Het zijn drukke tijden voor volgers van centrale banken. Eerder deze week vierde de euro haar twintigjarig bestaan met een congres in de Portugese stad Sintra. En dinsdag en woensdag vergaderden de leden van de Amerikaanse Federal Reserve over de stand van de Amerikaanse economie.
Het zijn ook onzekere tijden voor volgers van centrale banken. Formeel blijven renteverlagingen en nieuwe stimuli voor Europa en de VS voorlopig uit, maar wie tussen de regels door leest en luistert, krijgt overal hints op nieuwe rondes van steun voor de wereldeconomie. Daarbij lijken de monetaire autoriteiten ongewild betrokken te raken in de handelsoorlog.
In Portugal verklaarde scheidend ECB-president Mario Draghi dat de centrale bank ruimte heeft voor verdere verruiming van het monetaire beleid. Directe aanleiding zijn de tegenvallende inflatiecijfers (1,2 procent) binnen Europa, alsmede economische onzekerheid over de handelsoorlog. Als de vooruitzichten voor de eurozone niet verbeteren, zei hij, zijn „aanvullende maatregelen noodzakelijk”.
Draghi’s opmerkingen hadden direct effect. De rente op Duitse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar daalde naar het laagste niveau ooit (-0,32 procent), de Franse 10-jaars obligaties doken voor het eerst onder nul en de beurzen schoten omhoog. Hier werd weer een bazooka in stelling gebracht, vergelijkbaar met de daadkracht waarmee Draghi de Europese schuldencrisis te lijf ging in juli 2012, leek de gedachte. Ook de euro daalde ten opzichte van de dollar.
Dat laatste trok de aandacht van president Donald Trump. Die twitterde over de daling van de euro: „Dat maakt het op een oneerlijke manier makkelijker voor ze om te concurreren met de VS.” En enige tijd later: „Europese markten omhoog na opmerkingen (oneerlijk voor VS) vandaag door Mario D!”
Trumps woorden kunnen grote invloed hebben. De president laat geen gelegenheid onbenut om te verkondigen dat de rente in de VS wat hem betreft omlaag moet. Formeel is daar niet zo heel veel aanleiding toe: de inflatie staat op 1,8 procent, dichtbij het doel van 2 procent, de werkloosheid is laag en de economie groeit nog stevig. Maar ook in de VS begint de pijn van de handelsoorlog voelbaar te worden. Trump heeft de renteverlaging nodig om de economie een steuntje in de rug te geven.
Juist deze dagen vergaderde ook de Amerikaanse centrale bank. En hoewel Fed-voorzitter Jerome Powell geen directe renteverlaging aankondigde, hintte hij wel op een verlaging op korte termijn. De inflatie zou volgens Powell dalen naar 1,5 procent. Analisten gaan uit van een verlaging komende maand. De rente in de VS staat op 2,5 procent, dus er is ruimte.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data45685088-bc536d.jpg)
De vraag is wat de ECB de komende tijd kan doen om de economie te stimuleren. De rente staat in Europa al geruime tijd op 0 en ook de balans van de ECB is meer dan afgeladen met zo’n 2.600 miljard euro aan staats- en bedrijfsobligaties die de centrale bank tot nu toe opkocht om de rente laag te houden in een tot nu toe vergeefse poging de inflatie aan te jagen.
Joachim Fels, econoom bij obligatiebelegger Pimco, zei onlangs op een bijeenkomst in Amsterdam dat de ECB nog steeds ruimte heeft om het monetair beleid te verruimen. „In Zwitserland staat de depositorente van de centrale bank op -0,75 procent. Daar stopt niet iedereen geld onder matrassen of vlucht in het goud om de negatieve rente te ontlopen.” Momenteel staat de ECB-depositorente op -0,4 procent.
Ook kan de ECB meer staats- en bedrijfsleningen kopen, zei Fels. Bij het eind vorig jaar gestaakte opkoopprogramma raakten de limieten van wat de ECB volgens de eigen regels mocht kopen, in zicht. Maar die regels kunnen deels worden opgerekt, meent Fels. „De ECB kan ook aandelen gaan kopen, zoals de Zwitserse en Japanse centrale banken al doen”, voegde Fels eraan toe. Tot dusver bleef de ECB weg van de aandelenmarkt.
ING publiceerde woensdag een analyse waarin eveneens het opkopen van aandelen aan bod kwam. Toch gaan ze bij ING eerder uit van een verdere verlaging van de rente plus een herstart van het obligatie-opkoopprogramma. En dan met name bedrijfsobligaties en obligaties van banken, daarvan zijn er genoeg in de markt.
Daarmee lijkt een verdere verruiming van het monetaire beleid aan beide zijden van de Oceaan een kwestie van tijd. En hoewel noch Draghi noch Powell zich direct laat beïnvloeden door Trump, is de door hem ontketende handelsoorlog toch een belangrijke reden voor die koerswijziging. De tijd van onconventioneel monetair beleid is nog lang niet voorbij.