‘Noodknop’ voor middenhuur komt niet voor dit najaar

Woningmarkt Gemeenten vragen al geruime tijd om een ‘noodknop’ om excessieve huurstijgingen in het middensegment te beteugelen. Nu is de komst daarvan opnieuw vertraagd.

Woningen in Roosendaal. Foto Lex van Lieshout/ANP
Woningen in Roosendaal. Foto Lex van Lieshout/ANP

Het gaat nog zeker tot het najaar duren voordat gemeenten de mogelijkheid krijgen excessieve huurstijgingen van middenhuurwoningen – met huren tussen de 720 en 1.000 euro per maand – aan te pakken. Dat schrijft minister Ollongren (Binnenlandse zaken, D66) donderdag in een brief aan de Tweede Kamer. Daarmee komt zij de belofte niet na vóór het zomerreces, dat deze vrijdag begint, met een uitwerking van deze zogenoemde ‘noodknop’ te komen.

De minister schrijft dat zij een uitgewerkte variant van de noodknop, die als tijdelijke maatregel van kracht moet worden, heeft voorgelegd aan gemeenten en marktpartijen, maar dat „beiden hebben [aangegeven] om uiteenlopende redenen dit voorstel niet te steunen”. Gemeenten vinden dat of de uitwerking niet ver genoeg gaat in het beperken van huurstijgingen of zijn in verregaande onderhandelingen over middenhuur met marktpartijen en willen dat proces niet verstoren, zegt een woordvoerder van Ollongren. Marktpartijen geven aan dat middenhuurwoningen een slechtere investering worden door de invoering van de noodknop.

Dat de komst van een noodknop nu is vertraagd door de afwijzing van gemeenten is opmerkelijk, aangezien juist zij al geruime tijd aangeven niet te kunnen wachten om deze te gaan gebruiken. Zo liet Amsterdam vooruitlopend op de noodknop in februari weten dat de invoering hiervan 30.000 middenhuurwoningen kan opleveren. Ook in de Tweede Kamer is er animo voor de noodknop; vorig jaar steunde een meerderheid een motie van coalitiepartijen D66 en CDA deze te onderzoeken.

Lees ook: Kamer wil ‘noodknop’ tegen huurstijging

‘Niet onze schuld’

De Amsterdamse wethouder Laurens Ivens (Wonen, SP) is stellig: „De vertraging komt niet door ons.” Hij legt de verantwoordelijkheid bij het Rijk. „Wij hebben al maanden geleden neergelegd welke variant voor Amsterdam nodig is. De minister heeft anderhalf jaar de tijd gehad om met een uitwerking te komen. Maar haar variant had voor Amsterdam nul effect.”

De variant die de minister had uitgewerkt, betrof een maximering van de aanvangshuur van middenhuurwoningen, op basis van een percentage van de WOZ-waarde. Volgens de minister was dat de beste optie omdat de grootste prijsstijgingen plaatsvinden als een woning vrijkomt en opnieuw verhuurd kan worden.

Maar in onder meer Amsterdam en Utrecht zijn de WOZ-waarden zo hoog, dat het percentage van 6 procent dat de minister voorstelde in die steden „te weinig effect gaat hebben”, zegt de Utrechtse wethouder Kees Diepeveen (GroenLinks).

Hij rekent voor: een huis met een WOZ-waarde van drie ton levert met een percentage van 6 procent een jaarlijkse huur van 18.000 euro op, oftewel 1.500 euro per maand. Diepeveen: „Dat zet geen zoden aan de dijk, want bij middenhuur gaat het om woningen [met een huur van] tussen de 720 en 1.000 euro per maand.” De gemiddelde transactieprijzen in Amsterdam en Utrecht bedragen momenteel respectievelijk 434.000 en 336.000 euro.

Ivens zegt nog steeds met smart op de noodknop te wachten. „Zolang er geen duidelijkheid is, wordt elke onderhandeling met marktpartijen verstoord. Er moet een keer een klap op gegeven worden.”

Lees ook: Meer gezinnen mogen sociale woning huren

Markt faalt

Ollongren schrijft in haar brief nu te gaan onderzoeken of een andere variant wel op draagvlak kan rekenen. Ze „verwacht in het najaar de balans op te kunnen maken van het definitieve maatregelenpakket”.

De term ‘noodknop’ werd geïntroduceerd door oud-burgemeester van Eindhoven Rob van Gijzel, die in januari vorig jaar op verzoek van het kabinet met aanbevelingen voor middenhuur kwam. Volgens hem faalt de markt en is het tekort aan middenhuurwoningen zo groot dat huurprijzen over de kop gaan. Er wonen in Nederland ongeveer 400.000 mensen in een middenhuurwoning. In haar brief schrijft minister Ollongren dat er tot 2030 zeker nog eens 74.000 van dit type woningen bij moeten komen om aan de vraag te voldoen.