De tolheffing op personenauto’s die Duitsland wil invoeren, is in strijd met het Europees recht. Dat heeft Europese Hof van Justitie dinsdag bepaald in een zaak die was aangespannen door Oostenrijk en gesteund werd door Nederland. Inwoners van Duitsland zouden in het plan een deel van de kosten terugkrijgen via de belasting, maar inwoners van andere Europese lidstaten niet. Daarmee discrimineert de heffing buitenlandse automobilisten, oordeelde het hof.
De economische last van de snelwegvignetten zou volgens de rechters in Luxemburg enkel op de schouders van buitenlandse automobilisten terechtkomen. In een belangrijk advies aan het hof zag de advocaat-generaal in februari nog geen bezwaar in het plan. De Europese rechters gaan vaak mee met het uitgebrachte advies, maar gaan er dit keer dus tegen in.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/raster/300315eco_tolineuropa.png)
Opsteker
In 2015 nam Duitsland een wet aan waardoor automobilisten verplicht werden een vignet te kopen om autosnelwegen op te mogen. Dat is discriminatoir, betoogden Oostenrijk en Nederland toen al. In Duitsland was de sociaal-democratische SPD tegenstander van de wet en de christen-democratische CDU geloofde er ook niet in.
Minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) noemt het besluit „een opsteker voor de Nederlandse automobilist die nu niet de kosten voor het Duitse vignet gaat voelen”. Zij heeft zich steeds verzet tegen het plan van de Duitse regering om tolheffing in te voeren. Ze is dan ook „blij” dat het verzet succes heeft gehad, reageert ze tegenover persbureau ANP.
De tolheffing op personenauto’s had in oktober 2020 moeten ingaan. Er wordt al tol geheven op vrachtverkeer. De geplande heffing varieerde van 2,50 euro voor een tiendaags vignet voor lichte voertuigen tot 130 euro voor een jaar.