Een groepje hoge Chinese ambtenaren, onder wie een rechter, een politieman en een partijfunctionaris, zit in een aparte kamer van het restaurant. Ze maken deel uit van de bestuurlijke elite in Hangzhou, een welvarende, middelgrote stad in de buurt van Shanghai. In deze stad wordt een internationaal veelbesproken ‘sociaal kredietsysteem’ getest, waarmee de Chinese overheid gedrag van burgers kan belonen en bestraffen.
De mannen laten zich het dure eten goed smaken, Franse rode wijn vloeit. De politieman schept op over alle pistolen, geweren die hij weet te gebruiken, en na nog een glaasje ook over kanonnen. Straks, als de Nederlandse verslaggever weg is, gaan ze nog een potje Mahjong spelen, wat bij wet verboden is.
Van de Nederlandse verslaggever horen de mannen graag hoe er in Nederland over China wordt gedacht. Ze willen alles weten, maar laten zelf zo min mogelijk los. Hun naam willen ze absoluut niet in de krant. En de relevantie van vragen over het sociale kredietsysteem ontgaat hen. Zeggen buitenlandse media dat de overheid bouwt aan een almachtig surveillancesysteem dat burgers van al hun individuele vrijheden berooft? Nou, dat is dan voor rekening van de buitenlandse media, haha!
Rood stoplicht
In de documentaireserie Door het hart van China (VPRO) van Ruben Terlou en Maaik Krijgsman uit 2018 is te zien dat je in de Zuid-Chinese stad Shenzhen met naam en toenaam op een groot scherm naast een stoplicht verschijnt als je door rood loopt. Doe dat nog vier keer en je komt op een zwarte lijst.
Zover is het in Hangzhou nog niet, maar de stad is wel al sinds het begin van deze eeuw bezig met het opzetten van voorlopers van het sociale kredietsysteem. Mede daarom is het nu één van de twaalf modelsteden waar het systeem wordt getest.
In 2020 moet het systeem landelijk zijn ingevoerd, bepaalde de Chinese overheid in 2014 in een beleidsdocument. Het systeem beoogt de kredietwaardigheid van bedrijven en individuen in kaart te brengen. Mensen met schulden mogen voor straf niet meer vliegen, niet meer met de hogesnelheidstrein en niet meer naar het buitenland. Hun namen en persoonsgegevens komen op een zwarte lijst die iedereen kan inzien.
Maar dat is niet het enige. Het systeem ziet ook toe op sociaal en maatschappelijk gedrag. Als dat ingaat tegen door de staat gestelde normen, krijg je een lagere sociale kredietscore. Gedrag wordt beoordeeld op basis van zo veel mogelijk data uit zo veel mogelijk bronnen. Wat iemand op internet zegt, doet en koopt, kan meewegen, ook camera- en geluidsopnamen in de publieke ruimte en gezichtsherkenning kunnen worden gebruikt. Steeds meer instanties en bedrijven verzamelen informatie op steeds meer plekken. Je kunt alleen een treinkaartje kopen als je je identiteitsbewijs laat zien, en voordat je in de trein stapt ben je al een paar keer gefotografeerd. China werkt ook aan een database voor stemmen, zodat mensen via hun telefoongesprekken kunnen worden geïdentificeerd.
Het streven is een alomvattend, geïntegreerd systeem waarbij iedereen individueel punten verdient of kwijtraakt.
Moet het individu niet beschermd worden tegen een al te machtige overheid? Moet de overheid het belang van privacy niet meewegen? De hoge ambtenaren in het restaurant zien het punt niet zo. Wat nodig is, zeggen ze, is zo veel mogelijk controle op burgers en bedrijven. Dan is er zo min mogelijk ruimte voor oplichting. Dan is de kans dat er in Hangzhou chaos ontstaat zo klein mogelijk. En als er orde heerst, hebben zij hun werk goed gedaan.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/06/data45978849-116ebe.jpg)
Oplichters en zwendelaars
Verrassend genoeg zijn veel burgers het daarmee eens. Velen hopen dat het sociale kredietsysteem China eindelijk afhelpt van alle oplichters en zwendelaars. „Het zou toch een enorme vooruitgang zijn als alle mensen zich goed gedragen?” zegt mevrouw Lin enthousiast. Lin, een vrouw van dertig met een paardenstaartje, is manager in een restaurant waar ze Chinese hotpot serveren, een pittig soort vleesfondue. Samen met haar personeel eet ze nog even wat voordat het restaurant opengaat voor de lunch.
Zij ziet alleen maar voordelen. China zou een van de veiligste landen ter wereld worden, veel veiliger dan de VS. „Als China ervoor weet te zorgen dat alle mensen het goede doen, dan denk ik dat de rest van de wereld zo’n systeem ook graag van China wil overnemen.” Want, zegt Lin, „dan is er nooit meer terrorisme”.
Terrorismebestrijding is één van de argumenten waarmee de regering het verzamelen van persoonsgegevens rechtvaardigt. Zo vreest de Chinese overheid aanslagen door Oeigoeren, een overwegend islamitische minderheid uit het westelijke Xinjiang die onder meer via heropvoedingskampen wordt gedwongen tot assimilatie. Onlangs maakte The New York Times aannemelijk dat de overheid gezichtsherkenning gebruikt – onder meer in Hangzhou – om Oeigoeren te kunnen identificeren en volgen. Oeigoeren lijken meer op Turken dan op Chinezen, en zijn relatief makkelijk te onderscheiden. Als ergens eerst één Oeigoer woont, en er komen binnen twintig dagen zes Oeigoeren naar die buurt, krijgt de politie daar automatisch een seintje van, schrijft de krant. Volgens eerdere berichten verplicht China ook met name Oeigoeren bloedmonsters, vingerafdrukken en DNA af te geven voor een nationale databank.
China verandert steeds meer in een surveillancestaat. In 2017 ging 6,1 procent van het nationale budget naar interne veiligheid. Dat is zo’n 20 procent meer dan wat China aan defensie uitgeeft. De verschillende surveillancesystemen kunnen het sociale kredietsysteem steeds meer voeden. Het kredietsysteem kan op zijn beurt weer input leveren aan de surveillancesystemen.
Volgens een rapport uit 2018 van Rogier Creemers, universitair docent aan de Universiteit van Leiden, gaat het bij het sociale kredietsysteem voorlopig nog om een scala aan initiatieven die nogal van elkaar verschillen. Er is nog geen volledig geïntegreerd en gestandaardiseerd systeem van sociale controle dat in het hele land hetzelfde werkt.
Maaltijdbezorger
Gui Herui, een 30-jarige maaltijdbezorger van de firma Heb je Honger, eet in Hangzhou op een stoepje naast zijn blauwe bezorgbrommer al smakkend en met open mond een pannenkoek met Chinese bosuitjes. Gui weet zeker dat de politie via de camera’s die overal boven de weg hangen alles kan zien. De politie weet of hij door rood rijdt, ze zien het als hij niet voor een zebrapad stopt.
„Als je je boete niet op tijd betaalt, heeft dat invloed op je sociale kredietscore”, weet hij ook. „Ze waarschuwen je dat je dan ook een strafblad krijgt.” Hij stopt altijd voor rood, zegt hij. „Maar dat is vooral omdat ik geen dodelijk ongeluk wil krijgen.” Dat de politie hem via de camera’s voortdurend in de gaten kan houden, vindt hij geen probleem. „De overheid heeft toch al toegang tot al je informatie”, zegt hij.
Een professor aan de Universiteit van Zhejiang in Hangzhou, gespecialiseerd in financiële kredietregistratie en in innovatie, maakt zich wel enige zorgen over de privacy, maar is ook geen principieel tegenstander van het systeem. Hij gelooft alleen niet dat het al volgroeid is.
Als China ervoor weet te zorgen dat alle mensen het goede doen, dan denk ik dat de rest van de wereld zo’n systeem ook graag van China wil overnemen.
In een eerste informeel gesprek is hij fel over hoe de plaatselijke overheid over zichzelf loopt op te scheppen. Hij tikt geïrriteerd op een goudkleurige folder van de gemeente. Daarin staat wat er de afgelopen vijftien jaar allemaal al is gebeurd om het sociale kredietsysteem in Hangzhou te vervolmaken.
„Gewoon gebakken lucht”, briest hij. „In feite willen de verschillende instanties die nu al data verzamelen die gegevens helemaal niet met elkaar delen. Iedereen houdt zijn eigen informatie voor zichzelf.” Een ander probleem is volgens hem de ordening en kwalificatie van data. Hoe bepaal je iemands kredietscore precies? „We zijn er nog helemaal niet uit hoe je zoiets zinnig kunt doen.”
De professor weet heel goed dat de autoriteiten hem zijn kritiek op het sociale kredietsysteem niet in dank zullen afnemen – reden ook om zijn naam hier achterwege te laten. In een tweede, officieel gesprek heeft hij zich herpakt. Nu houdt hij zich aan de officiële lijn: ze zijn in Hangzhou hun tijd ver vooruit, of dat maar in de krant mag. Zelf gebruikt hij trouwens geen sociale media en hij betaalt nooit met zijn mobiele telefoon. „Ik heb er geen enkel vertrouwen in dat de privacy in China goed beschermd is”, geeft hij als reden. „Voor je het weet liggen al je data op straat.” Ook data waar eigenlijk alleen de overheid naar zou mogen kijken.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/06/data45968722-eecbe5.jpg)
Openbare schandpaal
Een van de deelnemers aan het diner met de hoge ambtenaren laat een provinciale nieuwssite zien op zijn mobiele telefoon. Er staan pasfoto’s op van mensen met een soort rooster van kippengaas voor hun gezicht. Je kunt lezen hoe ze heten en waar ze precies wonen. In rood staat tot op de komma nauwkeurig het bedrag dat ze nog moeten afbetalen. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot terugbetaling en hun persoonsgegevens openbaar gemaakt.
Akelig, zo’n openbare schandpaal? Dat vindt eigenlijk niemand. Juist door deze gegevens openbaar te maken waarschuw je gezagsgetrouwe burgers tegen oplichters met slechte bedoelingen. Sinds juni 2018 publiceert de nationale bank van China samen met een overheidscommissie elke maand een lijst van mensen die zich misdragen hebben. Je kunt er al op komen als je hebt gerookt in de trein, of als je verboden spullen hebt meegenomen in het vliegtuig.
Meneer Zhou vertelt dat kinderen van ouders die op de lijst staan niet langer naar een dure privéschool mogen. Hij werkt voor een overheidsbedrijf dat als een soort incassobureau probeert bedrijven en individuen hun schulden te laten aflossen. Op zijn glimmende houten bureau staat een Chinees vlaggetje. Hij vindt het geen punt dat onschuldige kinderen moeten lijden onder de fouten van hun ouders. „Als je dat niet zo zou aanpakken, dan hebben je straffen geen effect. Dan kun je de ouders niet echt raken.”
Zhou vindt ook helemaal niet dat de overheid burgers hun vrijheid ontneemt door ze bijvoorbeeld te verbieden om te vliegen. „Je bent nog steeds vrij, maar je hebt alleen geen recht meer om veel geld uit te geven. Dat recht heb je pas weer als je je schulden hebt afbetaald.”
Hij vindt het goed dat er steeds meer data worden verzameld, zowel door de overheid als door bedrijven. Het helpt hem in zijn werk. Beroepsprocedures zijn overbodig, vindt hij. „Het gaat er door big data niet meer over of iemand het met ons eens is of niet”, legt hij uit. „Uit de data blijkt gewoon wat iemand goed of verkeerd heeft gedaan, punt uit. Dan is geen discussie meer nodig.”
U kunt zich ook abonneren via Apple Podcasts, Stitcher, Spotify, Castbox of RSS.