40 procent van de uitzendbureaus die niet zijn aangesloten bij brancheorganisaties ABU of NBBU gaan in op verzoeken om te discrimineren op basis van afkomst. Dat blijkt donderdag uit een steekproef onder 467 bedrijven uitgevoerd in opdracht van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het onderzoek vond plaats in april.
Met een zogenoemde Mystery-calling is onderzocht of medewerkers van uitzendbureaus ingaan op verzoeken van opdrachtgevers die vragen om geen sollicitanten van buitenlandse komaf te sturen. Ook is gekeken of de medewerker tijdens het telefoongesprek heeft gevraagd naar de reden voor het discriminatieverzoek, of de potentiële opdrachtgever erop heeft gewezen dat het verboden is om op dergelijke verzoeken in te gaan.
Zo’n 80 procent van alle Nederlandse uitzendbureaus is lid van de ABU of NBBU. Zo’n 20.000 bedrijven zijn niet aangesloten bij een van die twee brancheorganisaties.
Extra controles
Uit een eerder onderzoek onder uitzendbureaus die wel bij de brancheorganisaties zijn aangesloten, bleek dat in 13 procent (ABU) en 26 procent (NBBU) van de gevallen een verzoek tot discriminatie werd ingewilligd. „De hoogte van deze percentages geeft aan dat er absoluut nog veel werk te verzetten is”, aldus staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken, VVD) in een brief aan de Tweede Kamer. Van Ark werkt aan een pakket maatregelen om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan, en zegt dat er ook extra gecontroleerd moet worden bij deze uitzendbureaus.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/wp-content/blogs.dir/114/files/2019/01/tiggelaar-ben-online-artikel.png)
Vorig jaar bleek uit een onderzoek van het consumentenprogramma Radar dat werknemers van ABU-uitzendbureaus gehoor gaven aan discriminatieverzoeken. Daarop presenteerde de ABU een plan om discriminatie aan te pakken, en kondigde Van Ark aan meer te willen gaan controleren.