‘Bij ons in de Biblebelt’ toont robuust, nieuw soort calvinisme

Expositie De zomertentoonstelling in het Catharijneconvent in Utrecht brengt de belevingswereld van ruim 300.000 orthodox protestante Nederlanders in beeld, en hun cultuur, waarin het Woord dominant is.

Bondsdag vrouwenverenigingen Gereformeerde Gemeente.
Bondsdag vrouwenverenigingen Gereformeerde Gemeente. Foto Henk Visscher, Reformatorisch Dagblad, Museum Catharijne Convent

Al in 1994 schoot de gedachte door curator Tanja Koottes hoofd. Een tentoonstelling over de Nederlandse Biblebelt, de strook van Zeeland tot in Overijssel waar vooral orthodoxe protestanten wonen, zou dat niet wat zijn voor ‘haar’ Catharijneconvent? Het Utrechtse museum pretendeert immers hét museum te zijn voor de geschiedenis van het Nederlandse christendom. Lutheranen, oud-katholieken, remonstranten. Vrijwel iedere loot van Abrahams stam kreeg in die jaren een eigen expositie. De orthodoxe protestanten moesten daar nog vijfentwintig jaar op wachten. Nu is daar dan eindelijk een expositie met moderne refokunst, fotografie en een veelheid aan reformatorische artefacten. Waarom heeft het zo lang geduurd?

„Tsja, die remonstranten hadden tenminste nog een Rembrandt in hun midden”, verzucht Kootte. Ze schetst hoe ingewikkeld de totstandkoming van deze tentoonstelling was. „Hoe maak je van een uitgesproken woordcultuur een beeldende expositie? De essentie van de Biblebelt is nu juist het immateriële, de zogeheten bevindelijke spiritualiteit. Terwijl wij in onze verzameling vooral de materiële cultuur van Nederlandse kerken in beheer hebben. Fysieke objecten.”

Bordje uit de collectie van Museum Catharijne Convent.

Foto Ruben de Heer

Erfgenamen van Beeldenstorm

De erfgenamen van de Beeldenstorm staan inderdaad eerder bekend om wat ze weglaten, dan om wat ze achterlaten aan historische sporen. Het is de preek die ertoe doet, de innerlijke geloofsbeleving. Religieuze voorwerpen of voorstellingen leiden daar maar van af.

Toch is er nu een expositie over de Biblebelt, de eerste in zijn soort. Een zomertentoonstelling, dat wel, maar toch. „Als museum hebben we de afgelopen jaren meer oog gekregen voor hoe we immateriële cultuur in beeld kunnen brengen. Door video-interviews, bijvoorbeeld. Maar ook de zuil zélf is veel meer naar buiten gericht geraakt. SGP-voorman Kees van der Staaij schuift tegenwoordig bijvoorbeeld gewoon aan bij Jinek.”

Internet kantelpunt in zelfbewustzijn

Ook religiehistoricus Fred van Lieburg, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, signaleert een toenemend zelfbewustzijn onder de circa 300.000 inwoners van de Biblebelt. Waar een expositie van buitenstaanders over hun cultuur eerder als ‘aapjes kijken’ zou worden geïnterpreteerd, lijkt de zuil dit nu vooral als een kans te beschouwen om zichzelf te laten zien. „Er heerst bij velen het gevoel dat zij het oorspronkelijke Nederland moeten zien te bewaren. Maar waar ze zich vroeger vooral tegenover katholieken of later het seculier-liberale Nederland opstelden, zetten ze zich nu eerder af tegen bijvoorbeeld de islam. Als de échte cultuurchristenen, zeg maar.”

Een belangrijk kantelpunt was volgens de professor de opkomst van internet. „De televisie hebben ze nog buiten de deur weten te houden, maar sinds de smartphone opkwam zit de hele wereld zo in iemands broekzak.”

Vrouw in zondagse kleding, serie ‘Zaterdag/zondag’.

Foto Sjaak Verboom

Is deze laatste zuil van Nederland voorzichtig aan het afbrokkelen? Dat nu ook weer niet, zo blijkt op deze expositie. Maar de ‘wereldgelijkvormigheid’, waar generaties dominees en ouderlingen tegen gewaarschuwd hebben, lijkt niettemin steeds moeilijker te bestrijden. De fotoserie van fotograaf Sjaak Verboom toont dat bijvoorbeeld. Het is een reeks van telkens twee foto’s van vrouwen, gefotografeerd op zaterdag en op zondag.

Zondagse hoed: eigen identiteit

Waar de mannen zich op zondag stuk voor stuk in hetzelfde driedelig zwart hijsen drukken deze dames – in leeftijd variërend van 10 tot 86 – stuk voor stuk hun eigen identiteit uit. Ook, of misschien wel juist, door middel van hun zondagse goed. We krijgen een keur van hoedjes en rokken te zien, veel veelkleuriger dan je zou verwachten. Verboom: „Wat mij tijdens het maken van deze foto’s opviel is dat vrijwel alle vrouwen als het ware openbraken toen ze hun zondagse kleding droegen. Je ziet ze ineens ontwapenend lachen. Daarmee geven ze aan wat de bezoeker misschien niet verwacht, dat ze in die vaak loodzware diensten iets van rust en vreugde ervaren.”

Verboom is zelf niet uit een refokerk afkomstig, maar scheerde als huisfotograaf van het Reformatorisch Dagblad jarenlang langs de randen van deze wereld. „Met mijn werk leg ik iets vast wat nergens vastligt. Onuitgesproken culturele regels en morele codes. Ik laat vervolgens zien hoe zelfs in een gesloten cultuur zoals deze het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dat mensen iets van hun individuele identiteit willen uitdrukken in een cultuur waarin de identiteit van de groep dominant is.”

Thuis bij jonge stellen

Bordje uit de collectie van Museum Catharijne Convent.

Foto Ruben de Heer

Het museum streeft ernaar de bezoeker het gevoel te geven als het ware op de koffie te gaan bij de reformatorische dame die de poster siert. Dat levert intieme inkijkjes op. Fotograaf Samuel Otte wist bijvoorbeeld wel héél dichtbij te komen. In zijn serie God’s Bedoeling fotografeert hij jonge stellen die zich voorbereiden op hun huwelijk – vanuit het ouderlijk huis, vanzelfsprekend – en pasgehuwden in hun nieuwe woning. De modern-landelijke interieurs met pastelkleurige muren waarbinnen de stellen voor Otte poseren lijken regelrecht uit de Rivièra Maison-brochure afkomstig. Op de vensterbanken en schoorsteenmantels staan steevast Engelstalige statements over liefde, uitgevoerd in crèmewitte, brocante blokletters.

Volgens Otte was het niet eenvoudig om de stellen zich bloot te laten geven. „Het is een heel gecontroleerde wereld, waarin mensen gewend zijn de regie over hun emoties te voeren. Daarbij is het in zekere zin een seksloze wereld. Dus mijn gebruikelijke manier van werken – een beetje flirten en uitdagen – werkt hier eerder averechts. Uiteindelijk deden veel stellen wel mee, omdat ze het als een kans zagen de waarde van het christelijk huwelijk uit te dragen. Niet dat ze per se willen evangeliseren, maar wel om te laten zien hoe God het bedoeld heeft.”

Nieuw, robuust calvinisme

De Biblebeltbewoner is in deze serie meer en meer de beelddrager geworden van de voorkomende, burgerlijke Nederlander zoals die ooit was, moet blijven en anders weer zou moeten worden. Volgens Fred van Lieburg is dat een nieuwe ontwikkeling die in zekere zin wezensvreemd is voor deze groep. „Je ziet een nieuw, robuust soort calvinisme opkomen, vermengd met nostalgisch nationalisme. Vooral geïnspireerd door fundamentalistisch-evangelicaal Amerika. Neem bijvoorbeeld zo’n Nashvillestatement. De neiging om je naar buiten toe zó duidelijk uit te drukken over dit soort zaken is echt nieuw.”

Van een eigenaardige groep Nederlanders die een ‘stil en gerust’ leven ambiëren in de boezem van hun eigen gemeenschap transformeert de Biblebelt tot een soort openluchtmuseum waar het Nederlands conservatisme voor de toekomst bewaard blijft. Volgens Van Lieburg is van de zo kenmerkende ‘bevindelijke’ spiritualiteit dan ook steeds minder sprake. Hij laat een filmpje zien dat volgens hem als een lopend vuurtje rondgaat in de appgroepen van jonge refo’s. Je ziet een jonge man de bevindelijk galmende stem van een dominee opzetten, om hier op milde wijze de spot mee te drijven. „Dit soort persiflages vormt intussen een heel genre. Je ziet een voortdurend proces van innerlijke secularisatie plaatsvinden, waarbij dominees misschien nog wel dezelfde dogma’s verkondigen, maar gelovigen steeds meer hun eigen gang gaan.”

Mevrouw Blankensteijn-Morée, Uit de serie ‘Zaterdag/zondag’.
Foto Sjaak Verboom
Mevrouw Blankensteijn-Morée, Uit de serie ‘Zaterdag/zondag’.
Foto Sjaak Verboom

De brede en de smalle weg

De rode draad door deze voorstelling is de brede en de smalle weg, die verspreid door de tentoonstelling telkens terugkeert. Op deze oude plaat – die vanouds in menig klaslokaal hangt – zie je doorgaans links de ‘brede weg’, die via fenomenen als de evolutieleer, de schouwburg en het café naar de hel voert. En rechts de ‘smalle weg’, die via kruis en catechisatie naar de hemel voert. Is de refozuil intussen dan toch op de brede weg beland?

In elk geval schudt de Biblebelt de traditionele afkeer van moderne kunst langzaam maar zeker van zich af. Zo wordt in steeds meer kerken een raam gereserveerd voor glas-in-loodkunst. En is er op de expositie ook werk te zien van KORF, een collectief van reformatorische kunstenaars. Hier zijn voornamelijk docenten Beeldende Vorming in verzameld, die hun leerlingen tot kunst stimuleren en ook zelf verdienstelijk, interessant werk afleveren. Opvallend genoeg kunnen deze kunstenaars tegenwoordig gewoon hun gang gaan binnen de behoudende kerken waar ze lid van zijn. Met enkele concessies, dat wel. Op zondag is dit deel van de expositie bijvoorbeeld middels gordijnen gesloten.

Moderne refo-kunst

De kunstenaars bieden afwisselend een humoristisch, vroom, ironisch of meditatief perspectief op de reformatorische wereld. In het kunstwerk White Chapel van Martijn Duifhuizen gaan de atonale composities van Kees Wisse bijvoorbeeld een spel aan met drie witte panelen. En in De Brede en de Smalle Weg van Liesbeth Labeur kun je kruipdoor-sluipdoor een doodlopende gang in om naar een preek te luisteren – de smalle weg – óf een duik in een ballenbad nemen, terwijl intussen een dominee op de speakers Gods toorn over je uitroept. De brede weg.

De kunstwerken laten zien dat ook de reformatorische wereld intussen in de postmoderne tijd beland is. Zelfs de afvalligen, zoals Labeur, verlaten de Kerk niet met slaande deuren om het ene voor het andere wereldbeeld te verruilen, maar blijven loyaal, liefdevol en gefascineerd kijken naar de wereld waarin ze zijn grootgebracht. „Als beelddenker beschik ik over een extra wereld, naast die van het Woord. De wereld van de verbeelding, die niet zo letterlijk als het echte leven is. In deze wereld kun je dingen naar je hand zeggen, zodat het tóch goed afloopt. Dat levert vrijheid op, want woorden hebben een vaststaande betekenis; beelden bij uitstek niet. Alles staat al van tevoren vast, met dat besef leven mensen op de Biblebelt. Wat ik met mijn kunst wil laten zien is dat dingen die objectief lijken en voor altijd al vastliggen opeens tóch subjectief kunnen blijken te zijn.”

Dat geldt ook voor de bezoeker, die tijdens deze expositie de kans krijgt zich zélf een beeld te vormen over een wereld waar zoveel stereotypes over bestaan. „De ene bezoeker zal deze wereld als warm ervaren, de andere juist afstand voelen. Maar eenieder zal worden verrast”, verwacht curator Kootte.

Bij ons in de Biblebelt is te zien vanaf 7 juli t/m 22 september 2019 in het Catharijneconvent, Lange Nieuwstraat 38 te Utrecht. Op dinsdag- en donderdagmiddagen zijn er geregeld themalezingen te bezoeken, m.m.v. onder anderen Franca Treur, Jan Siebelink en James Kennedy. Inl: www.catharijneconvent.nl