Waar kunnen we het eigenlijk over hebben? Het is meestal niet de eerste vraag die je tijdens een interview stelt. En vooral niet bij een film als de Deense psychologische thriller Queen of Hearts, want elke scène in die film bevat uren gespreksstof. Maar dat zijn ook onderwerpen die zorgvuldig in de plot verborgen zitten. Bij elke onthulling of gebeurtenis daal je dieper af in de psyche van de hoofdpersonen.
Actrice Trine Dyrholm – bekend van onverschrokken rollen in incestdrama Festen, of als Velvet Underground-zangeres Nico in Nico, 1988 – moet enorm lachen aan de telefoon. „Goed begin van een interview. Maar dat is natuurlijk ook onze vraag geweest. Zelf hebben we als spoilerpolicy afgesproken dat we het kunnen hebben over het feit dat Anne een verhouding krijgt met haar stiefzoon Gustav, maar niet over wat er daarna gebeurt. Maar alleen al zeggen dat er daarna nog van alles gebeurt is een spoiler.”
Anne is de hoofdpersoon van de controversiële film van regisseur May el-Toukhy, die met haar vaste schrijfpartner Maren Louise Käehne een scenario schreef over hoe een gezin uiteenvalt door de komst van een ‘vreemdeling’. Een variatie op The Postman Always Rings Twice, maar dan in een welgestelde Deense familie. Anne is een succesvolle kinderadvocaat, gespecialiseerd in zedenrecht. Haar echtgenoot Peter is een drukbezet arts, hun tweelingdochtertjes zijn de kroon op hun burgerwelvaren. En dan komt Gustav de nauwelijks geheelde, maar diep verstopte littekens van het verleden openkrabben.
„Bij een hartenkoningin denk je meestal aan iemand die bij iedereen geliefd is. Die in het centrum van de aandacht staat”, denkt Dyrholm. „En tot op zekere hoogte geldt dat ook voor Anne. Maar er mist iets in haar leven. Eigenlijk lijden alle personages in de film aan een fundamentele existentiële eenzaamheid, een leegte, een diep verlangen naar iets om dat vacuüm te vullen.”
Nog voordat het scenario gereed was wist ze al dat ze deze rol zou gaan spelen, waardoor El-Toukhy en Käehne haar actief konden betrekken bij de ontwikkeling van het personage. „Wat die leemte precies veroorzaakt, wordt in de film slechts aangestipt. Maar het zit in de handeling, in de onderliggende emoties en ook in hoe natuur en architectuur bijna personages zijn geworden. Als je als acteur, maar bijvoorbeeld ook als Director of Photography al in het scriptstadium bij de ontwikkeling van een film betrokken wordt, dan wordt het verhaal veel gemotiveerder, gelaagder, visueler, omdat je allemaal op dezelfde golflengte zit. Anne heeft een redderscomplex, misschien vanuit een trauma, of misschien omdat ze te verwend is, lichtelijk narcistisch, en denkt dat alles om haar draait en dat ze alles kan oplossen. Het begint ermee dat ze Gustav graag een huis wil geven en het gevoel heeft dat Peter zijn vaderrol niet serieus genoeg neemt. En plotseling ontwaakt er iets in haar. Herkent ze haar verloren jeugd in Gustavs roekeloosheid? Het windt haar op. Het verwart haar. Juist omdat ze niet precies weet wat het is.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/06/data45934990-dbc83b.jpg)
Hier maakt de film een gedurfde tussenstap. In twee dansscènes, een voor de spiegel en een op een dronken feestje, staat regisseur El-Toukhy uitgebreid stil bij een andere kant van Annes persoonlijkheid: dat ze een vrouw van middelbare leeftijd is in een routineus huwelijk die haar seksualiteit herontdekt. Dyrholm: „Dat zijn sleutelscènes. Ze verklaren wie Anne is, maar ze zeggen wel iets over hoe vrouwen na een bepaalde leeftijd voor lief worden genomen. Later zal zich dat op een meer destructieve manier openbaren.”
Tegen het einde van de film zegt Anne tegen haar echtgenoot: „Je denkt dat ik een monster ben.” Wat denkt Dyrholm zelf? „Tijdens de voorbereiding ben ik nieuwsgierig naar mijn personage. Dan krijg ik een tamelijk helder beeld van wie Anne is. Ja, een monster. Waarschijnlijk wel. Maar zodra we beginnen met draaien en de regisseur ‘Actie!’, zegt, wil ik liever zo min mogelijk weten, niet meer dan het personage over zichzelf weet. Op dat moment ben je hooguit een toeschouwer van het personage, net als het publiek in de zaal. Vindt dat haar een monster? En waarom? Dan begint dat hele proces van vragen stellen weer opnieuw.”