‘Ik dacht dit is niet echt, dit gebeurt toch niet in Nederland?’

Roemenen Zeker zes Roemenen hebben een klacht ingediend tegen de Haagse politie, omdat ze geslagen zijn bij de Roemeense ambassade tijdens de Europese verkiezingen. „Het was alsof ze me mijn recht om te stemmen ontnamen.”

Agenten van de ME stellen zich ’s avonds op bij de Roemeense ambassade in Den Haag op 26 mei, de dag van de Europese Verkiezingen.
Agenten van de ME stellen zich ’s avonds op bij de Roemeense ambassade in Den Haag op 26 mei, de dag van de Europese Verkiezingen. Foto Donny Kooistra/ Regio15

Het is 26 mei 2019. De dag van de Europese verkiezingen en een nationaal Roemeens referendum. In een straat in Den Haag staat een rij voor de Roemeense ambassade. Duizenden mensen wachten, ze praten met elkaar in het Roemeens. Kinderen rennen rond, mensen hebben ijsjes gehaald. De sfeer is ontspannen, al staan sommigen al ruim vijf uur in de rij. Toch vertrekt bijna niemand. De mensen willen deze laatste zondagmiddag van mei maar een ding: stemmen.

Net na negen uur die avond flitst een zwaailicht. Het regent inmiddels. Om de hoek van de ambassade komen zeker tien agenten van de Mobiele Eenheid (ME). Ze hebben knuppels vast, helmen op en schilden in hun hand. Meerdere mensen worden geslagen. Binnen enkele minuten is het terrein voor de Roemeense ambassade leeg. Op ruim driehonderd meter van de ambassade stellen de ME’ers zich op in een lijn. Niemand kan er meer langs.

Zeker zes mensen hebben naar aanleiding van de gebeurtenissen die avond een klacht ingediend tegen de Haagse politie. Deze week vond er een gesprek plaats tussen de politie en Romani Pentru Romani Olanda (ROMPRO), een stichting van Roemenen voor Roemenen in Nederland. Volgens voorzitter Catalina Negru was dat gesprek „constructief”, en is gevraagd om uitleg over het optreden van de ME. ROMPRO wil een officiële verklaring met de daarbij passende excuses aan de Roemeense gemeenschap in Nederland en een betere samenwerking bij de komende Roemeense verkiezingen.

Op de ochtend van de verkiezingsdag gaat thuis bij Dana Nica (48) de telefoon. Nica is 23 jaar geleden vertrokken uit Roemenië om te gaan studeren in de Verenigde Staten. Ze werd ingenieur, en woont nu met haar man en kinderen in Wassenaar. Maar haar familie woont nog in haar vaderland. Dana’s neef belt op. „Alsjeblieft, Dana”, zegt hij. „Ga stemmen. Wat de regering hier doet, kan echt niet. Help ons.”

In Rotterdam denkt de 44-jarige onderzoeksdocent en danstherapeut Raluca Popa die ochtend aan december 1989. Aan de schoten in Boekarest, die ze hoort als vijftienjarige, op de avond dat dictator Nicolae Ceausescu wordt afgezet. Ze woont nu vijftien jaar in Nederland, maar als er Roemeense verkiezingen zijn, gaat ze stemmen. Ook voor de mensen die tijdens de revolutie zijn gestorven.

Aan het begin van de verkiezingsdag heeft de 25-jarige student Alex Morosan dan al uren in de rij voor de ambassade gestaan. Na drie uur is hij nog niet aan de beurt. Hij moet weg, naar zijn bijbaan bij een pizzeria, maar vraagt na een paar uur aan zijn baas of hij terug mag. Het is belangrijk, probeert Alex uit te leggen, het gaat om de toekomst van zijn land. Het mag.

In Nederland wonen officieel 34.000 mensen met een Roemeense achtergrond. In Nederland kon gestemd worden in Diemen, Eindhoven en Den Haag. Het zijn belangrijke verkiezingen, het referendum gaat over de mogelijkheid dat politici zichzelf amnestie of gratie kunnen verlenen of via nooddecreten kunnen regeren. Dat is pikant omdat op dat moment de toenmalige partijleider van regeringspartij PSD terechtstond, die een dag later werd veroordeeld vanwege machtsmisbruik.

„Er is in Roemenië een corrupt politiek systeem, dat moet veranderen”, zegt Dana Nica. En Raluca Popa: „Regeringspartij PSD probeert het justitiële systeem te ondermijnen. Het enige wat ik daaraan kan doen is stemmen.”

„Ze sloegen me van achteren meerdere keren op mijn benen en raakten mijn hand omdat ik me wilde beschermen.”

Raluca Popa, docent

Een rij langer dan 300 meter

Het is vier uur ’s middags als Raluca Popa met de tram aankomt bij de Roemeense ambassade in Den Haag, een villa met een kleine tuin eromheen. Er staat een rij tot aan de ingang van het Gemeentemuseum, langer dan 300 meter. Raluca Popa sluit aan. Ze maakt praatjes met andere Roemenen. In het dagelijks leven heeft ze weinig contact met landgenoten, maar nu voelt ze een sterke verbondenheid.

In de ambassade is er dan al sprake van paniek. Er zijn meer mensen gekomen dan verwacht, daarnaast moeten de gegevens van alle mensen die willen stemmen handmatig op twee lijsten worden ingevuld. De rij buiten wordt langer en langer. Het is inmiddels half negen, de stembussen sluiten officieel om negen uur. Langzaam beginnen de eerste mensen leuzen te scanderen. „Vrem sa votam: „Wij willen stemmen.”

Raluca Popa staat dan bijna vijf uur te wachten. Ze is vlak bij de ambassade, maar gaat het niet halen. Dan hoort ze iemand „hard en met autoritaire stem” nabij de ambassade roepen dat iedereen die zich voor negen uur op het terrein van de ambassade bevindt, mag stemmen. Ze denkt dat het een official is. Raluca Popa aarzelt, dan klimt ze over het hekje rond de ambassadetuin. „Ik wilde stemmen, dus ik was ervan overtuigd dat ik het goede deed.”

Op zo’n honderd meter van de ambassade staat Dana Nica te wachten, inmiddels al zo’n drie uur. Om tien voor negen klimt ze de tuin in. Daar staan dan tientallen mensen. Ze zingen dat ze willen stemmen.

Alex Morosan is dan ook in de tuin, vlak bij de deur van de ambassade. Als hij er drie meter vandaan is, is het negen uur, en gaat de deur dicht. „Niemand zei wat, de deur werd dichtgegooid in het gezicht van de mensen. Het was alsof ze me mijn recht om te stemmen ontnamen.”

Twee mannen slaan met hun vuisten tegen de deur van de ambassade. „Dieven, dieven”, roept de menigte, in het Roemeens. Een aantal anderen verlaat de tuin. De mannen vooraan vinden in de tuin een lange metalen plank, waarmee ze meerdere keren hard op de deur slaan. „Daar was ik het niet mee eens”, zegt Dana Nica. „Mensen riepen toen ook: dit is geweld, stop hiermee.” Raluca Popa: „Het was een actie van enkele personen die gefrustreerd waren, maar dat ging echt te ver.”

Als er sirenes klinken, stoppen de twee mannen met het bonken op de deur. Sommige mensen verlaten de tuin, anderen blijven toekijken. „Attentie, attentie”, klinkt door een megafoon. Door het geroezemoes van de menigte is de rest moeilijk te verstaan. Volgens een politiewoordvoerder is meerdere keren in het Engels en het Nederlands omgeroepen dat de mensen weg moesten gaan, omdat anders de ME ingezet zou worden. Raluca Popa, Alex Morosan en Dana Nica zeggen niet begrepen te hebben wat de politie door de megafoon heeft geroepen.

‘Ze sloegen door’

Dan komen zeker tien ME’ers de hoek om. Raluca Popa loopt weg. Achter haar volgen drie tot vier ME’ers, die ze hoort schreeuwen: „Lopen, lopen”. „Ze sloegen me van achteren meerdere keren op mijn rechterbovenbeen, meerdere keren op mijn linkerbeen en raakten mijn hand omdat ik me wilde beschermen. Ik weet nog dat ik omkeek, naar een vrouwelijke ME’er en zei: ‘Ik ben ook Nederlands, hoor. Dit is niet normaal.’ Maar ze sloegen door.”

Als Dana Nica de tuin verlaat, komt ze tussen de politie terecht. „Ik was bang. Ze hadden honden, ze waren groot, mijn vriendin was op hakken en kon niet rennen.” Ze loopt zonder achterom te kijken in de richting waar de politie haar naartoe drijft. Toch voelt ze een klap van een knuppel op de achterkant van haar been. Als ze de straat uit is, ziet ze dat een man meerdere keren geslagen wordt. „Ik dacht: dit is niet echt, dit gebeurt toch niet in Nederland?”

Lees ook: Waar maakt een Roemeense kiezer zich druk om? En een Spaanse?

Alex Morosan is ook gaan rennen, terwijl de videocamera van zijn telefoon nog loopt. Hij ziet angst om zich heen: vrouwen die huilen, kinderen die in paniek zijn. „De hele dag hadden we geen politie gezien. Ik weet zeker dat als een agent gewoon vriendelijk had gevraagd of we wilden gaan, dat dat was gebeurd.”

Verwondingen

Raluca Popa gaat naar huis. Als ze thuiskomt, blijft ze trillen. De plekken waar ze is geslagen zijn rood, ze worden blauw en ten slotte geel. Een dag later registreert haar huisarts de verwondingen. Omdat ze de dagen daarna nauwelijks slaapt, gaat ze een week later opnieuw. Ze wordt doorverwezen naar een psycholoog.

Zowel Raluca Popa als Dana Nica dient een klacht in bij de politie. Ze willen excuses en de garantie dat dit de volgende keer niet nog eens gebeurt. De Haagse politie laat via een woordvoerder weten dat de klachten in behandeling worden genomen.

Sinds kort slaapt Raluca Popa weer redelijk, haar verwondingen zijn verdwenen. Maar ze is bang dat de Roemenen in Nederland volgende keer niet meer gaan stemmen. „Als je mensen die willen stemmen, gaat slaan, durven ze de volgende keer niet meer te komen. Dus staat de democratie onder druk.” Volgens Dana Nica ligt de schuld deels bij de ambassade, omdat zij de deur dichtgooiden. Maar ook zij kan het gedrag van de Nederlandse politie niet begrijpen. „Ze hebben ongewapende vrouwen geslagen, die niet gewelddadig waren en weggingen. Echt, ik ben geen vandaal of crimineel, ik wilde gewoon stemmen.”