijdens het Pordenone Silent Film Festival (Italië). Een jaar later ging hij zelf en viel alles op z’n plek. Inmiddels is Van den Hurk een veelgevraagd filmpianist en richtte hij in 2018 het Nederlands Silent Film Festival op.

„Wat ik prachtig vind aan het genre is dat de film het complete verhaal vertelt. De beelden zijn ongelooflijk expressief. Je hoeft alleen maar de ogen van een actrice te zien en je weet precies wat je moet spelen. De film is als het ware een partituur op zich.”

Toch was hij voor The Life and Works of Wagner maanden lang aan het restaureren: „Je loopt tegen van alles aan. Fouten, ontbrekende passages, verschillende versies. Het is een hele puzzel om de muziek goed te laten aansluiten bij het beeld. Uiteindelijk moet het zo passen, dat je niet meer het gevoel hebt naar een stomme film te kijken.”

Van vitaal belang is ook het vinden van een goede timing en het juiste tempo: geen sinecure bij ruim honderd jaar oud beeldmateriaal dat in een fors lagere frame rate werd geschoten dan de huidige standaard van 24 beelden per seconde.

„De eerste versie van de film die ik onder ogen kreeg, bleek veel te snel te zijn. De bewegingen waren houterig en ook muzikaal werkte het niet. Ik heb geprobeerd de partituur te synchroniseren met de snelle variant, maar ik kwam telkens in de knoop. Uiteindelijk bleek driekwart van de snelheid comfortabel te werken. Ook de bewegingen ogen dan soepeler.”

Zijn favoriete scène? Grinnikend: „Dan ga ik toch voor Wagner in bad.” Vanachter een douchegordijn zien we hoe een poedelnaakte maestro de geest krijgt voor zijn opera Lohengrin.

The Life and Works of Richard Wagner met muziek door Daan van den Hurk. 19/7 festival Wonderfeel, ‘s-Graveland (bij Hilversum). Info:wonderfeel.nl