Recensie

Recensie Theater

Een moderne Ilias is het pronkstuk van een futuristisch Oerol

Festival Performances op theaterfestival Oerol gingen dit jaar veel over technologie, de toekomst, en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Maar er was ook ruimte voor de zee en de sprekende wind.

In een duinpan speelt de jonge garde van Orkater een speels-rauwe Ilias.
In een duinpan speelt de jonge garde van Orkater een speels-rauwe Ilias. Foto Nichon Glerum

Als je over de Terschellinger hei struint, lijkt technologie ver weg. Totdat iemand een foto wil maken en zijn telefoon te voorschijn haalt - zelfs op Oerol zijn pixels altijd dichtbij. Op de 38ste editie van dit theaterfestival op Terschelling onderzoeken makers de toekomst en de rol van techniek daarin, de (on)zin van oorlog en je loopt zomaar mee in een processie.

Welke ontwikkelingen staan ons te wachten? De futuristen behandelt iedere dag een ander thema. Krijgen we bijvoorbeeld ooit ‘slimme’ kleding? In een charmant-rommelige performance worden, in samenspel met het publiek, live teksten geschreven en humoristische scènes gespeeld. Uiteindelijk wint een vrolijk houwtje-touwtje-gevoel het van het activisme.

In Technostalgia is de mensheid vertrokken naar Mars. Dat is een wrede planeet, blijkt als de stem van acteur Rick Paul van Mulligen je door het bos gidst. Uit heimwee hebben de ruimtevaarders geprobeerd hun oude planeet te kopiëren: struiken en gras zijn nagemaakt. Onder een boom danst een eenzame androïde, verderop ligt een verfrommeld astronautenpak. Het is een onheilspellend ruimteavontuur, waarin omgeving en audio mooi samenvallen.

Schuifelen in zilveren capes

Dit jaar wordt er wat afgewandeld op Oerol met meerdere audiotours. Zo loop je in Walk of things over een dijk terwijl - onder andere - je telefoon en de wind tegen je spreken. Vooral het verhaal van de zee maakt indruk met zachtjes klotsende woorden; het relaas van de worm, die in jou zijn gelijke ziet, bezorgt kippenvel. Ondertussen beuken golven tegen de dijk en kijkt een schaap je kauwend aan. Helaas is hier, voorbij de thematiek, geen wisselwerking met de omgeving.

Ook de nachtvoorstelling Firebird begint met een fikse wandeling. Toeschouwers schuifelen, gehuld in zilveren capes, naar het ‘orakel’. Er heerst een serene stilte. Als je over je schouder kijkt, ziet de zilveren processie die door het landschap slingert er indrukwekkend uit. De verwachting stijgt met iedere stap - misschien iets te hoog voor de muzikale lichtshow die uiteindelijk volgt. Maar Firebird is zeker een magische theaterbelevenis.

The end stelt het geduld van haar toeschouwers op de proef. Zij wonen, op losse momenten in een tijdsbestek van zo’n acht uur, drie ‘eindes’ bij. Acteur Marco d’Agostin leidt deze gebeurtenissen bloedserieus in en brengt het publiek naar de locaties. Daar sta je dan minutenlang te kijken, zonder verdere theatrale ingrepen. Mensen vertrekken, vogels fladderen op. Van een performance waarin je zoveel tijd moet investeren, verwacht je toch meer dan een enkel interessant moment.

Spulletjes worden afval

In Alles moet weg sommen acteurs Joep van der Geest en Eva Zwart een eindeloze lijst voorwerpen op, van meubels en serviesgoed tot elektronica. Die spullen hielden hen bij elkaar, maar drijven het stel nu uiteen. Tussen de inventaris door vang je een glimp op van een verkruimel(en)de relatie. Dat zijn de mooiste momenten in een bij vlagen wat stroeve voorstelling.

Alles wat we kopen is toekomstig afval, redeneert een personage in Eindgebruiker. In deze performance sta je opeens de evolutie te kleien en mijmert een meisje over de mensheid als plaag. Hoe gaan we om met onze omgeving? Sinds Prometheus ons het vuur bracht, zo stelt de voorstelling, is vooruitgang voor de mens niet vanzelfsprekend.

In Fogo correndo reconstrueert journalist Marjolein Frijling de Portugese bosbranden van twee jaar geleden. Ontstonden die door klimaatverandering, een geldwolf of een pyromaan? De typetjes van acteur Theo Martijn Wever, als oude brandweerman of schaapherder, vervullen een glansrol.

De Trojaanse Oorlog in een duinpan

Soumaya Ahouaoui, Stacyian Jackson en Eva Layla Schipper zetten hun tanden in Othello. De (vrouwelijke) rolbezetting is misschien onconventioneel; toch lijkt deze voorstelling in het begin vrij traditioneel. Tot de acteurs uit hun rol stappen en zich een frisse, brutale performance ontspint, waarin gender en kleur onder druk komen te staan.

In een duinpan speelt de jonge garde van Orkater een speels-rauwe Ilias. De acteurs stormen door het zand en knokken tussen de felblauwe paaltjes (een massagraf). Het taalgebruik is modern, alsof Achilles zich niet aan de frontlinie van de Trojaanse Oorlog bevindt, maar op een hedendaags slagveld. Als de soldaten aan het twijfelen slaan, dringt de zinloosheid van de oorlog zich op. Door het formidabele spel van de vijf acteurs vloert Ilias je met gemak en wankelend klim je de duinpan uit. Dit moet hem zijn: de must-see van Oerol dit jaar.